Doneer
shoot-12_header-monkeys

Shoot #12: Hoe ga ik om met mijn telefoonverslaving?

"Help, ik ben verslaafd aan mijn telefoon! Zodra ik thuis ben en eigenlijk uit wil rusten, pak ik mijn computer om constant te checken of er nog iemand wat gestuurd heeft, en elke keer ben ik weer teleurgesteld als ik geen berichtjes heb gekregen. Ik word gek van mezelf omdat ik de impuls niet kan onderdrukken en de teleurstelling en eenzaamheid worden steeds erger. Wat kan ik doen?"  ~ Rianne Pelleboer ~

Tom Hannes is zenboeddhist, therapeut en schrijver van de boeken ‘Zen of het konijn in ons brein‘, ‘Let’s get mythical’ en ‘De vijf gezichten van angst‘. In de rubriek Shoot! geeft Tom antwoord op al je levensvragen.


Gewoon niet doen. Stoppen. Dat is alles. De rest komt wel vanzelf.

Dat is het eenvoudige antwoord. Mogelijk is dat niet echt overtuigend. Daarom hebben we ook een moeilijker antwoord. Dingen die er moeilijk uitzien willen al wel eens overtuigender zijn. De mens is immers een wezen met een voorliefde voor drama. Zeker als het over zijn verslavingen gaat.

Het moeilijke maar belangrijke stappenplan
Dus iets moeilijker: Wow! Ja, dat is lastig! Zo’n verschrikkelijke verslaving is vast heel vervelend. Ik heb een goede oefening voor je. Hij werkt. Maar je moet ‘m wel doen. Niet één keer, maar vaak. Heel vaak. Je probleem is immers zo groot dat je je er echt aan moet wijden. De volgorde van de stappen is van levensbelang. Dat mag je niet vergeten.

  1. De volgende keer dat je de impuls voelt om onnodig je mail, gsm, iPhone, Facebook, Twitter, Whatsapp te checken, stop eventjes elke beweging en sluit je ogen.
  2. Maak een mentaal beeld van jezelf. Visualiseer jezelf, zoals je weet dat je eruit ziet. Voel ook zelf in je lichaam wat je visualiseert (bv: als je je een beeld van je schouders of benen vormt, voel dan ook hoe je schouders en benen aanvoelen).
  3. Laat je zelfbeeld stilaan veranderen in dat van een wezen met een dikke hongerbuik en een heel erg klein mondje waar je nauwelijks voedsel door kunt steken. Het wezen loopt in een grauwe omgeving met alleen maar brakke rivieren. Het heeft zo’n verschrikkelijke honger, zo’n dorst! Het wordt er helemaal gek van. Uit razernij graait het de hele tijd met zijn klauwen voor zich uit. Maar hij grijpt alleen maar in de lucht. Niets lest de dorst. Niets stilt de honger. En hij blijft in de lucht graaien.
  4. Stel je voor dat het wezentje het graaien opgeeft. Omdat het zijn eigen gedoe zat is. De handen kalmeren en het wezen blijft staan. Voel die rust ook in je eigen lichaam. Het wezen merkt dat door stil te zitten het de tijd kan nemen om zijn nood te voelen. Het kan de nood gewoonweg voelen zoals hij is. Zoals hij aanwezig is in de dikke buik. Zonder hem weg te willen. Zonder hem op te hoeven lossen. De grauwe wereld om hem heen krijgt stilaan kleur. Er is meer in zijn omgeving dan hij tot nog toe voor mogelijk had gehouden.
  5. Voel nu zelf de nood die in jou leeft. De kans dat je nu nog altijd echt een ‘nood’ voelt om je mail of facebook erbij te nemen is wellicht kleiner. Wat is de nood? Kun je dat voelen? Mag die nood er zijn? Zonder dat hij meteen gebotvierd hoeft te worden? Bv: voel je eenzaamheid? Ok, wees dan eenzaam. Of voel je verveling, die je weg van je werk voert? Goed. Wat verveelt je precies? Of misschien ben je te opgefokt aan het werken om te durven rusten. Of bang om eventjes niet hectisch aan het werk te lijken. Maakt niet uit.
  6. Open je ogen. En onderzoek hoe groot de nood nog is. Moet hij echt NU geledigd worden? Of is hij te dragen? Denk eventjes na wat je kunt doen om er iets aan te doen. Misschien niet nu, maar later.
  7. Ga weer voort met je activiteiten zonder langs Facebook te passeren. Hoe voelt dat?

Omarm je innerlijke zombie
Het wezentje dat in deze oefening besproken wordt, is de klassiek boeddhistische versie van wat wij ‘zombies’ noemen. In het Sanskriet heet het ‘preta’. In het Japans ‘gaki’. In het Japans betekent dat ook ‘klein kind’. In modern psychologische termen staat het voor eender welke unfinished business die in ons systeem vast zit, een soort van sluimerende frustratie die zich niet zo gemakkelijk openlijk laat zien. We herkennen hem aan de gewoonte om ons te hechten aan idiote dingen. Zoals twintig keer per dag je mail checken. Dan is de gaki in je lijf actief.

Typisch voor de gaki is dat hij steeds naar iets grijpt dat de nood zeker niet zal ledigen. Dus wat jou ook naar je mail drijft, het zal zeker niet door een mail opgelost worden. Maar er IS wel een nood. De gaki heeft wel degelijk een hongerbuik. Alleen is hij zo gefixeerd (de kleine mond) op wat hij denkt dat hij wil, dat hij nooit iets opgelost krijgt (de graaiende handen). Niets in zijn omgeving lijkt soelaas te kunnen bieden. Het belangrijkste tegengif van de gaki is daarom: stoppen. Hier en nu. De focus verleggen van het object van verlangen naar je eigen lichaam zelf. Misschien merk je zo wat je echte nood is. Misschien. En misschien kun je er dan iets aan doen. Misschien. Maar wellicht ligt de grootste verdienste van deze oefening in iets wat een ex-tabakverslaafde me onlangs nog zei: “Vroeger was ik eigenlijk bang voor mijn verslaving. Ik wilde ophouden en dat zette zo’n stress op me dat ik een sigaret nodig had om te kunnen stoppen met roken. En plots, op een dag, zat ik op een stoel en ik bedacht: hey, ik heb zin in een sigaret, en met die zin is niets mis! Ik hoef die zin helemaal niet weg te nemen.” Sindsdien heeft ze geen sigaret meer aangeraakt.

Dus toch: gewoon niet doen. Stoppen. En dan zien wat er gebeurt. Het zal lang niet zo gruwelijk onmogelijk zijn als je gaki je nu doet geloven. Want daar is het wezentje in gespecialiseerd: angst zaaien door zichzelf heel dramatisch voor te stellen. Zo. Lees je vraag nu nog eens opnieuw, herformuleer ze zonder drama en kijk eens wat je eraan wilt doen.

Titelbeeld: Yabby


Deze Shoot staat in het teken van de ‘Gaki’, een van de zes psychologische toestanden, ook wel ‘de zes domeinen of rijken‘ genoemd.