Doneer
Zelfcompassie voor artsen

Hart voor de dokter: zelfcompassie voor artsen

Veel artsen kampen met hoge werkdruk en stress en het aantal zorgverleners met burn-out neemt toe. In het boek Hart voor de dokter beschrijven Marga Gooren en Mila de Koning hoe zelfcompassie drukke dokters kan helpen. “Dokter zijn is potentieel een ongezond beroep.”

Je bent betrokken bij je werk en zorgt graag voor anderen. Je hebt jarenlang hard gestudeerd en dingen opzijgezet om anderen beter te kunnen maken. Je bent gedisciplineerd, competitief, autonoom, ambitieus, (zelf)kritisch en niet snel geneigd om je zwakheden aan de buitenwereld te tonen. Jouw ultieme motto is dan ook: ‘niet zeuren maar doorgaan’. Uitval door ziekte is voor jou geen optie, want dan belast je je collega’s. Herkenbaar? Dan is er een grote kans dat je arts van beroep bent.

Toenemend aantal burn-outs onder artsen

zelfcompassie voor artsenBovenstaande opsomming is een kleine greep uit een rijtje ‘typische dokterseigenschappen’, afkomstig uit Hart voor de dokter. Het is een boek speciaal geschreven voor artsen, waarin zij leren om met meer zelfcompassie hun beroep uit te oefenen. Cijfers over het toenemend aantal burn-outs onder artsen laten zien dat een boek als Hart voor de dokter geen overbodige luxe is. In een recent onderzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging onder 1603 huisartsen bleek dat voor 62% van de deelnemers de werkdruk te hoog en is de grens qua werklast is bereikt. 39% heeft wel eens een burn-out(-gevoel) gehad. Een kwart van de huisartsen zit echt ‘aan zijn taks’ en vormt een risicogroep.

‘Dokter zijn is dus potentieel een ongezond beroep’, is een van de conclusies in het hoofdstuk ‘Waarom dokters worstelen’. Daarin wordt uitgelegd hoe het komt dat steeds meer artsen kampen met burn-out. De auteurs putten daarbij uit een flinke dosis ervaring. Marga Gooren werkte tien jaar als huisarts, voordat ze in 2010 startte met haar eigen coachpraktijk voor artsen, op het gebied van werkplezier, veerkracht en zelfzorg. Mila de Koning was jarenlang werkzaam in de GGZ, toen ze in 2009 mindfulness- en compassietrainingen ging verzorgen voor artsen en andere zorgprofessionals.

Op overtuigende wijze leggen de twee auteurs – die sinds 2014 samen mindful- en zelfcompassietrainingen geven – de oorzaken bloot. Te beginnen bij de externe factoren, zoals de steeds complexer wordende gezondheidszorg en de stressvolle aard van hun beroep. Om vervolgens via de steeds mondiger wordende patiënt uit te komen bij de kern het probleem: de arts zelf.

Typische dokterseigenschappen doen bij laatstgenoemde oorzaak hun intrede. De auteurs schetsen het beeld van mensen die enorm bevlogen zijn in hun werk. Die hoge eisen stellen, aan zichzelf én aan hun collega’s. En bij wie de angst voor falen en de schaamte en schuld wanneer dat toch gebeurt groot is. Die kwetsbaarheid merken zij zelden op bij zichzelf, laat staan dat ze die durven te tonen aan de buitenwereld.

Van dokters wordt verwacht dat zij zich wel staande houden

Tweet

Artsen vinden het welzijn van anderen heel belangrijk, maar zorgen niet goed voor zichzelf én elkaar. Hoe verklaar je deze paradox?

“Dat zit’m in de eerste plaats door het menstype dat zich voelt aangetrokken door het vak”, legt Marga Gooren uit. “De meeste artsen hebben een altruïstische persoonlijkheid, met een sterk ontwikkelde interne criticus: ze willen het goed doen. Een patroon dat wordt versterkt tijdens de opleiding. Daar leren ze tussen de regels door: de patiënt komt eerst, de dokter mag geen zwakte tonen. Het ‘hidden curriculum’, wordt het ook wel genoemd. Het staat nergens zo geschreven, maar het uit zich bijvoorbeeld in de gefronste wenkbrauwen van collega’s, wanneer je je als arts ziek meldt.”

“Van dokters wordt verwacht dat zij zich wel staande houden”, beaamt Mila de Koning. “Gisteren, tijdens een zelfcompassietraining, vertelde een deelnemer over een etentje dat hij had met vrienden, waaronder een paar artsen die in het ziekenhuis werken. Het gesprek ging over zorgverleners die met heftige incidenten te maken krijgen. In die situaties is er vaak wel aandacht voor de betrokken verpleegkundigen. Maar de dokter? Nou, die krijgt een kop koffie. De arts staat dus ergens aan het einde van de lijn; men gaat er vanuit dat die het wel redt.”

“En dat straalt hij ook uit”, vult Marga aan. “Ik kan het wel, ik ben sterk, ik houd het wel vol.”

Toegenomen druk in de gezondheidszorg

Artsen lijken een van nature aanwezige neiging te hebben om vooral uit te reiken naar anderen en daarbij zichzelf te vergeten. Maar externe factoren spelen ook een grote rol in het aantal burn-outs. De toegenomen werkdruk in de gezondheidszorg is daar een voorbeeld van. Marga: “In de laatste tien tot vijftien jaar zie je een bizarre toename aan kwaliteitseisen, met als gevolg veel meer administratieve rompslomp. Handelingen moeten geregistreerd worden, onzinnige lijstjes moeten afgevinkt en oneindig veel formulieren ingevuld om behandelingen vergoed te krijgen. Sommige mensen noemen het wel ‘het wantrouwen naar de zorgverlener’. Het is bedoeld om grip te houden op de kwaliteit, maar zorgverleners zijn soms wel 40 procent van hun tijd kwijt aan dit soort dingen.

Gaat die extreme controle op de kwaliteit van de zorg juist ten koste gaat van die kwaliteit?

Marga: “Dat durf ik zonder twijfel te beweren. Mila: “Ja, en al die regels rondom kwaliteit van zorg, maar ook rondom het functioneren van de dokter. Artsen (in opleiding) hebben te maken met een soort 360 graden feedback: ze worden beoordeeld door assistenten, door collega’s of door de opleider. Iedereen moet maar feedback geven. Dat is op zich niet verkeerd, maar door de regelzucht komt het niet meer uit het hart. Het is niet meer: ‘kom we gaan even bij elkaar zitten en kijken hoe het met je gaat, maar ‘ik moet wel zorgen dat ik die goede beoordeling krijg, anders word ik erop afgerekend’.”

Ook is volgens de auteurs de complexiteit van de zorg enorm toegenomen. Marga: “Denk aan het aantal behandelingen waar je als arts uit kunt kiezen, de afwegingen die je daarbij moet maken, aspecten die je mee laat wegen in je beoordeling: er is meer om uit te kiezen. Daar komt bij dat patiënten tegenwoordig veel mondiger zijn. Waar je vroeger twee dingen kon doen waaruit de dokter dan, bestaan er nu wel tien opties, waarbij de dokter en de patiënt samen tot een beslissing moeten komen.”

De mondigheid van de patiënt uit zich ook in de toegenomen rol van online beoordelingen van artsen. Mila: “Als die beoordeling negatief is, raakt dat je als arts recht in je hart. De dokter wordt vaak geacht mensen blij te maken, maar naar de dokter gaan is niet hetzelfde als een vakantie boeken bij een reisbureau, waar je betaalt voor uitzicht op zee en dat ook hoort te krijgen. Er zijn soms patiënten die boos worden als de arts ze niet kan geven wat ze willen en dat reageren ze dan via de online platforms af. De arts weet hoe het echt zit, maar kan zich niet verdedigen en het staat voor eeuwig op het internet. De druk die dit veroorzaakt is enorm.”

Zelfcompassie voor artsen
Mila de Koning en Marga Gooren. Foto: Lisenka l’Ami fotografie.

Wat vinden artsen zelf van deze stevige typering van de beroepsgroep?

Marga: “Een van de meelezers zei: ‘Als je dit leest wil je toch nooit geneeskunde gaan studeren?’ Ze had echt even zelfcompassie nodig, om het tot zich te nemen, maar ze kon het niet ontkennen. Op Twitter zei iemand: ‘Jeetje, ik moet het echt even wegleggen om het te verteren. Petje af, want scherp neergezet hoe het in elkaar zit’. Het is onaangenaam, maar dit is wel de realiteit voor veel artsen.

Wat kan zelfcompassie betekenen in dit samenspel van die bronnen van druk?

‘Zelfcompassie is een vriendelijke en begripvolle houding naar jezelf ten aanzien
van persoonlijke tekortkomingen, fouten, mislukkingen en andere pijnlijke gebeurtenissen’. Zo luidt de definitie De grondlegger van zeflcompassie, Kristin Neff, onderscheidt drie elementen in zelfcompassie:
1. Vriendelijkheid naar jezelf. Je behandelt jezelf in moeilijke situaties met
zachtheid, warmte en begrip in plaats van hardheid en zelfkritiek.
2. Gedeelde menselijkheid. Je ziet je fouten en pijnlijke ervaringen als een normaal
onderdeel van het menselijk bestaan in plaats van je geïsoleerd of afgescheiden
te voelen. Je bent niet de enige die dit overkomt.
3. Mindfulness. Je beziet je imperfecte zelf en je moeilijke ervaringen op een
accepterende en gebalanceerde manier in plaats van je er helemaal mee te
identificeren. Je wordt er niet door meegesleept.
volgens Kristin Neff, een van de grondleggers van de zelfcompassiebeweging.

Mila: “Zoals wij beschrijven in het boek is burn-out meer een organisatieprobleem dan een individueel probleem. Zelfcompassie helpt artsen echter om zich staande te houden en zo goed mogelijk voor zichzelf te zorgen gegeven de ingewikkelde externe omstandigheden. En de ‘bijwerking’ van werken met zelfcompassie is dat de cirkel van invloed van artsen weer toeneemt en ze meer impact kunnen hebben op de externe factoren en op het organisatorische niveau.

Wat zien jullie tijdens een zelfcompassietraining gebeuren bij deelnemers?

“Mensen komen met heel wisselende redenen naar onze training toe”, vertelt Mila. “De een komt met vriendinnen mee met de gedachte ‘baadt het niet dan schaadt het niet’. Anderen komen omdat ze echt beter voor zichzelf willen zorgen. Ook komen er artsen die zich wel staande denken te houden maar er tijdens de training achter komen onder hoeveel druk ze eigenlijk staan. De stress-stand is voor hen het nieuwe normaal geworden.

Hoe uiteenlopend ook: tijdens de training maken ze met elkaar een connectie wat hen verbindt. En het mooie is: iedereen wordt vervolgens geraakt. Want allemaal zitten ze in een drukke en veeleisende baan waarin altijd tijd te kort is om te voldoen aan hun eigen hoge eisen. Allemaal hebben ze wel eens een fout gemaakt en daarover de schuld en schaamte gevoeld. Allemaal hebben ze te maken gehad met irritatie naar patiënten en allemaal hebben ze gehuild om de heftige dingen waarmee ze in hun werk te maken hebben. Dingen die tijdens hun werk onzichtbaar blijven, maar hier naar de oppervlakte komen. Zelfcompassie biedt handvatten dit onder ogen te zien, voor jezelf te leren zorgen en te helen.”

Titelbeeld: Lisenka l’Ami fotografie.


Meer informatie

Hart voor de dokter – Marga Gooren & Mila de Koning. Warden press, 2020
Lees ook: Zen in het ziekenhuis. Interview met mindful arts Ronald M. Epstein