Doneer
tai_chi_chuan

Het verschijnen van de Meester

De krijgskunsten en het boeddhisme. Zitten en vechten. Twee fenomenen die in bepaalde opzichten ver uit elkaar lijken te liggen.  Jeroen van Swaaij doet mee met een flow-training en gaat op zoek naar het verborgen paadje tussen de twee uitersten.

Het beeld van een vreedzame monnik botst met dat van een hedendaags kickboksgala. De moderne soldaat wordt naar mijn weten niet geschoold in meditatieve technieken, en omgekeerd stel ik me voor dat de gemiddelde spiritueel geïnteresseerde westerling een vredelievend mens is, die zich ’s avonds laat ongemakkelijk voelt in donkere steegjes. Ondanks deze contrasten bestaat er sinds mensenheugenis een hecht verband tussen spiritualiteit en krijgerschap. Tijdens de workshop De meester verschijnt, ving ik met een groepje Amsterdammers een glimp op van deze oude en hechte relatie

Potpourri

De Meester Verschijnt: een intrigerende naam voor een trainingsmiddag waar ik mezelf onlangs onverwachts aantref. Maar ik besluit erop te vertrouwen dat het vanzelf wel duidelijk zal worden. Omringd door vlotte dertigers op een hippe locatie geniet ik vooraf van goede koffie, terwijl ik kennis maak met trainers Lo en Mo, een vriendelijk Nederlands stel. Zij gaan ons voor richting theaterzaal, voor de gelegenheid omgetoverd tot Dojo, de Japanse term voor oefenzaal. Hier worden tientallen yogamatjes in slagorde uitgerold, als voorbereiding op wat later een ware ‘potpourri’ van oosterse krijgs -en bewegingskunsten blijkt te zijn.

Initiatiefnemer Lo Tor noemt het ook wel een ‘flow-training’, deze combinatie tussen lichaamsgerichte oefening, waaronder Taiji Chuan, Wushu, Aikido, Qigong & Baji Chuan en mentale training. Volgens Lo gaan fysieke fitheid en controle over het lichaam samen met het denken, of juist: het niet-denken: “Het is hard werken voor lichaam en geest. Maar het levert veel op. De deelnemers worden fitter, scherper, energieker en sterker.” Zo valt te lezen in de folder van De Meester verschijnt.

Meditatie-appje

Na een kort inleidend verhaal beginnen we met een half uur zazen zitmeditatie. Hoewel, helemaal zazen is het niet, gezien de meditatie-app die ons tijdens het stilzitten bijstaat. Elke vijf minuten produceert deze app een gong-geluidje, waarna we permissie hebben om even anders te gaan zitten. Maar het werkt, want de meditatie zorgt voor een bijna tastbare sfeer van rust, waar ik haast vanzelf in meega, ondanks mijn voornemen om me objectief en met enige ‘journalistieke afstand’ op te stellen.

Vanuit die kalme gemoedstoestand van zazen doorlopen we stapsgewijs verschillende oefeningen uit verschillende krijgskunsten. Zo ervaren we vanuit basale t’ai chi bewegingen hoe ademhaling en houding invloed hebben op bewust bewegen en verstillen. Voor veel mensen een nogal exotische bezigheid, maar het biedt een leuk eerste inkijkje in deze uit China afkomtige traditie, die naast een vorm van zelfverdediging ook bijdraagt aan de gezondheid. Tijdens de pauze, anderhalf uur later, had ik verrassend genoeg niet eens de behoefte om te roken. Een primeurtje!

De Weg

Na de afsluitende zitmeditatie legt Lo nog eens uit dat wat hem betreft de hele wereld een dojo zou moeten zijn: een oefenplaats waar de heilzame effecten van de oosterse krijgskunsten worden bevorderd en bestendigd. Omdat ik dat toch wel enigszins vaag vind vraag ik Lo na afloop om een beetje toelichting. “Ergens langs de weg van de krijger kan voor ieder mens een Meester verschijnen, legt Lo uit. Zo’n Meester kan in zijn optiek een vraagstuk zijn, een obstakel, een leermoment, of een plotseling inzicht.

Lo geeft toe dat de naam van de workshop enigszins uit de lucht gegrepen is. Zijn voornaamste doel is om zoveel mogelijk mensen te bereiken, door ze een laagdrempelige inkijk te geven in ‘de Weg’ die hij zelf bewandelde. “Mijn vader en grootvader hebben mij vertrouwd gemaakt met de krijgskunsten. Ook heb ik jaren door Azië gereisd en me daar met name verdiept in de Chinese krijgskunsten.” Deze onderwijst Lo nu zelf in zijn school in Hellevoetsluis. Zijn vrouw Simone (Mo voor intimi) is onderlegd in yoga en door hem opgeleid op martiaal gebied. Samen organiseren ze naast deze workshops weekretraites in Frankrijk, waar wordt gezocht naar verdieping en zelfinzicht, oftewel: naar Meesters. 

Meester en knecht

Zelf vraag ik me na afloop wel af hoeveel van de deelnemers na deze workshop nog iets zullen doen met het geleerde. Ik bewandel het pad van het karate al wat langer en intensiever en weet uit ervaring dat het tijd en regelmatige oefening kost om de heilzame effecten van dit soort disciplines te ervaren. Aan de andere kant zie ik ook dat de training hoe dan ook ‘iets’ doet, getuige de tranen die ik zag bij sommige deelnemers. Mezelf heb ik ook al betrapt op het doen van een klein stukje ‘Lo en Mo’ in het park, naast mijn eigen karate beoefening.

En ben ik in de tussentijd al een Meester tegenkomen? En wat versta ik daar eigenlijk zelf onder? De Japanse term ‘samoerai’ betekent uiteindelijk ‘dienaar’ en het Engelse ‘knight’ deelt zijn wortels met ‘knecht’. In zijn recente roerende toespraak tijdens de dodenherdenking sprak Generaal B.D. van Uhm over dienen, waarmee hij teruggreep op een oude krijgsfilosofie. Zelfs voor de grootste pacifist is het bestaan een strijd. Moeten wij onszelf in dit bestaan ‘de baas worden’, of is het misschien zinniger om te werken aan het ‘verschijnen van een Meester’? Wellicht schuilt er tussen de polen van passief pacifisme en hyperactief kickboksgala een vergeten paadje, overwoekerd door het onkruid van deze gemakszuchtige tijd. Zou op dat paadje gaandeweg onze wereld een dojo kunnen worden? Ach, ik schuifel bewust en zwijgzaam verder op mijn eigen pad. Wie of wat er dan op mijn Weg verschijnt, dat merk ik vanzelf.

Meer weten of zelf doen? Op de website Parc du Silence vind je meer informatie.