Voor mijn laatste Bodhitv-artikel van dit jaar vroeg de eindredacteur me om me te buigen over de vraag of ik nu eigenlijk boeddhist ben of niet. Dat voor de allerlaatste uitzending van de BOS ever, Lang Leve het Boeddhisme. Een pittige filosofische uitsmijter. Wanneer mensen me vragen naar mijn boeddhist-zijn is dit meestal mijn weinig verheffende antwoord: “Ik weet niet, ik houd niet zo van labeltjes.”
Ik vond het altijd maar een vermoeiende vraag. Laat me met rust, je begrijpt er toch niets van! Maar de laatste tijd zie ik dat anders. Het is niet de vraag die vermoeiend is, maar mijn antwoord. Iemand is oprecht geïnteresseerd in wie ik ben, en ik antwoord als een pessimistische quasi-intellectueel? Leuk man, boeddhisten.
Hoewel ik inderdaad niet zo van labeltjes houd, ben ik niet blij met mijn antwoord. Ik heb het te vaak gezegd. Het is een riedeltje geworden. Tijd om de vraag opnieuw te beantwoorden. Ben ik een boeddhist?
Doe ik veel boeddhistische dingen? MEGAVEEL. Ik mediteer dagelijks. Het liefst een uur in de ochtend, en een uur in de avond. Ik ga minimaal een keer per jaar op retraite om nóg meer te mediteren. Ik heb een abonnement op Tricycle en op mijn telefoon staan de Buddhistgeeks-app en de Insight Timer. Ik ben betrokken bij de oprichting van een meditatieavond in Amsterdam, en schrijf zelfs over het boeddhisme! Als je naar de feiten kijkt ben ik HARDCORE!
Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.
Bovendien vind ik het best fijn om boeddhist te zijn. Want boeddhisten proberen positief te zijn, vergevingsgezind, vrijgevig, vredig, actief, vriendelijk, oprecht, wijs. Dat zijn allemaal eigenschappen die mijn kwaliteit van leven enorm verbeteren. Waarom lukt het me dan toch niet om mezelf boeddhist te noemen?
Volgens mij komt dit doordat er wel degelijk een verschil is tussen een boeddhist zijn en jezelf een boeddhist noemen. Onderstaand filmpje, The laughing Bodhisattva, laat zien wat ik bedoel.
Als je altijd expliciet vermeldt dat je boeddhist bent, kan het boeddhisme zijn kracht verliezen, en zijn charme
TweetWat heeft dit filmpje met het verschil tussen boeddhist zijn en jezelf boeddhist noemen te maken? Twee dingen vallen op. Het eerste is dat het natuurlijk een echte boeddhistenactie is om mensen op deze manier blij te maken. Maar dat zegt de man er niet bij! Als hij, voordat hij aan zijn lachsalvo begon, eerst zou vertellen over de Boeddha en zijn onmetelijke liefdevolle vriendelijkheid, dan zou iedereen denken dat hij een soort boeddhistische Jehova is. De wagon zou snel leeglopen. Als je altijd maar expliciet vermeldt dat je boeddhist bent, kan het hele boeddhisme zijn kracht verliezen, en zijn charme. In het theater vertellen de hoofdpersonen toch ook niet de hele tijd tussen de bedrijven door welke opleiding ze gedaan hebben?
Het tweede dat opvalt, is dat de man niets met het boeddhisme te maken hoeft te hebben om dit te doen. Mensen blij maken is niet exclusief voor boeddhisten. Niets is exclusief voor boeddhisten. Liefde niet, vriendelijkheid niet, en Verlichting niet. Dat zijn dingen die iedereen kan ontwikkelen. Maar wanneer ik tegen mensen zeg dat ik boeddhist ben, dan zeg ik er eigenlijk ook meteen bij: “ik doe wat ik doe omdat ik boeddhist ben.” Dat is niet waar. Ik doe wat ik doe omdat ik in deze krankzinnige wereld iets moois van mijn bestaan probeer te maken. Ik mag dan in een intieme flirt verwikkeld zijn met het boeddhisme, ik leer net zo veel van de mensen om mij heen, en veel daarvan houden zich ver van het boeddhisme.
Waarom is het eigenlijk nodig om jezelf een identiteit aan te meten bij dingen die je doet? Je kunt toch gewoon dingen zijn en dingen doen zonder daarbij expliciet jezelf te hoeven duiden? Er zijn dingen die je doet omdat ze intuïtief goed voelen: je bent je niet meteen bewust van de oorzaak, toch weet je dat je het wilt doen. De verklaring, als ze al komt, komt later wel (en is vaak ook maar een verhaaltje achteraf). Mediteren en het hele boeddhistgebeuren was voor mij zoiets: ik ben het gaan doen omdat het zich aandiende, ik ging ermee door omdat het goed voelde en pas later kon ik erbij bedenken waarom ik het ben gaan doen.
Mijn favoriete filosoof Ludwig Wittgenstein (geen boeddhist, wel awesome!) schreef eens: “waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen”. Misschien ben ik wel uitgepraat over het boeddhisme. Ben ik boeddhist? Deze keer houd ik mijn mond. De volgende keer dat je me tegenkomt mag je het weer aan me vragen. Ik beloof dat ik antwoord zal geven.
Bekijk de laatste uitzending van de BOS, Lang leve het Boeddhisme, over 15 jaar Boeddhistische Omroep.