Doneer
header-3

Dag Boek

Als alles verandert, wat blijft dan hetzelfde? Geertje Couwenbergh had de kans deze vraag van Sogyal Rinpoche te onderzoeken toen ze, vijftien jaar nadat ze het schreef, haar eigen dagboek weer onder ogen kreeg.

Zestien jaar geleden begon ik een dagboek over mijn leven als vijftienjarige. In de nacht van het millennium gaf ik het aan mijn beste vriend Chris, met de opdracht het aan me terug te geven als ik dertig was. Op het begeleidende kaartje tekende ik 2000 en 2013 in bliksemwolkjes naast elkaar, wat voelde als pure science fiction. Er zat geen diepe reden achter het verzoek het terug te krijgen op mijn dertigste; het was simpelweg de oudste leeftijd waarop ik mezelf kon voorstellen. 

Inmiddels heb ik die onvoorstelbare leeftijd bereikt en heb ik het dagboek teruggekregen van Chris, die gelukkig nog steeds een van mijn beste vrienden is. Mocht je nu het idee  hebben dat dit dagboek een existentieel, hartverscheurend document is dan kan ik je gelijk uit die illusie trekken. Met een mengeling van verbazing en geruststelling lees ik mijn jaar als vijftien, zestienjarige terug. Verbazing over de grootte van mijn wereld (size peanut) en geruststelling omdat ik toch een iets normalere tiener was dan ik dacht. In daden, in ieder geval. Het innerlijk leven bleef namelijk helaas keurig buiten beschouwing; iets wat ik aankondig op de eerste pagina –dat dan weer wel.

Worst day EVER
Het resultaat is een logboek-achtige opsomming van wat ik dagelijks deed, wat grofweg uit vier dingen bestond: school –en meer specifiek, het actief haten daarvan (als ik nog veel langer op school blijf word ik GEK!), shoppen –en het opnoemen van wat ik had gekocht of gekregen, uitgaan –wat ik opvallend veel en jong deed dankzij een oudere zus en een jong volwassen verschijning en tenslotte, opmaken –want ik wilde visagist worden. Hoogtepunten uit dat jaar was de opening van de eerste H&M in Utrecht, mijn eerste vliegreis en mijn zestiende verjaardag, waarop ik een spraakmakend feestje gaf ‘van negen tot negen’

Ik was dus niet echt bepaald een Anaïs Nin van de Lage Landen, noch een Etty van Hillesum, de Joodse dagboek schrijfster in de Tweede Wereldoorlog, die ik toevallig tegelijkertijd las. Niet goed voor mijn zelfvertrouwen, wel goed voor mijn relativeringsvermogen. Maar okay, ik heb het toch maar gedaan en daar ben ik blij en dankbaar voor. Anders had ik niet meer geweten wat op vijftienjarige leeftijd ‘the worst day EVER’ was -iets van regen op de heenweg, regen op de terugweg, ongesteld zijn en een nagel breken. (Okay, dat is misschien wat overdreven, maar het komt dichtbij.)

Wat blijft
Melancholisch ingesteld als ik ben, blijf ik steeds een beetje beduusd achter na het lezen van mijn dagboek. Mijn leven nu, waarin ik gezapig en gelukkig samenwoon, denk aan boodschappen doen, facturen maken en mijn ouder wordende ouders, lijkt weinig op dat van veertien jaar geleden. Letterlijk evenveel leven als dat ik toen had is daar nog eens overheen gegaan. Veertien jaren lang ervaringen rijker en illusies armer. Hoe mijn veertienjarige zelf (het publiek in de Axl – mijn favo disco destijds – was dertig en desperate) en mijn huidige, dertigjarige zelf samenhangen is onduidelijk.

Het doet me denken aan de vraag van Sogyal Rinpoche, die dharmaleraar Tara Brach vaak stelt in haar podcasts: als alles verandert, wat blijft dan hetzelfde? Als ik mezelf deze vraag stel in het geval van mijn dagboek dan is het enige onveranderlijke het feit dat ik schreef –toen en nu. En dat schrijven een vorm van bewustzijn is. En ik geloof dat dit het juiste boeddhistische antwoord is op de vraag van Sogyal Rinpoche: het enige wat blijft is bewustzijn. Gewaarzijn. Ik denk dat ik het altijd een beetje voor lief heb genomen, ja, bewustzijn, onveranderlijk, check

Het kaartje met mijn verzoek aan Chris


Pannenkoek
Misschien omdat het zo onpersoonlijk en een tikkeltje on-glamourous is. Het is veel sappiger om te zeggen bijvoorbeeld dat liefde de enige constante is. Of niets. Niets is nog beter dan bewustzijn, wat mij betreft, omdat bewustzijn zo’n… pannenkoek zonder iets is. Want wat koop je ervoor, zeg maar? Wat doe je concreet anders wanneer je beseft dat het enige dat onveranderlijk is, bewustzijn is? De tuin omspitten of koekjes bakken, dat soort dingen begrijp ik en vind ik relevant. Bewustzijn is veel ongrijpbaarder; als je denkt haar vast te hebben ontglipt ze je weer. Je begint een dagboek en je stopt er weer tien jaar mee. Dag Boek. Als alles verandert, wat blijft dan hetzelfde? De vraag blijft als een koan in mijn hoofd gonzen.

Ontvangen
Ik was onlangs op retreat met auteur en dharma leraar Susan Piver, die zei dat de dingen waar we het meeste naar verlangen dingen zijn die we ontvangen. Zoals liefde, creativiteit en verbinding. Je kunt ze niet afdwingen, je kunt ze niet laten gebeuren of laten verdwijnen. Ze zijn er en dan zijn ze er niet. Het enige wat je kunt doen is jezelf openen om ze te ontvangen. Als ik haar moet geloven –wat ik doe- dan is dat dus het enige werk als beoefenaar. Als ik er zo over nadenk dan is bewustzijn misschien ook een van die dingen die je alleen maar kunt ontvangen. Misschien denk ik wel dat ik mediteer of schrijf om ‘bewuster te worden’ maar is het enige wat ik doe mezelf openen om, als ze langswaaien, die heisse scheisse van liefde en bewustzijn en creativiteit te ontvangen. Daar doe ik het voor. 

Vandaag was een leuke dag, omdat alle zultkoppen (ik voerde een soort permanente oorlog met een stel jochies) uit mijn klas op zo’n dood spoor zitten dat ze zo gemakkelijk af te maken zijn -wat ik ook hartstochtelijk doe. Zij gaan namelijk gewoon niet over, en ik wel. Het zijn wat dat betreft heerlijke tijden. Niets menselijks was mij vreemd, nog zoiets wat onveranderd is. Mijn dagboek eindigt op de dag dat een verre vriend, Floris, plotseling overlijdt. De laatste twee zinnen, onder elkaar geschreven, zijn Vandaag nix gedaan. Mijn schrift is vol. Bewustzijn komt, bewustzijn gaat. Misschien is dat wel het enige wat onveranderlijk is.