Doneer
copyright-ardan-timmer-IMG_7348-02

Hebben boeddhisten humor?

"Het leven is lijden", aldus de Boeddha**. Voor zwartkijkers kan het boeddhisme soms best zwaarmoedig lijken. Valt er op het boeddhistische pad ook nog iets te lachen? René zocht naar de humor in het boeddhisme.

Thich Nhat Hanh: de leukste thuis

Er staat een filmpje van Thich Nhat Hanh op het internet waarin hij, voor het oog van een ademloos publiek, heel rustig een lotusblaadje oprolt tot een balletje:

De zaal is vol verwachting – wat voor wijsheid gaat deze grote monnik nu weer met ons delen? ‘mindfully’, zegt hij, om te benadrukken dat hij héél erg serieus aan het oefenen is. Vervolgens blaast hij het blaadje als een kauwgombal op en tikt het kapot op zijn voorhoofd. De zaal giert het uit – de normaal zo serieuze monnik doet iets heel grappigs. Je kan de zucht van verlichting in de zaal haast voelen.

Het boeddhisme lijkt soms een serieuze aangelegenheid. De kern van het boeddhisme draait om het erkennen en bewust worden van aardse misère (dhukka), en wie voor het eerst met die misère in aanraking komt ziet misschien wel in dat er weinig te lachen valt. “Hoe kan je nu lachen als je weet van ouderdom, ziekte en de dood?”, staat er in de Buddhacarita. De Buddhacarita is de oudst bekende biografie van de Boeddha, en beschrijft het leven van de Boeddha tot aan de Verlichting in dichtvorm.

Struikelmeditatie
Iemand die het antwoord zou moeten weten is Ardan Timmer, zenleraar, kunstenaar en cartoonist. In die laatste rol maakt hij vaak cartoons over meditatie en boeddhisme. Hij plaatst regelmatig cartoons op zijn blog, en illustreerde ook het ontnuchterende boekje ‘Wat mindfulness niet is’ van zenboeddhist en psycholoog Edel Maex. “Sommige mensen gaan heel serieus om met de beoefening. Die vinden het dan belangrijk dat het heel zwaar wordt. Maar soms struikel je gewoon als je heel meditatief naar het altaar probeert te lopen. En dat is heel leuk, als je er tenminste zelf ook om kan lachen.”

Boeddhistenbakken

Humor relativeert. Daarin is hij niet alleen. We zagen al dat Thich Nhat Hanh van een grap houdt, maar ook andere bekende leraren houden zich niet in. Wie wel eens een media-optreden van de dalai lama heeft gezien weet dat er altijd een kans op dolle pret is als de schijnwerpers op Zijne Heiligheid gericht zijn. En S.N. Goenka’s videotalks die tijdens zijn tiendaagse retraites worden afgespeeld zitten bomvol grappige anekdotes, over beginnende mediteerders die niet stil kunnen zitten en verhalen over zieke mensen die hun medicijnenrecepten aanbidden in de hoop op genezing. Ook bezit Goenka de nodige zelfspot en maakt hij grappen over zijn goed doorvoede buik en zijn verleden als hebberige zakenman.

Ook Ardan vertelt regelmatig een goede bak, tijdens zijn zenlessen. “Tijdens mijn lessen wordt er twee keer 25 minuten gezeten, en tussendoor hou ik een praatje. En in dat praatje zit altijd wel een grap – dan vertel ik bijvoorbeeld een anekdote over iemand die net begint met meditatie en dan meteen een meditatiekussen, wierookje, boeddhabeeld, de hele rataplan, aanschaft. Het is een anekdote waarin mensen zich kunnen herkennen. Maar er zit ook een boodschap in.”

Lachen om ons lagere zelf
Want, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft humor altijd een functie. Die anekdotes van Ardan (of van Goenka) helpen ons aan de ene kant om te leren van de missers van anderen: wie eerst een meditatiekussen aanschaft, wierookjes koopt en boeddhabeeldjes neerzet, die vergeet misschien waar de beoefening echt om draait, namelijk de meditatie. Aan de andere kant leert zo’n anekdote om niet te hard te oordelen over onszelf – we zien dat iedereen dezelfde domme dingen doet.

Deze vorm van humor valt in de filosofie binnen de ‘superioriteitstheorie’ van humor. We lachen maar al te graag om stommiteiten van anderen, en van vroegere, minder goede versies van onszelf. Al het leedvermaak valt hier ook onder – denk bijvoorbeeld aan faalfilmpjes van skaters die met hun zaakje op een trapleuning terechtkomen of een hond die over een bruidsjurk plast.

Een andere vorm van humor is de humor op basis van incongruentie – we lachen erom als er met onze verwachtingen van de werkelijkheid wordt gespeeld. Thich Nhat Hanh die een balletje op zijn voorhoofd kapotslaat – dat is grappig omdat hij normaal heel serieus is. Tegelijkertijd maakt de grap een beladen situatie een stukje luchtiger. Ontlading is een derde functie van humor.

 

Humor en Juist Spreken
De Amerikaanse Theravada-monnik Thanissaro Bhikkhu relateert humor aan ‘Right Speech’, oftewel Juist Spreken, nummertje 3 van het Edel Achtvoudig Pad. In negatieve zin betekent dit dat je niet liegt, dat je met je woorden geen verdeeldheid zaait, andere mensen kwetst of gewoon erop los babbelt. In positieve zin betekent juist spreken dat je woorden betrouwbaar zijn, harmonie scheppen, geruststellen, en de moeite waard zijn. Wanneer je dit beoefent, worden je woorden ‘een kado voor anderen’.

De beste grappenmakers zijn degenen die ons gewoon de dingen precies zo laten zien als ze zijn

Tweet

Volgens de monnik Thanissaro is veel conventionele -Amerikaanse- humor nogal problematisch. “We krijgen de lachers op onze hand met overdrijving, sarcasme, stereotypes en onnozelheid —allemaal voorbeelden van ‘Verkeerd Spreken’. Wanneer mensen gewend raken aan dit soort onverschillige vormen van humor, stoppen ze met naar ons te luisteren.” We maken onszelf onbetrouwbaar, en worden vervolgens niet meer serieus genomen, stelt Thanissaro. “De wereld is al ironisch genoeg zoals ze is.Het is helemaal niet nodig om te overdrijven of sarcastisch te zijn. De beste grappenmakers zijn degenen die ons gewoon de dingen precies zo laten zien als ze zijn.

Trumpgrappen: geen zuivere koffie?
Ik bespreek dit citaat met Ardan aan de hand van een van zijn cartoons over de ontmoeting tussen VS-president Trump en president Kim Jong Un van Noord-Korea. Ardan: “Ze noemen het een top, maar ik beeld ze af als twee jongetjes die met speelgoed hebben lopen gooien.”

Is zo’n cartoon juist spreken, of juist niet? De intentie waarmee je een grap maakt is volgens Ardan relevant. “Ik vraag mezelf af: ‘waarom wil ik dit zeggen?’ Zo kom ik achter mijn beweegredenen. Ik heb een hekel aan Trump en daarom maak ik deze grap. Want er zit hatelijkheid achter – ik zou willen dat iedereen hem belachelijk vindt.”

Waarom Ardan een hekel heeft aan Trump? “Nou, hij heeft een verschrikkelijk kapsel. Maar ook vanwege zijn racistische ideeën. En omdat hij heel vaak dingen heeft gezegd die niet kloppen, dat begon al toen hij overdreef hoeveel mensen er op zijn inauguratie waren. Daarom heb ik er plezier in om hem op die manier af te beelden. Dat zijn geen zuivere beweegredenen.”

Ik ben ook Trump
Trump is, voor mij en Ardan, iemand van een ander kamp. Moeten we als boeddhisten niet tot in het extreme proberen om de ander te begrijpen, in plaats van hem belachelijk te maken? Ardan: “Thich Nath Hanh probeert de mensen die hem kwaad hebben gedaan altijd te zien als een deel van hemzelf. Je bent dader en slachtoffer tegelijkertijd. Als je zoveel geweld en tegenwerking hebt ervaren als hij dan vraag ik me af hoe dat mogelijk is? Maar Thich Nath Hanh denkt niet ‘Trump is daar en ik ben hier’. Hij denkt ‘Ik ben ook Trump’. Dat is lastig, maar het is wel waar.

En zolang we dat niet inzien blijven we hangen in dualiteit. Je houdt de oorlog in stand tussen jezelf en anderen. En als je cartoons maakt die dat voeden, dan is dat eigenlijk niet heilzaam. Nu ik er verder over nadenk zou ik dit soort cartoons misschien niet moeten doen.”

Heilzame humor
Onwetendheid speelt vaak een belangrijke rol bij verkeerd gebruik van humor – je denkt dat iets leuk en grappig is, maar eigenlijk kwets je jezelf en anderen ermee. Ardan: “Het is sowieso zaak voor boeddhisten om eerst inzicht te krijgen in je eigen intenties en drijfveren. Want als je dat niet doet dan krijg je een soort valse heiligheid: iemand die heel fanatiek mediteert maar eigenlijk geen flauw benul heeft van zijn eigen drijfveren.

En wanneer is humor dan de goede humor? Ardan: “humor is heilzaam wanneer je gewoon laat zien wat er gebeurt, niet op een manier waarop het kwetsend is, maar gewoon zoals de dingen gaan. Een voorbeeld van mij daarin is Peter van Straaten. Hij schetst situaties, zonder dat je mensen erin herkent. En dat probeer ik ook, in de context van het boeddhisme.”

Thanissaro Bhikkhu zegt dat humor deel uit moet maken van je beoefening, en dat je humor op een “waarachtige, nuttige en wijze manier” moet gebruiken. Typisch boeddhistisch, om iets grappigs als humor toch weer onderdeel te maken van de serieuze beoefening. Maar het is ook typisch boeddhistisch om dit los te laten. Ardan: “Streven naar Verlichting is een serieuze zaak voor mensen. Voor mij ook. Maar af en toe moet je het relativeren”

Vanaf 2013  tekent Ardan Timmer cartoons voor het Boeddhistisch Dagblad. Elke zondag verschijnt er een cartoon van zijn hand. Soms met een artikel er bij. Alle artikelen van Ardan Timmer in het Boeddhistisch Dagblad vind je hier.

 


** “Het leven is lijden”, aldus de Boeddha. Of toch niet?

Volgens Han de Wit – en met hem een aantal anderen – maakten wij als redactie met dit zinnetje een veelvoorkomende fout. Wij wilden je zijn uitleg niet onthouden:

“Het leven is lijden”, aldus de Boeddha” is onjuist. Een wijdverbreid misverstand, dat z’n oorsprong mogelijk heeft in een Calvinistische interpretatie van de Boeddha’s onderricht: Het leven is een tranendal.
De Boeddha zegt daarentegen: Er is lijden, naast allerlei aangename zaken. Dat lijden is het gevolg van het feit dat mensen gefixeerd raken op wat in het leven aangenaam is, waarbij zij het onaangename niet onder ogen willen zien of komen en er geen vrede mee kunnen sluiten. En dat brengt lijden teweeg.”