Doneer
liefde-in-het-boeddhisme

Zen weekkalender: Vrijdag, dag van liefde en meditatie

De Boeddha was meer geïnteresseerd in bevrijding dan in vrijen. Wat kan Freya, de godin van seksuele wellust, dan nog betekenen voor een boeddhist? Om dat uit te zoeken neemt Tom een diepe duik in zijn eigen vrijdag-zenpraktijk.

Als begeleider van online meditaties is Tom Hannes altijd op zoek naar inspiratie. Zo kwam hij uit bij de goden waar we de naam van onze weekdagen aan danken. Wat kunnen we leren van de maangodin, Tyr, Wodan, Donar, Freya, Saturnus en de zonnegod?

Deel 5: Vrijdag: liefde in tijden van meditatie
Illustratie: Marijn van der Waa


Vrijdag is de dag van Freya. Of van Frigg. Dat weten we niet zo goed. In beide gevallen gaat het over een godin van de liefde. We hebben ons woord ‘vrijen’ aan hen te danken. Freya is de godin van de seksuele wellust. Frigg is ook een godin van liefde en vruchtbaarheid, maar in een meer moederlijke versie. Ze hebben beiden een mantel met arendsvleugels en beiden zijn ze de dochter van de aarde. Dat maakt dat het niet zo makkelijk om uit te maken hoe het precies zit met die twee.

Vormen ze nu samen één godin, of zijn ze twee aparte figuren? Niemand die het echt weet. Het lijkt een onwrikbare zaak in alle culturen te zijn: zodra we over de liefde spreken, is meteen onduidelijk wat precies bedoeld wordt. Ook voor boeddhisten.

Wat kan vrijdag-zen dan zijn?

Geen simpele vraag. Want laten we wel wezen: als het over vrijen gaat, moeten we vooral niet te rade gaan bij de Boeddha. Hij deed er gewoonweg niet aan. Hij stelde regels op voor monniken en nonnen: geen seks of je vliegt uit de orde! En hij gaf raad aan leken: geen ongepaste seks of seks die anderen doet lijden, of je krijgt akelig karma over je heen gedonderd! Dat is het zo ongeveer. In zijn eigen aristocratische jonge jaren had hij volop geproefd van de liederlijke geneugten van het bestaan, maar dat leek hem zo weinig te vervullen dat hij nog voor zijn dertigste een celibataire bedelmonnik werd. De Boeddha was simpelweg meer geïnteresseerd in bevrijding dan in vrijen.

Dat laatste lijkt een flauw woordgrapje. Maar de etymologische link tussen de twee woorden is sterker dan je zou denken. Het woord ‘vrij’, in de zin van ongebonden, is direct afgeleid van fri, een heel oud woord voor ‘geliefde’. Nu zegt de etymologie van woorden lang niet alles over hun betekenis, maar het idee dat vrijheid voortkomt uit liefhebben lijkt me wel mooi om ons te inspireren tot een vrijdagse zenvraag:

Wat is, ondanks de hele onthechting die zo aan het boeddhisme kleeft, de link tussen de boeddhistische bevrijding en liefhebben?

Welke bevrijding is het kind van de liefde? Welk liefhebben is de directe bron van een bevrijd levensgevoel? Dat zijn vragen om lang en zorgvuldig te bestuderen. Met huid en haar. Met hart en ziel. Wellustig zowaar. De plaats van onderzoek is daarbij niet zozeer tussen de lakens, maar op mijn zitkussen. Of in koanversie: wat zit Frigg/Freya vrijdag op mijn kussen te doen?liefde in het boeddhisme

Ik mediteer nu een kleine dertig jaar. Eerst, zoals zovelen, experimenterend op eigen houtje. Toen dat te beperkt bleek, dook ik in de klassieke vipassana-retraites. Nog wat later verhuisde ik naar de zentraditie. Tot op vandaag beoefen ik de twee versies dagelijks. Het zijn beide aandachtsmeditaties: zitten als een rustige, ontvankelijke ruimte, kort kijkend naar wat opduikt en verdwijnt. Hoe intenser je je aan die eenvoudige praktijk wijdt, des te indrukwekkender het resultaat.

Maar sinds enige tijd doe ik op vrijdag dus wat anders.

Iets waarvan ik in mijn vroege vipassanajaren had geproefd, maar in de klassieke zengemeenschappen uit het oog was verloren: metta-bhavana. Het is een boeddhistische meditatievorm waarin je actief welwillendheid (metta) opwekt, je er zodanig mee laat vullen, dat het uit je poriën lijkt te stralen, in alle richtingen. Het gaat er niet zozeer om je dat in te beelden, maar om echt te ervaren dat je hele ervaringsruimte welwillend wordt.

Metta is een zaak van de dingen in deze wereld liefdevol benaderen, bekijken en behandelen

Tweet

Lange tijd stond ik sceptisch tegenover metta-bhavana. Het leek me zelfhypnose, in het beste geval. Maar toen ik leerde dat de Boeddha het niet alleen als oefeningetje zag, maar als echte bevrijdingspraktijk, wilde ik het op zijn minst een degelijke kans geven. Ook hier bleek dat hoe intenser en eenvoudiger ik me aan de richtlijnen gaf, des te indrukwekkender het effect was.  Stellen dat liefde tot bevrijding leidt klinkt snel melig en klef. Maar als praktijk kan het je bestaan – en je boeddhistische ideaal – op schokkende wijze binnenstebuiten trekken. Ik sta er elke vrijdag weer van te kijken hoe krachtig, hoe fel, hoe wellustig die praktijk is.

We stellen meditatie vaak gelijk met ‘keuzeloze gewaarzijn’.

Maar meta-bhavana toont ons iets even belangrijks: we kiezen wel degelijk hoe we ons verhouden met wat ons hier en nu overkomt. Aangezien we aan die keuze toch niet kunnen ontsnappen, kiest iemand die geïnteresseerd is in een bevrijde levenswandel maar beter voor een liefdevolle verhouding. In intense meta-bhavana lijk je inderdaad Freya’s mantel met arendsvleugels te hebben aangetrokken. Deze ‘wellustige’ metta, is vrij in de zin dat ze op niets bijzonders gericht is, dat ze je niet opjut om zo snel mogelijk een bevrediging te scoren. De welwillendheid straalt net naar alle kanten en je voelt je bestaan aan als een weidse, liefdevolle ervaring.

Het hoeft daarbij niet te gaan over een mystieke liefde die je tot in de hemel verheft, of die alles één maakt. Het is eerder zo dat er geen één alles meer is. ‘Bestaan’ wordt een wolk van relaties zijn. Net zoals Freya een kind van de aarde is, is metta een zaak van de dingen in deze wereld liefdevol te benaderen, bekijken en behandelen. Het is de bevrijdende doorbraak van een besef dat onze aard bestaat uit onze relatie met de wereld in en om ons heen. Die wereld,die aarde, heeft dringend veel meer van onze liefde nodig om een plaats van bevrijding te kunnen zijn. Dat onderzoek is mijn zen van vrijdag.

Het cliché zegt dat liefde een werkwoord is. Misschien noemen we het nog beter een praktijk. De praktijk van een bevrijd leven. Op onze zitkussen. In de rest van de dag. In alle bezigheden. Dus ook, waarom niet, terwijl we vrijen met onze geliefde.