Doneer
boeddha-badkamer_header

Tom Hannes’ nieuwe boek: over zen en kunst (en poep en pies)

"De Boeddha van de badkamer" is het nieuwe boek van de Vlaamse zenboeddhist Tom Hannes. Hij koppelt daarin het boeddhisme aan de kunst: Bodhidharma versus Marcel Duchamp.

Tom Hannes ontdekte een fascinerende parallel tussen twee van zijn grootste inspiratiebronnen. De 20e-eeuwse kunstenaar Duchamp nam de waarde van de kunst in de zeik, de 6e-eeuwse zenboeddhist Bodhidharma zette de spiritualiteit van het boeddhisme te kakken. Hannes schreef er een knappe spiegelvertelling over.

Merkwaardige overeenkomsten
Beide figuren hadden te kampen met tegenwerkingen op hun pad. Bodhidharma was een (fictieve) Indiase leraar in China. Op audiëntie bij keizer Wu gaf hij vreemde adviezen: je krijgt geen verdiensten voor je inspanningen, er is geen heilige waarheid. Keizer Wu vond het helemaal niks, maar eeuwen later is Bodhidharma’s zen-school wijdverspreid. Net zoals de moderne kunst van Duchamp, die tegenwoordig in hoog aanzien staat, ondanks dat bij de lancering van zijn urinoir niemand vond dat je dat kunst kon noemen.

Hannes slaagt erin om het Achtvoudig Pad aan de overtuigingen van Duchamp te koppelen. Duchamp was een echte anti-absolutist, hij vond dat er geen één waarheid is. Wat is een urinoir? Een urinoir op z’n kant is géén urinoir. Voilà stap 1 van het Pad: de juiste visie of anatman, er is geen kern, geen zelf.

Stap 2 is dat je door die leer niet nihilistisch wordt; de intentie is een radicaal welwillende levenshouding, een dienstbaarheid aan de geest. Plus een gevoel voor ethiek, van verantwoordelijkheid (stap 3-5). Ook Duchamp vond dat de kunstenaar een morele verantwoordelijkheid te vervullen heeft.

Tot slot stappen 6 tot 8: meditatie. Duchamp had het over “alleen nota nemen”, de Boeddha over “alleen maar zitten”. Beide zijn niet gemakkelijk, ze vergen inspanning, focus.

De vergelijking tussen de kunst van Duchamp en het boeddhisme is interessant. Beide kennen geen essentie toe aan een kunstwerk/de realiteit. Je moet elk ding, elke gebeurtenis, elke handeling an sich beschouwen. Duchamp en de Boeddha pleiten beiden voor een verregaande niet-contemplatie. Je ziet alleen wat je ziet. Beiden zijn ook anti-esthetisch en anti-hedonistisch: je moet niet wegkijken van het leven, niet iets leukers zoeken.

Extra leuk is dat het urinoir en de iconografische Bodhidharma erg op elkaar lijken. Duchamps kunstwerk
wordt dan ook wel “De Boeddha van de badkamer” genoemd.

Leeservaring
Door de indeling in kolommen leest het boek een beetje kortademig, met al die korte zinnetjes, en de manier waarop je moet lezen, is even zoeken. Maar al gauw ontstaat er een soort intuïtieve lezing, waarbij je zin voor zin heen en weer leest, en soms zo bevangen raakt door het verhaal dat je pas bij een hoofdstukeinde terugbladert. Wel had ik na afloop de behoefte om elk essay ook nog apart te lezen, het was toch wat vluchtig.

Het boek wil gaan over de vraag hoe we een zinnig leven kunnen leiden terwijl we bij gebrek aan religie best wel op de hoogte zijn van de zinloosheid ervan. Oftewel: “Hoe worden we blije koorddansers op het touw van onze levensloop, gespannen boven de afgrond van de leegte?” Het antwoord op die vraag kan een verlichtingspraktijk als het boeddhisme zijn, mits niet teruggebracht tot de een of andere simpele essentie, tot een instrument voor een fijn gevoel, of tot een mystiek redmiddel. Een praktijk om de geest te dienen, waar inzet voor wordt getoond, één die naar een radicaal ander, beter leven streeft en naar een betere samenleving, net zoals goede kunst dat kan doen.

Een mooi, bevlogen pleidooi, doorspekt met talloze poep en pies-anekdotes: geen slechte prestatie!