Doneer
valkuilen boeddhisme

De tien lijstjes: Tien boeien van het boeddhisme

Tien boeien als laatste boeddhistische lijstje: kan het nog ongezelliger? In het slot van deze serie vertelt Tom Hannes dat het heel erg meevalt met die boeien. “In de praktijk hebben deze hindernissen een vrolijke zelf-relativerende werking.”

Het boeddhisme wemelt van de lijstjes. De vier edele waarheden, de drie vergiften, het achtvoudig pad en de vijf leefregels. Wat heb jij aan die lijstjes? Voor deze serie selecteerde Tom Hannes zijn eigen top tien en geeft je tekst en uitleg. Lees ook de rest van de serie.

Deel 10: De tien boeien
Titelbeeld illustratie: Marijn van der Waa


Het sluitstuk van mijn favoriete boeddhistische lijstjes gaat over de ’tien boeien’. Ik zal ze hier bespreken als valkuilen van de boeddhistische beoefenaar. Zo inspireren ze me het meest: als tien hindernissen die dreigen toe te nemen net omdat ik zo vaak mediteer en probeer meer ‘zen’ te zijn.

Klassieke teksten verdelen de tien boeien in vijf ‘lage’ en vijf ‘hoge’ boeien. De lage zijn nog makkelijk herkenbaar als hindernis. De ‘vijf hoge’ boeien zijn pas de echte sneaky bastards: ze blijven langer aan ons hangen dan we ons bewust zijn. Tien boeien als slotnoot van een reeks van boeddhistische lijstjes klinkt misschien wat zwaar op de hand. Maar als we ze echt voor ogen houden, hebben ze in de praktijk een vrolijke zelf-relativerende werking. En dat is nooit weg voor wie zen wil zijn.tien hindernissen boeddhisme

1. Zinnelijk genot

We beginnen met een van de grootste party-poopers van de Boeddha: zinnelijk genot als boei benoemen is weinig wervend in onze cultuur, die maximaal genot ziet als teken dat je pas écht leeft. We zagen deze boei al bij de vier edele waarheden, de zes werelden en de negendelige EHBO-set. In meditatie is zinnelijk genot ook een boei zodra je denkt dat het fijn hoort te zijn, of dat diepe meditatie een orgastisch spektakel is. Kan gebeuren. Lucky you. Maar zodra je daar de grote verlichting in denkt te zien, heeft de pret je geketend. Het is gewoon pret. Meer niet.

2. Kwaadwilligheid

Kwaadwilligheid zagen we al in de zes werelden en de EHBO-kit als één van de wortels van leed. En ook in meditatie maakt het brokken. Niet per se als we merken dat er woede aanwezig is. Die kan er gewoonweg zijn. Maar als we denken dat meditatie een gevecht is tegen al onze slechte eigenschappen en gebreken, ketent de woede ons. Een van de beste meditatierichtlijnen die ik ooit kreeg was: ‘Staak de strijd.’ Daar begint de kunst.

3. Rituelen

Als je de boeddhisten bezig ziet, zou je het misschien niet zeggen, maar de Boeddha zag rituelen vooral als een hindernis. Regelmaat en een herkenbare vormelijkheid kunnen helpen om ons open te stellen voor een meditatieve praktijk. Maar sneller dan we denken hopen we heimelijk toch dat de ‘juiste’ manier van op een gong slaan ons zal bevrijden. Voor het omgekeerde moet je even goed waken: wie denkt vrijer te zijn door geen rituelen te doen, wordt precies door die ontkenning geketend door rituelen.

4. Twijfel

Kritische zin is van fundamenteel belang voor een gezond boeddhisme. Tegelijkertijd moet je je op een gegeven moment durven overgeven, ook als je niet echt zeker bent of alles wel klopt. Honderd procent zekerheid komen we nooit tegen. We moeten het doen met die mix: blijven kijken wat gebeurt en toch de moed opbrengen om de volgende stap in het ongewisse te zetten. Blijven twijfelen doet je praktijk wegzinken als in een moeras.

5. Zelf

Een instinker van formaat in onze individualistische cultuur: het gaat niet echt over ons zelf. Ja, we mediteren zelf en we gaan aan de slag met onze eigen patronen, en toch gaat het niet over het vinden van het ware zelf. Ik heb ooit een leraar het boeddhisme horen samenvatten als ‘ons narcisme doen oplossen’. Ophouden ons fragiele ego als navel van de wereld te zien. Een heerlijke bevrijding is dat, ook als je dat maar af en toe eventjes voelt. Tegelijkertijd komen daar meteen een hele reeks instinkers bij kijken: de volgende vijf ‘hoge’ boeien.wat zijn vakuilen van het boeddhisme

6. Verlangen naar een vormelijk bestaan

Zelfs als we ons narcisme erkend hebben als boei, blijven er vaak hardnekkige zelf-restanten in onze praktijk steken. Zoals de hoop dat onze vooruitgang fysiek te zien zal zijn: dat we zullen stralen van gezondheid, of meer charisma zullen krijgen, zelfs meer succes in de carrière. Het zijn allemaal dingen die ik iedereen toewens, maar als we daarop mikken, worden ze allemaal boeien van een subtieler narcisme.

7. Verlangen naar een spiritueel bestaan

Het begint stilaan te lijken alsof er van de Boeddha echt niets mag, want ook hopen op tekenen van spirituele vooruitgang ziet hij als een boei. Niet dat vooruitgang niet bestaat, maar zelfs daar gaat het niet om. Want ook die hoop is alweer een sluwe poging van ons zelf om zichzelf als centrum van alles te zien: als ik maar een mystieke ervaring scoor is alles goed. (Zie ook het eerste lijstje.)

8. Verwaandheid

In het licht van de ene na de andere grote boeddhistische leraar die verwikkeld blijkt te zijn in schandalen is verwaandheid een bijzonder belangrijk punt. Misschien is het nog eenvoudig om aan de beoefening te beginnen met de ‘geest van de beginneling’. Maar het is lang niet zo eenvoudig om die geest te bewaren. Er sluipt heimelijk en stilaan een geest van ‘ja ik weet het wel’. En die geest verkilt stilaan in de geest van ‘mij kan niet zo veel meer overkomen, want ik ben nu eenmaal een groot beoefenaar.’ Moeten we dan de hele tijd onszelf op het hoofd slaan? Neen, hoor. We moeten de geest van de beginneling bewaren. Ook na een jaar. Ook na tien jaar. Ook na zestig jaar. En de allergrootste verwaandheid is denken dat ik aan de verwaandheid ontsnap.tien boeien boeddhisme

9 Rusteloosheid

Je zou denken dat rusteloosheid een van de lage boeien is, omdat rust doorgaans een van de eerste effecten van meditatie is. Maar ik vermoed dat het hier gaat over de hardnekkige smeulende sporen van rusteloosheid die we zelf vaak niet zien. Bijvoorbeeld omdat we gehecht zijn aan rust, en rusteloos worden bij het kleinste beetje onrust. In plaats van rust te faken kijken we daarom beter rustig naar onze onrust. Daarmee zijn we bij de laatste boei beland.

10 Onwetendheid

Welk beter slot voor een hindernissenlijstje – én van een columnreeks over een top tien van lijstjes – dan ‘onwetenheid’? In klassieke zin betekent het de boeddhistische leer niet begrijpen. En ja, ik moet toegeven dat de oude Boeddha me na meer dan dertig jaar studie me blijft verbazen. Ik voel me onwetender dan twintig jaar geleden. Onwetendheid is denken dat je weet. Omdat je bang bent om te zeggen ‘ik weet het niet’. Ik weet niet of de Boeddha het met me eens zou zijn, maar voor mij is onwetendheid niet alleen een boei maar ook een kunst. Niet om erin te berusten, maar om te blijven kijken, blijven leren. Geen enkel lijstje is immers ooit echt afgewerkt.