Ik heb veel bewondering voor wat er in de wetenschap zoal ontdekt wordt. We kunnen zoveel: we weten hoe oud de wereld is, we kunnen heel ver kijken, we kunnen de allerkleinste deeltjes heel groot maken. We kunnen rijden, vliegen, raketten naar de ruimte sturen, en oneindig communiceren op afstand.
Maar met al onze wetenschappelijke ‘vooruitgang’ is pas in de jaren ‘80 ‘ontdekt’ dat pasgeboren baby’s pijn kunnen voelen. Tot die tijd werden baby’s in ziekenhuizen altijd onverdoofd geopereerd. Met allerlei verschrikkelijke trauma’s tot gevolg.
Als jonge vader heb ik moeite om dit te begrijpen, al typend met mijn zes weken oude zuigeling slapend op mijn borst. Als ik een verkeerde beweging maak en haar voetje komt klem te zitten, nou, dan hoor ik het meteen hoor. Daar hoef ik geen uitgebreide dubbelblinde experimenten voor te doen. Hoe komt het dan dat de hele wetenschappelijke wereld decennialang de indruk kan hebben dat baby’s geen pijn voelen?
Hoe komt het dan dat de hele wetenschappelijke wereld decennialang de indruk kan hebben dat baby’s geen pijn voelen?
TweetNog een belangrijke verklaring is dat het voor veel mensen best moeilijk is om de pijn van andere mensen te herkennen of te begrijpen. Zeker wanneer iemand ‘anders’ is dan jij. Zwarte kinderen kregen in de VS minder snel pijnstillers dan witte kinderen, wanneer ze aangaven extreme pijn te ervaren. En vrouwen worden regelmatig niet serieus genomen bij een mannelijke dokter. Misschien speelt genderongelijkheid ook een rol: van oudsher is er minder wetenschappelijke interesse geweest in baby’s, omdat de meeste wetenschappers (en artsen) mannen waren, die doorgaans niet zelf voor baby’s zorgden.
Verklaringen genoeg dus, en toch. Is een samenleving niet diep gezonken als we de pijn van onze baby’s niet meer kunnen of willen zien? Al onze nanodeeltjes en ruimtevaart hebben blijkbaar een prijs: we hebben oogkleppen opgezet om de pijn die we aanrichten niet te zien. Maar kan je nog spreken van vooruitgang wanneer je meer pijn aanricht dan eerst?
Ons gebrek aan empathie is niet alleen te zien in onze omgang met baby’s, maar ook met andere levende wezens. Ik groeide op in een regio met veel veehouders. Daar geloofde iedereen dat dieren geen pijn kunnen voelen. Dat idee kwam best goed uit: als dieren toch niet voelen, kan je ze met een zuiver geweten in krappe stallen proppen, hun hoorns afbranden en de kalfjes bij de moeders weghalen. Nog steeds worden ieder jaar zonder schuldgevoel miljarden dieren gemarteld en vermoord.
De huidige ecologische verwoesting hangt samen met gebrek aan inlevingsvermogen in anderen dan onszelf.
TweetZolang we niet empathischer worden, zal de verwoesting ook niet stoppen. We zullen stikstofdoelen nastreven zonder het dierenleed te stoppen. We zullen miljarden blijven steken in kankerbestrijding zonder de diepere oorzaak – een ongezonde wereld – aan te pakken. En we zullen in al ons onbegrip oorlogen blijven voeren, zonder de enorme ellende te zien die we daarmee aanrichten. Ondanks al onze goede intenties zal de verwoesting doorgaan.
Wat is er nodig voor meer empathie? Mijn dochter is dicht bij me, maar soms ga ik zo op in mijn werk dat ik haar signalen negeer. Ze krijgt honger en wordt onrustig, maar om ervan af te zijn druk ik een speentje in haar mond. Maar echt luisteren naar mijn kind doe ik niet. Voor empathie is tijd, moeite en aandacht nodig.
Gelukkig lijkt die er langzaam ook te komen. Er is sinds de jaren ’80 al veel veranderd: baby’s krijgen in de meeste landen morfine tijdens operaties, er is meer aandacht voor dieren en we raken ons steeds meer bewust van de vernietiging die onze consumptiecultuur aanricht. Tegelijkertijd is er een tegenbeweging gaande. Mensen worden radicaler, en hun standpunten extremer. Mensen graven zich steeds dieper in en willen niks meer te maken hebben met de gevoelens van anderen.
Hoe zit dat met boeddhisten? Het pad van de Boeddha is het pad van stoppen en voelen, van leren begrijpen: “Understanding is love’s other name”, zei Thich Nat Hanh vaak. Hoe mooi is dat: begrijpen is liefhebben. Maar durven we dit pad ook echt te bewandelen? Of gebruiken we boeddhisme soms ook als een ontsnapping, als een manier om de ondergang van de samenleving veilig en van een afstandje te bekijken?
Durven we dit pad van begrijpen en liefhebben ook echt te bewandelen? Of gebruiken we boeddhisme soms als een ontsnapping?
TweetMaar onder alle ruis klinkt ook de roep om verstilling. Iedereen wil begrepen, gezien en geliefd worden. Het boeddhisme leert het ons. Het begint met leren om echt te luisteren. Naar de mensen die anders zijn dan jij, naar geliefden en kinderen, en naar de natuur. Alleen dan kunnen we echt liefhebben, en een belangrijke bijdrage leveren aan het stoppen van de verwoesting. Durf jij de simpele menselijke wijsheid van de Boeddha te gaan leven?
Lees ook: Zen in het ziekenhuis – een interview met mindful arts Ronald Epstein
De omslagafbeelding is gemaakt door Upsilon Andromedae. De afbeelding van de kalfjes is gemaakt door Victor U.