Doneer
preach

Dharmazieltjes winnen

Floor voelt zich soms een boeddhistische missionaris. Maar zitten mensen daar wel op te wachten? En heeft het boeddhisme dat eigenlijk wel nodig?

Floor vraagt zich af: als ik praat, schrijf, video’s upload over boeddhistische onderwerpen, ben ik dan bezig met zieltjes winnen? Zelf kan ze er niet zo goed tegen als mensen haar iets proberen aan te smeren. Doet ze dat zelf ook, als een boeddhistische missionaris? 

Mijn vader besloot op zijn twaalfde dat hij missionaris wilde worden en ging naar het kleinseminarie. Uiteindelijk ging zijn carrière een andere kant op, deed hij niets meer met het katholieke geloof en verdiepte hij zich een blauwe maandag in oosterse filosofie. Omdat hij jong overleed kan ik hem er helaas niet meer naar vragen, maar de wetenschap dat hij de ambitie had missionaris te worden blijft me intrigeren. Vanwege de reislust en fascinatie voor religie die door mijn aderen vloeit, maar ook omdat missie bij mij negatieve associaties oproept: je religie aan een ander opleggen, omdat je vindt dat die de beste is.

To preach or not to preach?
Op het moment dat ik zeg: ‘ik ben boeddhist’, of ‘ik ben moslim’, of ‘ik ben humanist’, onderscheid ik me van de ander als die een andere levensbeschouwing aanhangt. Dat is lekker duidelijk, maar het is ook vaak aanleiding tot allerhande misverstanden. Als je boeddhist bent, ben je sowieso vegetariër (terwijl ik weleens vis eet), ben je helemaal zen (terwijl ik een behoorlijke stresskip kan zijn) en zit je alle vrije uurtjes in lotushouding te mediteren (minuutjes ja, uurtjes meestal niet). Dan schiet ik in een uitleg- en verdedigingsstand en hoor ik mezelf als een soort missionaris betogen waarom het boeddhisme helemaal geen normerende levensbeschouwing is en goed voor iedereen.  

Eerder had ik een keur aan afbeeldingen van boeddha’s, godheden en rituele objecten in mijn woonkamer. Bij etentjes en feestjes bleek dat vrienden en bekenden dat als ‘heel apart’ ervoeren. Het gesprek ging telkens weer over de betekenis van die voorwerpen en waarom ik die daar had neergezet of –gehangen. Op een gegeven moment had ik daar genoeg van en heb een deel verhuisd naar de studie- en meditatiekamer. De missionaris in mij bleek toch niet zo sterk aanwezig als gedacht.

De sociale media-ridder
Er bekruipt mij daarom weleens een unheimisch gevoel als ik filmpjes van mijn boeddhistische leraar deel op Facebook. Ben ik mijn enthousiasme aan het delen of probeer ik mensen iets op te dringen waar ze niet op zitten te wachten? Mijn ervaring is dat vrienden uitnodigen voor retraites, webcasts en lezingen sowieso weinig zin heeft als zij niet echt geïnteresseerd zijn, want dan komen ze gewoon niet. Zelf probeer ik weleens iets uit wat een vriend(in) me aanbeveelt, zoals een dansvorm of een boek, maar minder snel een kerkdienst of een therapie. Een dans kun je één keer vrijblijvend proberen en een boek kun je wegleggen, maar voor een levensbeschouwelijke bijeenkomst heb je een sterkere interne motivatie nodig.

Er worden genoeg foto’s, filmpjes en teksten gedeeld op social media die ik zelf oninteressant vind en waar ik aan voorbij scroll. Dat kun je een voordeel noemen van de berichten op sociale media: je kunt ze van je af laten glijden. Hoogstwaarschijnlijk doet het gros van mijn facebookvrienden dat ook bij mijn posts. We pikken de krenten uit de berichtenpap. En als het ons echt te gortig wordt blokkeren we de beste vriend.

Ik denk dat iedereen ‘missionaris’ is op zijn eigen gebied: de één is opbeurende-quotes-fanaat en de ander schattige-babydierenfoto’s-ambassadeur en weer een ander red-uitgemergelde-mensen-supporter. Maar religieuze onderwerpen vormen een gevoeliger terrein om enthousiast over te zijn.  

Geleidelijke doordringing van het boeddhisme in het westen
Zijn boeddhisten gelukkigere of betere mensen dan christenen, humanisten of anders georiënteerden? En als boeddhisten daarvan overtuigd zijn, hoever mogen zij gaan om anderen te overtuigen en te bewegen boeddhist te worden? Boeddhisten hebben de publieke opinie mee, vanwege de populariteit van meditatie en mindfulness en omdat het een non-theïstische religie is, oftewel zonder een God die schepper is. Als ik om me heen kijk denk ik niet dat boeddhisten gelukkigere of betere mensen zijn. Wel hebben meditatie, retraites en bepaalde teksten mij veel gebracht en soms wil ik dat de wereld in zenden, net als mijn liefde voor muziek en literatuur. Wie het boeit pikt het op en wie het oninteressant vindt laat het aan zich voorbij gaan.

Godsdienstwetenschapper W.H. van de Pol schreef al in 1966 dat het boeddhisme meer dan welke godsdienst ook ‘een reële formidabele concurrent’ van het christendom is geworden. Dat gebeurt volgens hem niet door vervanging, maar door geleidelijke doordringing van het ‘christelijke westen’ met een boeddhistische visie op het menselijk bestaan. Dit wijst erop dat boeddhistische zending op een wat verborgen manier gebeurt. Niet te paard en met zwaard je religie verspreiden, maar ongezien en van binnenuit?

Mindfulness als vriendelijk Paard van Troje
Mindfulness is groot geworden in therapieland, zonder dat het als boeddhistisch wordt bestempeld. Door mindfulness raken veel mensen geïnspireerd om meer over het boeddhisme te weten te komen en retraites te volgen, dit bleek uit mijn afstudeeronderzoek naar mindfulness in de (geestelijke) gezondheidszorg. Tegelijkertijd leent mindfulness zich ertoe om te vertalen naar je eigen levensovertuiging: met meer aandacht leven past in praktisch elke religie of levensvisie. In sommige christelijke kloosters wordt er aan zenmeditatie gedaan, zonder dat de monniken zich tot het boeddhisme bekeren.  

In zijn heldere betoog voor een seculiere ethiek, Beyond Religion, schrijft de Dalai Lama:

However, it is certainly not my intention in presenting this book to make more Buddhists! In fact, when I am asked to give Buddhist teachings in the West, I often share my personal view that it is not, by and large, a good idea for people to adopt religious practices which are not well grounded in their own culture and educational background. To do so can be difficult and lead to unnecessary confusion.

En misschien is dat een reden waarom het boeddhisme zo aanslaat in het westen: vanwege de relatieve afwezigheid van zending. Daar kunnen we als autonome individuen niet meer zo goed tegen.

Voor mij gaat het om de balans tussen jezelf uitdrukken, je unieke zelf zijn, en naar datgene zoeken dat we als mensen gemeen hebben. Wellicht was dat ook een reden voor mijn ietwat eigenzinnige vader om toch maar geen missionaris te worden.