Doneer
geertjejpg

Geertje noteert: Mindful reizen

Dat reizen dilemma’s met zich meebrengt is te zien in de docu Banana Pancakes and the Children of sticky Rice. Geertje had er een jaar of drie geleden, in 2012, ook al last van en schreef toentertijd deze column over ‘mindful reizen’. 

‘Stoort het je als ik even iets luister?’ vraagt mijn reisgenoot op één arm geleund liggend op een kingsize bed vanachter haar Macbook. ‘Natuurlijk niet,’ zeg ik ‘als je boven dát ding uitkomt’, knikkend naar de enorme luidruchtige ventilator die onze motelkamer in de Desert Inn moet warmhouden. We zitten 5000 voet hoog in de Mojave woestijn in de Verenigde Staten. Ik voel me opgewekt van het plotselinge hoogteverschil, tevreden en gelukkig. Ik boer de zojuist genuttigde maaltijd van Danny’s op –de diner die zeven dagen per week, vierentwintig uur per dag open is. Welcome to America.

?Pijn in mijn hart
Nog maar een dag eerder reden we langs imposante kustlijnen, steile bergtoppen, zagen we bomen die net als zoveel dingen hier de grootste ter wereld zijn en belandden vervolgens met nog wat zonnebrandcrème besmeurde vingertoppen middenin een sneeuwbui. We zagen eindeloze rijen inwisselbare fastfoodketens en natuurparken waar dieren afgeschoten moeten worden omdat ze het achtergelaten plastic van de mensen eten. Dit land lijkt alles wat authentiek, natuurlijk, onaangetast is, met een gelijk enthousiasme te vereren èn te verkrachten. Het kan hier allemaal. Ik kan kofferprecies dat allemaal niet bijbenen. Als ik reis moet ik per definitie een ontelbare hoeveelheid planten, mensen, stenen, dieren en plekken voor mijn gevoel teniet doen door er voorbij te sjezen of ze af te doen met een korte foto-stop. Dat doet me telkens een beetje pijn in mijn hart. Natuurlijk weet ik dat ik niet in een lotushouding hoef te zitten om volledig aanwezig te zijn in mijn leven en dat “wherever you go, there you are”. Maar stuur me op een tripje en ik val blijkbaar kansloos door de mand. Ik heb mijn handen vol om mijn verlangen om ergens te zijn te verenigen met het verlangen iets te zien. Misschien het dilemma van de mindful traveler –of gewoon mijn persoonlijke dilemma.

?Reizen is een kunst
Ik ben namelijk altijd al opvallend slecht geweest in wat anderen met het grootste gemak lijkt af te gaan. Dingen zoals onbezorgd vlees eten, lekker jezelf zijn, takjes van een basilicumplantje afknippen of het nieuws kijken. En reizen dus. Ik vind het benijdenswaardig hoe makkelijk anderen ‘lekker wat natuur kunnen opsnuiven’. Reizen is voor mij een constante afwisseling van vooruitdenken, schuldgevoel over mijn carbon footprint, verlammende verbazing, me afvragen of mijn yogamat wel tussen de twee bedden past, me afvragen of ik wel genoeg foto’s van de ander neem, me ergeren aan het afdoen van een plek door er een foto van te nemen, verlangen om op een plek te blijven en me schuldig te voelen als ik dat doe –want er ligt immers altijd iets mooiers, beters, onbekender in het verschiet. Hoe graag ik het ook doe en hoe dankbaar ik er ook voor ben dat ik het kan en màg doen; reizen vind ik een kunst. Een die ik nog niet onder de knie heb. Connie Palmen schreef ooit iets in de lijn van dat reizen vergelijkbaar is met een la opendoen en daarin ontdekken wat je altijd al had, maar wat je was vergeten. Ze is geloof ik ook niet zo’n reiziger.

?Krijtstreepjes
huisjeIk ben over het algemeen zo’n persoon die het liefste drie weken in een huisje gaat zitten (bij voorkeur waar ik al eerder ben geweest) en daar dan alles te kennen; precies waar de zon ’s ochtends het beste schijnt, waar je lekkere broodjes kan halen, hoe de buren heten, hoe de hond van de buren heet, wanneer de salamanders opduiken en wat voor planten alleen hier groeien. Ik hou van indalen, inzinken. Ik geniet van het terugkomen ergens, of het nu na een dag is of na vijf jaar. Het zetten van krijtstreepjes op een plek –zoals je vroeger krijtstreepjes zette op een muur om te zien hoeveel je gegroeid was- helpt me op de een of andere manier mijn wereld beter te begrijpen. Door jezelf in te checken in een onbevattelijke wereld, in mijn geval door de beoefening van meditatie en schrijven, wordt ze draaglijk onbevattelijk. Prettig onbevattelijk, zeg maar.
Maar laten dit nu precies die krijtstreeprituelen zijn die momenteel hevige concurrentie ondervinden van immense zoutvlaktes, plotseling overstekende tumbleweeds en de verbazing van de constant zichzelf bevestigende clichés die Amerika rijk is. Terwijl ik dit schrijf hebben we het desolate motel (wat precies was zoals je je nu inbeeldt) verlaten en rijden we door Death Valley en dat helpt natuurlijk ook niet. Op die honderden verschillende kleuren bruin, groen, grijs, rood, paars, zand, steen, vlaktes, rotsen valt al helemaal geen lullig krijtstreepje te zetten. Om maar niet te beginnen over waar we later deze dag zullen eindigen, Las Vegas. Daar durf ik nog niet eens over na te denken.

in de wind
We stappen uit voor een foto-stop in Death Valley. “Vanaf het klikken van de camera is de werkelijkheid een met licht bewaarde verleden tijd”, schrijft Connie Palmen. Terwijl de kleren aan mijn lichaam plakken (zoals in de film, ja) door de woestijnwind, gooi ik mijn krijtjes maar in de wind. Ik ruil ze in voor de botten van mijn directe ervaring, de botten van Death Valley zelf. Ik zoek ze zo goed en kwaad als ik kan bij elkaar, raap ze op en zing ze bij elkaar tot ze vlees en pezen groeien, in beweging komen, tot leven, als mijn leven. Vraag me niet hoe, maar voor een moment lukt het me, dat reizen.

Meer informatie op
www.PotentialBuddha.com
www.facebook.com/geertjec
www.twitter.com/#!/thekinkybuddhst

bovenste foto: Nicoline Krijger
www.inckwork.com