Doneer
Bay Hagebeek

Genderneutraal boeddhisme: interview met Bay Hagebeek

Gender en genderidentiteit houdt de gemoederen bezig, ook binnen het boeddhisme. Net als bij veel andere instituten is het boeddhisme een mannenbolwerk, waarin andere groepen vaak moeten strijden om een beetje erkenning. René sprak erover met Bay Hagebeek (45).

“Rechtbank: tijd voor erkenning derde gender”, kopte onlangs de website van de NOS. Het nieuws volgde na een oordeel van de rechtbank in Limburg, waarin zij stelde dat er een mogelijkheid zou moeten zijn om je als mens te laten registreren als een derde, neutrale gender.

Bay is coach en eigenaar van het bedrijf ZinVolledig, waarmee Bay mensen coacht op het gebied van verslaving, gender, levensvragen en identiteit. Daarnaast faciliteert Bay de meditatiegroep Dharma Punx NijmegenArnhem, een sangha gebaseerd op de traditie van de boeddhapunkers van Against the Stream (ATS) in de VS. Bay heette eerst Barbara, maar besloot eind 2017 van naam te veranderen.

Wanneer besloot je om je naam te veranderen?
In de facilitatoropleiding van ATS die ik in 2017 heb gevolgd, werd veel aandacht besteed aan diversiteit, tegenstellingen, inclusie De insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. en ook aan genderdiversiteit. Het begrip gender, als in genderidentiteit Genderidentiteit is de bij ieder mens diepgevoelde persoonlijke overtuiging te behoren tot een bepaald geslacht. Bij transgender personen komt de genderidentiteit niet overeen met het bij de geboorte vastgelegde geslacht. Je kunt dus als sekse vrouw zijn, maar de genderidentiteit man hebben. , raakte mij. Ik had hier eerder nooit zo bij stil gestaan. Ik kwam er op mijn zeventiende achter dat ik op vrouwen viel en ben als ‘lesbo’ uit de kast gekomen. Onbewust heb ik toen ook de identiteit van een lesbische vrouw aangenomen, op basis van het beeld dat ik daar van had.

Tijdens de training van ATS erkende ik voor mijzelf dat ik me eigenlijk helemaal geen vrouw voel/ ben en dat ook nooit zo sterk ervaren heb. “Maar wat ben ik dan wel?”, dacht ik. Ik voel me namelijk ook geen 100% man. Ik val er tussenin, ben nog zoekende hierin, en dat noem ik nu ‘non-binair’ Een alternatieve benaming van de genderidentiteit en/of -expressie van transgender personen die zich niet enkel mannelijk of vrouwelijk voelen en/of zich ook zo uiten. . Ik besef wel dat deze benaming valt onder ‘transgender’. Ik weet niet waar mijn proces mij heen leidt en dat is prima. Omgaan met verandering kenmerkt het leven en ook de boeddhistische beoefening.

Ik kwam er tijdens dit proces ook achter dat wanneer mensen me aanspraken met Barbara, ik dan voelde: “Hee maar dat ben ik helemaal niet, dit klopt niet meer”. Ik ben dus op zoek gegaan naar een naam die neutraal was maar die nog wel bij mijn voorletter paste. Ik werd al vaak B. genoemd, en zo kwam ik bij Bay uit, een neutrale naam.

Hoe werd er bij ATS aandacht besteed aan gender?
In de training was veel aandacht voor diversiteit. ATS heeft ook geprobeerd om de groep facilitators zo divers mogelijk samen te stellen. Dat is trouwens niet helemaal gelukt in mijn groep, die toch voor meer dan de helft van de zeventien deelnemers bestond uit witte cis-mannen’ Een cisgender is iemand die niet transgender is. Deze term heeft dus betrekking op iedereen bij wie het geslacht zoals dat bij de geboorte werd genoteerd, overeenkomt met de genderidentiteit. . De rest van de groep identificeerde zich als vrouw, queer of non-binair. Maar er werd door de hele training een behoorlijke nadruk gelegd op diversiteit.

Diversiteit en inclusie zijn belangrijke thema’s voor Joanna Harper, die nu de leading teacher van ATS is in Los Angeles. Het gaat in de Verenigde Staten heel veel over ‘zwart en wit’. Joanna is een, zoals ze het daar zeggen ‘person of color’ en vrouw. Toen ik daar startte, was ik wel benieuwd hoe het met al deze onderwerpen zou gaan verlopen. Het bleek heel verbindend te werken tussen de deelnemers en het zorgde voor veel ‘doorbraken’. Het heeft mij veel input gegeven voor mijn eigen ontwikkeling op het gebied van gender.

En hoe werd er in de facilitatorgroep met het thema gewerkt?
Als facilitator heb je te maken met de verbinding met jezelf en je relatie met anderen. De opdrachten bestonden uit het maken van meditaties en dharmatalks. Zo heb ik afgelopen maart tijdens het laatste deel van de training een serie gemaakt over de hartspraktijken Ook wel de vier onmetelijkheden: Liefdevolle vriendelijkheid, Mededogen, Medevreugde en Gelijkmoedigheid. . Hiervoor heb ik dharmatalks en meditaties geschreven over coming-out, identiteit en authenticiteit en hoe je deze zaken met vriendelijkheid en compassie kunt benaderen. Dit omdat het interessant is om vanuit de dharma te kijken naar wat identiteit nu eigenlijk is en hoeveel je daar als mens aan vasthoudt. Je merkt dan dat je sommige aspecten van je identiteit die je belangrijk vindt best wat los kan laten, of op zijn minst iets losser, zodat je identiteit je niet gaat benauwen. Ik merkte dat ook in mezelf, en zo werd het ontwerpen van de meditaties en lezingen een autobiografisch project.

Je hoeft je niet als een ‘goede boeddhist' op te stellen en te zeggen: ik hecht helemaal geen waarde aan identiteit. Want dat moet je dus wél doen.

Tweet

Hoe ziet zo’n meditatie eruit?
Eén van de meditaties die ik geschreven heb, is een metta-oefening gebaseerd op de onderlinge verbondenheid tussen jou en de rest van de wereld: die kun je namelijk niet uit de weg gaan. Je kunt niet bestaan zonder alles om je heen. Daarmee kun je het lijden -of de frictie, of de stress- die je zelf ervaart ook zien in het licht van het lijden van anderen. Dit is dus een gedeeld lijden, je mag jezelf de ruimte geven om hiermee om te gaan. Maar ook: je mag voor jezelf gaan staan. Je hoeft je niet als een ‘goede boeddhist’ op te stellen en te zeggen: “Ik hecht helemaal geen waarde aan identiteit”. Want dat moet je dus wél doen. De vraag is alleen hoe je daar losjes mee om kunt gaan. Besef van identiteit zorgt er namelijk ook voor dat je je grenzen leert kennen en aanvoelen en dat je grenzen kunt aangeven. Want als je een identiteitsloos en grenzeloos persoon bent dan is dat natuurlijk ook niet wat de Boeddha bedoelde met verlichting of vrijheid.

Hoe denk je dat mensen ‘lijden’ onder hun genderidentiteit?
Het is goed om je bewust te zijn van het onderscheid tussen gender – je geslacht/sekse en genderidentiteit – de innerlijke overtuiging dat je een bepaald gender hebt. Veel mensen voelen zich prima in hun lichaam en met het geslacht dat ze krijgen toegewezen bij hun geboorte. Bijvoorbeeld: je hebt een piemel, dus je bent een man, en je bent daar okee mee. Je twijfelt misschien wel eens maar over het algemeen is het prima, en je vervult je seksuele of maatschappelijke rol zonder al teveel innerlijke wrijving.

Maar er zijn ook veel mensen die dat niet zo voelen. Zoals ikzelf. Ik ‘was gewoon’ lesbisch en had daar bepaalde ideeën over die daar mijns inziens bij hoorden, maar die ‘ideeën’ bleken in werkelijkheid anders te voelen. Inmiddels weet ik dat seksuele oriëntatie iets anders is dan genderidentiteit en dat scheelde een hoop verwarring.

Lijden kan ook simpelweg te maken hebben met de manier waarop je aangesproken wordt. Toen mensen mij in de afgelopen jaren steeds vaker ‘mevrouw’ begonnen te noemen, merkte ik: “Okee, dit gaat een kant op die ik helemaal niet fijn vind”. Het heeft even geduurd voordat ik door had waarom dat zo was. Dat ge-mevrouw, ‘zij’, ‘dames’, dat wilde ik helemaal niet, dat merkte ik wel heel duidelijk.

Sommige mensen zeggen: “Wat schiet je er nu mee op om jezelf non-binair te noemen, je als non-binair te identificeren?” Maar er is bij mensen die zich identificeren buiten de ‘man-vrouw’-hokjes altijd wel op enige manier sprake van fysieke of sociale dysforie. Dus dat je lijden ervaart doordat hoe jij benaderd wordt niet overeenkomt met hoe je jezelf voelt. In dit geval dat je wordt benaderd als de sekse die jou bij je geboorte is toegewezen. En als je dus merkt dat voor jou geldt, dat je niet binnen het binaire systeem van man-vrouw past, dan ga je vanzelf verder kijken naar wat er nog meer is om jezelf in ieder geval te kunnen snappen.

En hoe wil je wel aangesproken worden?
In de Engelse taal is ‘they/them’ een officieel voornaamwoord voor personen die niet met hij of zij willen worden aangesproken. Maar de Nederlandse variant hiervan, ‘hen/hun’ in 2016 werden door het Transgender Netwerk Nederland verkiezingen gehouden over het officiële voornaamwoord voor transgenders. Naast hen en hun mag ook ‘die’ worden gebruikt. , vind ik zelf best lastig, dus meestal zeg ik dat mijn voornaamwoord mijn naam is. Ik zeg ook vaak ‘die’ als ik het over mensen heb die neutraal willen worden aangesproken. Bij het sporten zeg ik er nu steeds vriendelijk iets van als de groep wordt aangesproken met “hee dames”. Dan vraag ik of we er misschien “hee mensen” of zoiets van kunnen maken. Sommige mensen vinden dat superirritant, maar als ik daarin niet voor mezelf opkom dan betekent dit dat ik de rest van mijn leven in een soort cocon blijf zitten die anderen voor mij bepalen.

Het boeddhisme is, net zoals zoveel dingen in de wereld, een mannenbolwerk. Ben jij daar wel eens tegen aangelopen in de beoefening?
Ja. Ik ging mediteren omdat ik, zoals zoveel mensen, wilde dealen met dingen waarmee ik mij geen raad meer wist. Ik begon met mediteren bij Irène Bakker, ik had haar op tv gezien, ik vond haar tof, zij was een vrouw die erg nuchter overkwam en dat sprak mij aan. Maar het was mij uiteindelijk iets te veel zen. Toen ik ATS ontdekte, sprak mij dat aan, ook omdat ik zelf uit de punkscene kom. Maar daar waren altijd wel veel mannen. En de leraar was meestal ook een man, dat vond ik toen heel kwetsbaar. Ik heb in het verleden wat nare ervaringen gehad met mannen. En dus vroeg ik me af: “Wat moet ik hier nu in godsnaam van vinden? Dat ik een soort van ‘slaafs’ zit te luisteren naar iemand, en het is ook nog een man ook; maakt die geen misbruik van mijn goedgelovigheid?” Uiteindelijk realiseer ik me -na veel praten met zowel mannelijke als vrouwelijke leraren- dat ik altijd mijn eigen weg moet volgen, en dat is natuurlijk ook waar de beoefening om draait en toen ging dat beter.

Je neemt dus eigenlijk je eigen ervaringen mee naar een sangha, en als dat negatieve ervaringen met mannen zijn in het verleden kun je misschien niet iedere man honderd procent vertrouwen. En als ze dan in de meerderheid zijn is het makkelijk om je al snel niet vertegenwoordigd te voelen.
Ja, omdat je tegengehouden wordt om over je eigen gevoeligheden te praten. Ook omdat het soms lijkt alsof andere mensen die in jouw ogen op elkaar ‘lijken’, een soort verbond hebben waar jij niet bij hoort. En vooral voor nieuwkomers binnen het boeddhisme is openheid heel belangrijk. De meeste mensen die bij Dharma Punx NijmegenArnhem komen mediteren, zeggen achteraf: “Jeetje, wat spreken jullie hier open over zaken, wat tof”.

Maar het schuurt soms ook. Een tijdje geleden stelde ik in onze sangha tijdens de voorstelronde voor dat we naast onze naam ook ons voornaamwoord zouden delen. Maar dat vonden sommige mensen toch heel raar, die zeiden bijvoorbeeld: “Ik ben gewoon een ‘hij’, dat is toch wel duidelijk voor iedereen?!” We spreken daar vervolgens open over met elkaar. Ik neem zo’n kritische opmerking serieus en probeer een oplossing te zoeken die voor iedereen goed werkt, want anders schiet zo’n initiatief zijn doel voorbij. Nu doen we gewoon een voorstelrondje en kan iedereen die dat wil zijn eigen voornaamwoord erbij zeggen.

Heb je verder nog gender-ervaringen als facilitator?
Ik heb ooit eens een workshop gedaan met een man als mede-facilitator. Toen de workshop afgelopen was zei ik op cynische toon tegen hem: “Gelukkig had ik jou bij me”. Hij begreep mijn cynisme niet, maar we deden samen de workshop en achteraf kwam iedereen naar hem toe met vragen en complimenten. Dat wringt dan wel.

Maar is het niet ook gewoon fijn dat er bij retraites een mannelijke én een vrouwelijke facilitator zijn?
Ja natuurlijk, graag zelfs! Realistisch: vanuit ATS is er nog nooit een vrouwelijke leraar naar Nederland gekomen voor een retraite. Dus ik probeer me nu wel in te zetten om meer vrouwelijke leraren van allerlei stromingen naar Nederland te halen. Mary Stancavage komt in november naar Nederland, maar dat is voor een meditatiedag, niet voor een retraite. Het zou mooi zijn als Joanna Harper eens een retraite komt leiden in Nederland.

Hoe kan de boeddhistische filosofie/beoefening bijdragen aan een positieve verandering bij al deze dingen?
Het begrip ‘verlichting’ vind ik belangrijk, ik vertaal het als ‘vrijheid’. Ik zeg ook wel dat verlichting aan gender voorbij gaat en dat de ‘Boeddha’ die de verlichting bereikte, hoewel de historische figuur een man was, dus ook genderoverstijgend was, eigenlijk ook non-binair. Het werd de levenstaak van de persoon Boeddha om anderen duidelijk te maken dat iedereen vrijheid kan ervaren en daar horen geen hokjes bij. Ik ben geen tekstpurist, dus ik kan niet meteen specifieke sutta’s noemen waarin de Boeddha dit aangeeft. Maar laatst kwam ik wel een quote tegen die de Amerikaanse boeddhistisch beoefenaar, en tevens transgender persoon, Finn Enke had gevonden in de Lotus soetra:

“If a living being needs to be saved, Guanshiyin (ook wel Avalokiteshvara, bodhisattva van compassie) will appear in the body of a buddha.” Buddha then lists more than thirty different bodily manifestations of Guanshiyin, who manifests according to what is needed: male, female, young, old, varied by class, station, occupation, divine, human, nonhuman.”

Ik vond het fijn om dit te lezen, want hier herken ik mij in. Maar er is nog een lange weg te gaan. Ik sprak gister met een boeddhistische non en zij vertelde dat er letterlijk recent tegen haar gezegd is: “Moge jij herboren worden als man”. Er is dus nog veel werk te verzetten.

Meer informatie