Doneer
typical_crowded_beach

Gewoon, omdat het kan

Geertje geeft zich over aan onschuldig vermaak aan de Turkse Rivièra als een boer met kiespijn. ‘Maar is het wel zo onschuldig?’ Vraagt ze zich af met een biertje in haar hand.

Op het moment dat ik dit schrijf heb ik net een limoen geplukt uit een boom die op het balkon van mijn hotelkamer groeit. Gewoon, omdat het kan, en omdat het níet zou kunnen als ik nu in Nederland was. Al tien dagen ben ik in het zuidwesten van Turkije, met blauwe luchten, gevulde aubergines en warm helder zeewater. Vorige week gaf ik het schrijfgedeelte in een Yoga en Schrijf week in een vallei zo diep in de bergen dat er regelmatig star gazing retreats worden gegeven.

Holle klimaatramp
Inmiddels is de retreat voorbij en heb ik afscheid genomen van de vallei en de groep mensen die een week lang een familie vormde, zichzelf opende via hun schrijfsels, backbends en stilte. Waar ik nu nog enkele dagen verblijf en zojuist de limoen plukte heet Ka?. Het heeft de universele verschijnselen van een toeristen stadje aan zee; je ligt als sardientjes met de andere West-Europese toeristen op het zonnedek van het hotel boven het zeewater, eet, drinkt, poept, piest en koopt. In willekeurige maar circulaire volgorde.

Het is simpel vermaak, waar ik altijd groot talent voor had maar wat me steeds lastiger afgaat. Zodra mijn beer-buzz of high van het kopen van zúlke leuke laarzen voorbij is, zie ik het geheel voor wat het is: één holle klimaatramp. Toen we onze bagage uit de auto ruimde kwam een man met mondkapje langs die alle planten langs de straat en bij de hotels met een vreselijk stinkende pesticide bespoot. Ik heb tot dusver nog geen enkele bij in Ka? gezien, en nauwelijks vogels. Toen ik vrolijk het plaatsje opzocht op Wikipedia ontdekte ik dat het massaal (en vaak zonder vergunning) bouwen van luxe hotels op de westelijke rotswand een van de meest rampzalige ontwikkelingen voor de unieke ecologie van Ka? was. Uiteraard verblijf ik in één van die hotels, waar ik deze ochtend zo idyllisch uitkijk op het Griekse eiland tegenover ons.

Duurzaamheid
En toch is alles aan Ka? een jaloersmakende potentiële Facebook status update. Ik voel me een ondankbare snob op de momenten dat ik er slecht van kan genieten. Steeds vaker bemerk ik dat de momenten waarop ik me echt over kan geven aan het vakantiegevoel momenten zijn waarin er overeenstemming is tussen binnen en buiten. Wanneer de natuurlijke omgeving in overeenstemming is met het menselijke. Waarin niet één levensvorm domineert boven de ander. Althans niet op zo’n buitenproportionele manier. Duurzaamheid, hoe uitgelubberd dat begrip ook is, gaat me aan het hart. Misschien is het een bijeffect van het beoefenen van mindfulness, dat dingen gaan opvallen waar je voorheen aan voorbij ging.

Voor mij betekent dit dat ik me de afgelopen tien jaar in toenemende mate verafschuw hoe we omgaan met de levensvormen waarmee we onze planeet delen. Mateloos kan ik me druk maken over de bio-industrie die de ontelbare menukaarten hier in Ka? vult. Steeds meer raak ik overtuigd dat we er in de toekomst op terug zullen kijken zoals we nu terugkijken op de slavernij, die in de 17e en 18e eeuw een bloeiende industrie was waar niemand zich geloof ik erg schuldig over voelde. Vergelijkbaar met het gemak waarop we ontelbare hoeveelheden kiloknallers op zitten te peuzelen onder het mom van ‘lekker genieten’ of erger nog, onder het mom van ‘gewoon’. Mark my words, misschien duurt het nog een eeuw, misschien twee, misschien maar vijftig jaar, maar we gaan ons over de concentratiekampen vol dieren nog diep schamen.

Kleine misdaden
Maar laat ik eerst even van mijn hoge troon afkomen, want ik ben uiteindelijk diegene die hier in het vliegtuig naartoe is gekomen en vrolijk een hotel heeft gekozen dat een unieke rotswand naar de knoppen hielp. En niet alleen hier maar ook thuis schuif ik met het grootste gemak kleine en grote misdaden mijn dagbewustzijn uit. Zelfs in mijn eigen meditatietraditie van Shambhala, waar je toch beter van zou verwachten, wordt tijdens meditatieprogramma’s bij de lunch schalen vol vlees geserveerd. Na een stevig ochtendje liefdevolle-vriendelijkheid beoefenen is de link leggen naar wat je vervolgens in je mond stopt blijkbaar teveel gevraagd. Aan de gruwel grenst dan ook mijn fascinatie met de vraag hoe je jezelf willens en wetens af kan sluiten voor de misdaden die niet alleen om je heen plaatsvinden, maar waar je ook actief aan meewerkt.

Onwetendheid, volgens de Boeddhistische traditie, is de bron van alle kwaad. Ik denk dat iets willens en wetens doen veel erger is. Lekker een stuk tonijn van de grill bestellen omdat het vakantie is terwijl je weet dat de meeste oceanen praktisch leeggevist zijn. Maar goed, misschien is het toch onwetendheid in de zin dat we blijkbaar niet echt weten wat de prijs van ons collectieve gedrag is. De ultieme consequentie daarvan trekken lijkt haast onmogelijk. Zo ben ik razend bang om veganistisch, verbitterd en zonder vliegvakanties te eindigen. Een geweldloos leven bestaat namelijk niet. Elke cynicus zal staan te trappelen me eraan te herinneren dat de laptop waarop ik werk zeldzame of schadelijke metalen bevat, de bikini die ik onder mijn kleren aan heb gemaakt is door kinderen in Bangladesh, dat mijn zonnebrand getest is op dieren en dat het biertje dat ik later ga drinken een ecologisch onverantwoorde hoeveelheid graan en water vereist om te maken.

En eerlijk gezegd weet ik mezelf hier geen houding in te geven. En tot die tijd vermaak ik me hier in Ka? als een boer met kiespijn; lach ik overdadig naar de schoonmaakster van het hotel die net Syrië ontvlucht is, terwijl ik op weg ben naar het terras hiernaast waar tijdens happy hour een groot glas bier maar zes lira kost. Waarschijnlijk neem ik mijn limoentje mee, zodat die in elk geval nog een soort nuttige bestemming heeft. Ofzo.