Doneer
Met Aandacht Buiten

Met Aandacht Buiten: Mediteren met (ex)gedetineerden

In de sangha van ‘Met Aandacht Buiten’ van Stichting Duizend Handen komen ex-gedetineerden wekelijks bij elkaar om te mediteren. Humor en tosti’s zijn er net zo belangrijk zijn als je kwetsbaar opstellen en stil met elkaar zitten. Bodhi redacteur Kitty mocht een middagje meezitten.

“Nou, is iedereen verlicht?”, zegt Guido op droge toon, vlak nadat het geluid van de Tibetaanse klankschaal is weggeëbd. We zitten in een kapel in het centrum van Rotterdam, waar deze sangha voor ex-gedetineerden elke donderdag samenkomt. Slap geouwehoer wordt in deze Rotterdamse tak van ‘Met Aandacht Buiten’ naadloos afgewisseld met serieuze levensvragen. En aandachtsmeditatie gaat moeiteloos over in tosti’s met soep en sambal.

Mindfulness en meditatie voor (ex)gedetineerden

‘Met Aandacht Buiten’ is een initiatief van Stichting Duizend Handen, een organisatie die ontmoetingen organiseert tussen boeddhistische vrijwilligers en mensen die in detentie zitten of hebben gezeten. Vandaag mediteer ik mee om te ervaren hoe het er in zo’n sangha aan toe gaat. Al snel constateer ik dat humor en luchtigheid een bindende factor is in deze groep. Maar er wordt ook serieus gemediteerd. Het half uurtje aandachtsoefening dat Guido, vrijwilliger bij Stichting Duizend Handen, vandaag begeleidt bestaat uit vijf minuten geleide meditatie, gevolgd door tien minuten lichaamsoefeningen en eindigt met ongeveer tien minuten stilzitten.

Steeds weer opnieuw nodigt Guido ons uit om de aandacht te richten op dit moment en bij de lichamelijke gewaarwording. Hij doet dat met zinnetjes als: “Merk maar op dat er een lichaam is, niet van beton of lucht, maar van vlees en bloed.” En: “Hoe voelt je lichaam op dit moment aan? Is het zwaar, licht, warm, koud? Rustig, onrustig? Wat tref je hier aan? Misschien kan je jezelf de ruimte geven om de boel de boel te laten. Het hoeft effe niet anders. Zitten en ademen, niet meer maar ook niet minder.”

Veilige plek bieden

Guido Scholte werkt in het dagelijks leven als mindfulnesstrainer in penitentiaire inrichtingen. “Vanmorgen vroeg een collega in de gevangenis aan mij: wat doen jullie eigenlijk in die sangha? Dus ik antwoord: eerst koffie en thee, dan een half uurtje aandachtsoefeningen en vervolgens tosti’s met soep. Ergens denk ik dat die tosti’s op een bepaalde manier het belangrijkst zijn. Dat er in de uitwisseling waarmee dat gepaard gaat veel gebeurt. Dat is het leuke aan deze groep: we zitten met elkaar, maar dagen elkaar ook uit en voeren discussies. Op die manier zijn we ook echt een sangha geworden.”

Ook Evelyn is vrijwilliger bij Stichting Duizend Handen en is vandaag aanwezig. Ze werkt bij de Gemeente Rotterdam als ambtenaar en kwam via de Rotterdamse sangha (die deel uitmaakt van Stichting Leven in Aandacht) bij Stichting Duizend Handen terecht. “Het is fijn om een veilige plek te bieden waar de groep iedere week naar terug kan keren, om uit te wisselen wat er allemaal voorbij is gekomen in de afgelopen week”, vertelt ze. “Dan samen de stilte weer op te zoeken en met mildheid en vriendelijkheid te kijken naar de wereld om ons heen en naar onszelf. Oefening in de ontmoeting zeg maar. En het is een motiverende en wijze groep.”

Als ik alleen mediteer wordt het al snel een ego-dingetje

Tweet

Met je poten op de grond staan

Naast Guido en Evelyn zijn er meestal drie tot vijf ex-gedetineerden bij de bijeenkomsten. Vandaag zijn dat Marco, Leslie en Cor. Drie zeer uiteenlopende karakters die het op een podium als komisch trio goed zouden doen. Terwijl zij na afloop van de meditatie de kussens opbergen, warmt Evelyn de soep op. Guido duikt even achter de piano voor wat sfeermuziek. Ondertussen praat ik met Marco over het fenomeen sangha en waarom dit voor hem zo belangrijk is.

Naast deze bijeenkomsten gaat hij ook wekelijks naar een zensangha in Rotterdam. “Daar kom ik nu zo’n drie jaar. Daarvoor zat ik vooral in mijn eigen bubbeltje thuis, moeilijk te doen”, vertelt Marco. “Als ik alleen mediteer wordt het al snel een ego-dingetje. Voor ik het weet zit ik dan op een verkeerd spoor en denk ik: het gaat ontzettend goed, ik voel me enorm verlicht en blijkt het later toch weer een verkeerde afslag te zijn. Dan is het fijn als iemand zegt: ga maar gewoon effe met je poten op de grond staan. De sangha als spiegel heb ik echt nodig.”

Gemeubileerde kamer

“Trouwens, ik heb je zus gezien Guido”, zegt Leslie, nadat iedereen even stil is. “Veel knapper dan jij.” “Ik doe maar even net alsof ik hier wat aan het schoonmaken ben” antwoordt Guido droogjes, terwijl hij nog een tosti in het ijzer gooit. Om vervolgens terloops te vragen: hoe is het met je huis Les?”

“Met mijn huis weet ik niet”, antwoordt Leslie, maar als je me vraagt hoe is het is in mijn huis, dan zeg ik: heel goed. Het was eerst wel even wennen, maar nu zit ik hier en denk ik: straks ga ik ‘naar huis’. En dat is hééél fijn.” Guido: “Ja, want het is wel lang geleden, dat je een eigen huis had, of niet?” Leslie: “Ja, daarvoor had ik een eigen kamer. Maar wel gemeubileerd!”

Hierop barst de hele groep uit in hard gelach. Behalve ik, want ik snap ‘m niet. Bij mij valt het kwartje pas als Marco zegt: “Ik werd jaren geleden van de straat geplukt en in de cel gegooid. En dacht toen: oh, fijn ik heb een koffiezetapparaat, een televisie en een koelkastje. Dat was echt geweldig. Drie weken later was het natuurlijk niet meer zo cool.”

Gewoon mens zijn

Zodra iedereen beetje is bekomen van die grap, grijp ik mijn kans en zeg: “Maar even serieus…wat levert het jullie op om hier te komen?”

“Dat is een vraag die je niet moet willen beantwoorden”, zegt Leslie. “Je bent er zelf bij geweest, niet?” Een hele discussie over mijn vraag volgt.

“Ken je die uitspraak van Kennedy?”, vraagt Cor. “Je moet je niet afvragen wat de Staat voor jou kan doen, maar wat jij kunt doen voor de Staat.”

We trainen om alles van onszelf te kunnen zien, om geen slaapwandelaars te zijn.

Tweet

De vraag “Waarom kom je hier graag?” blijkt beter te vallen. “Ik kom vooral voor de tosti, als hij tenminste minder heet zou zijn”, zegt Leslie. “En om mezelf te trainen. Het boeddhisme gaat om het achterhalen van de oorzaak van het lijden. Ik kom hier zitten met die vraag: wat is eigenlijk mijn lijden?”

Guido doet ook een duit in het zakje: “We komen hier nu al een tijdje samen en dat is toch niet alleen voor de tosti. Ik merk zelf dat ik het gewoon fijn vind om hier met elkaar te gaan zitten en gewoon mens te zijn.” Marco: “Met al onze excessen en irritaties. Dat vind ik ook het fijne van hier, ik hoef hier geen masker op te zetten. Wat je in negen van de tien situaties toch wel doet. Maar misschien is dat ook weer zo’n concept in mijn geest.”

Evelyn: “Je merkt toch na een tijd zitten dat je sneller ziet: dit is aversie, of dit is vastgrijpen. En door dat te herkennen lost het wel sneller op.” Leslie: “We trainen om alles van onszelf te kunnen zien, om geen slaapwandelaars te zijn.”

Op deze manier gaat het nog even door, totdat alle tosti’s op zijn en de sambal weer veilig in de tas van Marco zit. Guido en ik verlaten het gebouw als laatste. Tijdens het afsluiten vraagt hij me of ik het ook een beetje leuk vond. Over mijn antwoord hoef ik geen seconde na te denken: “Ik heb nog nooit zo veel gelachen tijdens een sanghabijeenkomst.”


Meer informatie

Stichting Duizend Handen zet zich in voor het welzijn van (ex-)gedetineerden in Nederland. Wil jij ook compassie in actie omzetten? Ga dan naar de website van Stichting Duizend handen.

Nieuwsgierig naar het werk van Guido (toen nog als stagiair) in de gevangenis? In de documentaire Prison Pioneers zie je hem in actie.