Doneer
oorsprong-van-de-brahmaviharas

Zen weekkalender: zitten als de zon op zondag

Het oefenen van de vier hartskwaliteiten of brahmavihara’s is een geliefde praktijk onder boeddhisten. Hoe is deze praktijk eigenlijk ontstaan? En wat heeft dit te maken met de zonnegod Sol en onze christelijke rustdag?

Als begeleider van online meditaties is Tom Hannes altijd op zoek naar inspiratie. Zo kwam hij uit bij de goden waar we de naam van onze weekdagen aan danken. Wat kunnen we leren van de maangodin, Tyr, Wodan, Donar, Freya, Saturnus en de zonnegod?

Deel 7: zitten als de zon op zondag
Illustratie: Marijn van der Waa


Na zes keer oude goden spotten in de namen van onze weekdagen kan het nauwelijks verbazen: zondag is de dag van de zonnegod. We weten zelfs precies hoe dat gekomen is. Op 7 maart 321 kondigde de christelijke Romeinse keizer Constantijn I aan, dat de zevende dag gewijd zou zijn aan Sol Invictus, de zonnegod.

Ook besloot Constantijn dat op de feestdag van Sol Invictus – 25 december – de geboorte van Jezus gevierd zou worden. Daarmee stelde de keizer de oude god Sol en de nieuwe god Christus aan elkaar gelijk. De 25e december noemen wij nog altijd kerstmis, de dag waarop de winterzon weer aan haar verrijzenis is begonnen.

Zondag werd ook een verplichte rustdag. In de Bijbel rustte zelfs God een dag na zes dagen het heelal scheppen, waarom zouden mensen dan wel zeven dagen werken? Je moet het keizer Constantijn nageven: hij was een kei in het inzetten van de oude goden om de nieuwe boodschap van het christendom te verspreiden.

Boeddha in gesprek met de brahmanen

Acht eeuwen eerder doet zich iets soortgelijks voor in een gesprek tussen de Boeddha en een paar jonge brahmaanse priesters. In het India van die tijd deelden Brahmanen inzake religieuze denkbeelden de lakens uit. Ze stelden het spirituele ideaal voor als een versmelting van je eigen ziel (atman, je hoort er nog ons woord ‘ademen’ in) met Brahman, het kosmische principe. God zeg maar.

Door in diepe meditatie tot je ware Zelf te komen, kon je zien dat die eigenlijk één was met de Ene Diepe Waarheid van het Al. Wie die ervaring had, zou vanzelf een verlichte wijze zijn. De twee brahmanen, die horen dat de Boeddha een groot wijze is, gaan ervan uit dat dit ook zijn ideaal is. Ze zoeken hem op en vragen hem tips hoe zij ‘de brahmadomeinen’, ook wel brahmavihara’s kunnen bereiken.

In eerdere toespraken had de Boeddha de draak gestoken met het versmeltings-ideaal. Hij zag er weinig meer in dan zelfgenoegzaamheid van mediteerders, die uit een of andere spectaculaire meditatieve ervaring besluiten dat ze de Essentie van het bestaan gezien hebben. Maar deze keer lijkt hij geraakt te zijn door de oprechtheid van de twee Brahmanen en gooit hij het over een andere boeg. Hij begint te spreken alsof hij hen een antwoord op hun vraag zal geven, maar draait de betekenis van elk woord in hun vraag om.

oorsprong van de brahmavihara's

Hij raadt hen aan om bewegingloos te zitten met rechte rug en lichaam en geest tot rust te laten komen. Tot dusver is de uitleg vrij klassiek. Maar dan begint het. Hij stelt hen voor om vier warme gevoelens van vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid op te wekken. En ze vervolgens als het ware in alle windstreken uit te stralen, zonder onderscheid, naar alles en iedereen, oneindig ver. Als ze dat intens en totaal doen, zo verklaart de Boeddha, zullen ze zichzelf in het brahmadomein terugvinden.

Hier doet de Boeddha iets heel interessants. Ten eerste kaapt hij de brahmaanse beelden om er iets helemaal anders van te maken. De brahmanen vragen hoe ze het domein van Brahma (de gelukzalige God met vier hoofden, die alles in alle richtingen doordringt), kunnen bereiken. De Boeddha antwoordt hen dat ze daarvoor best zelf vier warme emoties opwekken en ze in alle richtingen uitstralen. Dus in plaats van het domein van Brahma te bereiken, stelt hij voor te zitten als brahmadomein.

Ten tweede verandert de Boeddha hiermee ook zijn eigen voorstelling van een ontwaakt leven. Doorgaans spreekt hij erover als het uitdoven (nirvana) van de interne vuurhaarden die ons leven nodeloos ellendig maken: begeerte, haat en verblindende gedachten. Vuur heeft in zijn toespraken vaak een negatieve bijklank. Ook dat was een verzet tegen het brahmaanse idee dat vuuroffers een gunstige invloed konden hebben op de bevrijdingsweg. In plaats van uitwendige vuren te vereren, zouden we beter onze inwendige vuren leren beteugelen die de wereld zo vaak in brand steken.

Oorsprong van de brahmavihara’s in het boeddhisme

Maar in dit gesprek stelt hij het ontwaakte leven eerder voor als iets laaiends. Alsof je zelf een soort van zon wordt die in alle richtingen haar warme invloed doet gelden. Tot op vandaag noemen we deze meditatievorm in het boeddhisme ‘de brahmavihara’s. Ik heb zelf de gewoonte ontwikkeld om ze te beoefenen en te onderrichten als ‘zitten als een zon’. En er op zondag extra nadruk op te leggen in mijn praktijk en aandacht. Zodat op zondag de Romeinse zonnegod, de christelijke rustdag, de Brahmaans vraag en het antwoord van de Boeddha een mooi verstrengelde praktijk opleveren.

vier hartkwaliteiten boeddhisme

Dat loont elke keer meer dan de moeite. Het zijn sessies waarop deelnemers het vaakst ontroerde (maar soms ook moeilijke) reacties geven. De brahmavihara’s doen iets met je. Hoe intenser ze beoefend worden, hoe meer je echt als een zon zit, des te meer kleuren en verwarmen ze de ruimte van je bestaan – en die van je omgeving.

Daarmee zijn we op het einde van een reeks beland. Met zeven dagen als zeven beschouwingen van evenveel aspecten van een ontwaakte levenswandel.

Maandag als de dag van de omarming van het onvolmaakte leven als bekraterde maan. Dinsdag als de dag van het ‘ding’: het leven als een vergaderplaats van talloze omstandigheden en hun bekommernissen. Woensdag als Wodans dag, die opgehangen als een windklokje wijsheid uit alle winden putte. Met donderdag als de dag van Thor en zijn hamer, die als een bliksem inslaat om onderscheid te maken waar dat vereist is. Vrijdag de dag van de gevleugelde liefde. Zaterdag als de dag waarop we stilstaan bij het verstrijken van de tijd én bij ons tijd-zijn.

En met zondag als de dag waarop we erkennen dat het ons menselijke geboorterecht is om een ruimte van warme welwillendheid te zijn, zoals een zon. Zo, om het met de beroemde uitspraak van zenmeester Yunmen te zeggen: ‘is elke dag een goede dag.’


Nieuwsgierig naar de andere delen? Hier staan alle dagen van de Zen weekkalender bij elkaar.