Doneer
1620-Reincarnation4 by Brahma Kumaris via Flickr

“Welke erfenis wil ik nalaten?” – over reïncarnatie in boeddhisme

Voor een nuchtere westerling die zich in het boeddhisme verdiept, is reïncarnatie vaak lastig te begrijpen. Want als er geen zelf is, wie wordt dan herboren? Sofia vroeg het aan dharmaleraar Nagapriya, die hier een boek over schreef.
nagapriya reïncarnatie
Nagapriya

“Toen ik voor het eerst over reïncarnatie hoorde, was ik daar niet erg ontvankelijk voor, omdat het niet strookte met het wereldbeeld dat ik had meegekregen: westers, wetenschappelijk en materialistisch. Reïncarnatie past daar niet zo gemakkelijk bij, dus ik had er weerstand tegen,” vertelt Nagapriya, dharmaleraar en ordelid van Triratna, een westerse boeddhistische gemeenschap.

In plaats van het concept reïncarnatie dan maar te negeren, of het boeddhisme zelfs helemaal af te wijzen, besloot hij zich in het onderwerp te verdiepen. “Ik wilde de leer van karma en wedergeboorte kritisch benaderen om – als die er is – de diepere betekenis en bevrijdende waarde ervan te laten zien.” Het resultaat van deze zoektocht zette hij uiteen in het boek  Karma & Wedergeboorte, een ontdekkingsreis.

Nagapriya komt oorspronkelijk uit het Verenigd Koninkrijk. Hij studeerde filosofie en trad in 1992 toe tot de orde van Triratna. In 2013 verhuisde hij naar Mexico om te helpen met de oprichting van een boeddhistisch centrum in Cuernavaca. Ik spreek hem via Zoom, terwijl bij hem de zon uitbundig schijnt en bij mij de avond al gevallen is.

Welke rol speelt het concept van reïncarnatie in het boeddhisme?

“Reïncarnatie kan je niet los zien van karma, het ethische basisprincipe in het boeddhisme. Karma verklaart hoe de acties die we nu ondernemen ons leven in de toekomst beïnvloeden, maar er wordt ook aangenomen dat karma levens doorkruist. De dingen die we doen hebben dus niet alleen gevolgen binnen dit leven, maar ook voorbij het huidige leven.”

Betekent dit dat ik als persoon wordt herboren in een volgend leven?

“Reïncarnatie is een ingewikkeld concept om uit te leggen, omdat we te maken hebben met twee opvattingen die elkaar enigszins tegenspreken. Eén daarvan is het idee van continuïteit. De andere is het idee van anatman, of geen-zelf. Als er geen zelf is, wie wordt dan herboren?

Reïncarnatie kan je niet los zien van karma.

Tweet
Deze vraag wordt behandeld in ‘De vragen van koning Milinda’, een Pali-tekst uit 200 voor Christus. Daarin staat een dialoog tussen een koning en een monnik genaamd Nagasena. De monnik verduidelijkt het concept van wedergeboorte door een metafoor van vuur te gebruiken. Hij vraagt de koning: ‘Als je een vuur aansteekt op je eigen land en het aangrenzende land vliegt ook in de fik, wie is er dan verantwoordelijk?’ De koning antwoordt dat degene die de eerste brand heeft aangestoken, verantwoordelijk is. Maar tegelijkertijd is het niet eenvoudig om te zeggen of het om hetzelfde vuur gaat of om een ander vuur. Op dezelfde manier zijn wij verantwoordelijk voor dingen die in een toekomstig leven gebeuren, maar het is niet gemakkelijk te zeggen of het ook dezelfde persoon is die herboren wordt.”

Zijn er verschillen tussen Theravada, Mahayana en Vajrayana als het gaat om reïncarnatie?

“Over het algemeen zien de meeste boeddhistische scholen wedergeboorte als iets negatiefs, vanwege het lijden dat met het leven gepaard gaat. Boeddhisten willen bevrijd worden van wedergeboorte. Verlichting is bevrijding uit de cyclus van geboorte en wedergeboorte.

De angst voor lijden in een toekomstig leven kan egocentrisch worden.

Tweet
In de Theravada-traditie bestaat een groot onderscheid tussen monniken en leken. Alleen monniken kunnen het pad naar verlichting volgen. Het enige waar de leken naar kunnen streven is een gunstige wedergeboorte. Eén van de belangrijkste factoren die tot een gunstige wedergeboorte zullen leiden, is ethisch gedrag. De angst voor lijden in een toekomstig leven kan erg egocentrisch worden. Mensen houden zich dan bezig met boeddhistische rituelen om karmapunten te scoren, veel meer dan dat ze zich inzetten om compassie te ontwikkelen, of vrijgeviger te worden.

Mahayana legt de nadruk op compassie als het om reïncarnatie gaat. Dankzij hun immense wijsheid en compassie kunnen verlichte wezens ervoor kiezen om terug te blijven keren naar het aardse leven om anderen te helpen. Dit wordt het bodhisattva-ideaal genoemd.

De Vajrayana heeft zeer uitgebreide tradities rondom reïncarnatie. De Tulku-opvolging bijvoorbeeld. In plaats van een paus te kiezen zoals ze dat binnen het katholicisme doen, ontdekken ze de reïncarnatie van de oude leider. De Dalai Lama is het bekendste voorbeeld. Als je dit letterlijk opvat, klinkt het alsof dezelfde persoon van het ene leven naar het andere leeft. Maar de Dalai Lama wordt ook beschouwd als een manifestatie van Avalokiteshvara, de bodhisattva van mededogen. Als je het zo bekijkt, zou je kunnen denken dat ze steeds weer op zoek zijn naar een persoon die het principe van mededogen belichaamt.”

Elke week boeddhistisch nieuws in je inbox?

Word donateur van Bodhi en ontvang elke week onze nieuwsbrief.

Ik wil doneren €19,50 per jaar
buddha (1) Created with Sketch.

We moeten karma en wedergeboorte dus niet te letterlijk nemen?

“Inderdaad, ik denk dat dat niet nuttig is. Ik denk zelfs dat het gevaarlijk is om te geloven dat al het goede of slechte dat in je leven gebeurt, uitsluitend te maken heeft met je karma uit dit of vorige levens. Als je niet begrijpt waarom iets is gebeurd, kun je er niet op de juiste manier mee omgaan. Stel dat je Covid hebt, en je denkt dat je ziek bent geworden omdat je je moeder slecht hebt behandeld. Dan besluit je om aardiger te zijn tegen je moeder. Daar is op zich natuurlijk niets mis mee, maar je pakt de Covid er niet mee aan. Je zou zelfs kunnen overlijden, omdat je geen behandeling tegen Covid hebt gezocht.

Eén van de valkuilen rond karma en reïncarnatie is om het zelf te isoleren van de omstandigheden.

Tweet
Diverse boeddhistische scholen wijzen erop dat er verschillende soorten omstandigheden zijn die ons leven beïnvloeden. Ons ethisch handelen is daar slechts één van. Eén van de valkuilen rond karma en reïncarnatie is om het zelf te isoleren van de omstandigheden, onze omgeving en anderen.

De boeddhistische leer benadrukt het feit dat we onderling afhankelijk zijn. Dus als ons iets ergs overkomt, kan dit gedeeltelijk het gevolg zijn van slechte daden die we in dit leven of in vorige levens hebben uitgevoerd. Maar het kan ook afhankelijk zijn van dingen die niets te maken hebben met onze mate van morele zuiverheid, zoals het weer, of de biologie, of slechte mensen. Meestal is het een combinatie van factoren.”

Hoe kunnen we reïncarnatie dan wel begrijpen?

“Veel westerlingen die zich in het boeddhisme verdiepen, hebben de neiging om zich te concentreren op de vraag hoe reïncarnatie precies werkt, in plaats van zich te richten op de waarde die dit concept zou kunnen hebben in hun dagelijkse dharmapraktijk. Misschien omdat het gemakkelijker is dan daadwerkelijk aan de slag te gaan met de realiteit van die praktijk. Werken aan de transformatie van je eigen geest, minder egocentrisch worden en meer compassie cultiveren, is een hele klus.

We worden ook verleid om te denken dat de wetenschap voor alles een verklaring heeft. De wetenschap biedt geen volledige verklaring van de werkelijkheid, van het menselijk bestaan, en het biedt ons zeker geen zingeving. Ik vind het prima dat ik niet weet hoe karma en wedergeboorte precies werken. Zelfs de Boeddha hoefde niet alles te weten. Hij zegt op verschillende plaatsen dat het zijn enige doel is om het lijden te kunnen herkennen en manieren te vinden om een einde aan het lijden te maken. Dat hoeft helemaal niet zo abstract te worden.

De drang om alles te willen verklaren, heeft te maken met een drang naar controle, terwijl we niet alles onder controle hebben. Erkennen dat we niet alles begrijpen en niet alles kunnen uitleggen, kan heel nuttig zijn bij het uitnodigen van een beetje nederigheid en een beetje openheid voor dingen die we niet begrijpen.”

Hoe kan een westerling de concepten van karma en reïncarnatie integreren in zijn dagelijkse praktijk?

“Het belangrijkste is dat we ons realiseren dat we voortdurend bezig zijn met het erven van het verleden en het achterlaten van een erfenis voor de toekomst. Je kunt die erfenis als iets individueels zien, maar je kunt het ook breder trekken. Jouw leven heeft invloed op de levens van anderen. Zelfs als je er niet meer bent, zal die impact nog steeds merkbaar zijn.

Jouw leven heeft invloed op de levens van anderen. Zelfs als je er niet meer bent, zal die impact nog steeds merkbaar zijn.

Tweet
Laten we als voorbeeld de Boeddha nemen. Of de Boeddha door de eeuwen heen herboren wordt of niet: ik heb geen idee. Wat ik wel weet is dat de daden van de Boeddha ook nu nog een positief effect hebben. Je kunt ook aan een tegenovergesteld geval denken, zoals Hitler. Zijn acties waren overduidelijk kwaadaardig. Ze hadden enorme negatieve gevolgen tijdens zijn eigen leven, maar die gevolgen hielden niet op toen hij stierf. Ze leven voort: het huidige conflict tussen de Israëli’s en de Palestijnen is gedeeltelijk, maar niet volledig, het gevolg van de holocaust.

Acties staan nooit op zichzelf. Ze verspreidden zich in verschillende richtingen. Dat betekent dat we veel zorg moeten besteden aan de handelingen die we verrichten. Het betekent ook dat we erop kunnen vertrouwen dat ethisch handelen een positief effect zal hebben, zelfs als dat niet direct zichtbaar is. Het kan zo zijn dat de positieve gevolgen van die acties pas na verloop van tijd en over generaties heen zichtbaar zullen worden. Dus: welke erfenis wil je nalaten? Dat is wat mij betreft belangrijker dan ingewikkelde discussies over de vraag of ik herboren zal worden of niet.”

Lees ook de column: Leven na de dood

De omslagafbeelding Reincarnation (4) is van Brahma Kumaris, via Flickr.