Doneer
geertje_header-2

Strike A Pose: dharmalessen van een middelmatig model

Geertje was ooit model. Een nogal middelmatig model, vindt ze zelf, maar van de ervaringen die ze in die tijd heeft opgedaan, maakt ze nog steeds gebruik! Ze deelt graag een aantal waardevolle dharmalessen, over deflatie van het ego en de illusie van tijd en ruimte

Een jaar of zeven geleden heb ik een tijdje modellenwerk gedaan. Hoe glamoureus klinkt dát? Net als wanneer je een compliment krijgt over een nieuwe broek, en je dan eigenlijk niet moet zeggen dat je hem voor zeven euro bij de H&M in de uitverkoop hebt gekocht, zou ik het daar eigenlijk bij moeten laten. Ik ben model geweest. Gevolgd door een veelbetekenende stilte, waarin de toeschouwer de inderdaad indrukwekkende botstructuur van mijn gezicht kan bewonderen.

Maar ik kan het niet laten om erbij te zeggen dat het (a) heel lang geleden is en dat ik (b) een zeer middelmatig model was. Van mijn opdrachtgevers spatte de sex, drugs en rock’n’roll nu ook niet bepaald af – denk aan wasmiddel, smeerkaas, Knipmode, Karwei en het Onze Lieve Vrouwe Ziekenhuis (waarvoor ik nog steeds op een vrachtwagen door Amsterdam rijd als Hester, moeder van twee en herstellend van een hersentumor).

En zo karde ik menig industrieterrein op en af in mijn turquoise Fiat Punto, volgeladen met verschillende outfitjes en vleeskleurig ondergoed. Want vleeskleurig ondergoed – volgens mij officieel huidkleurig ondergoed genaamd – is onmisbaar voor een model. Dat is een van de vele dingen die ik leerde van mijn kortstondige modellencarrière. Want dat is het opmerkelijke: tot op de dag van vandaag maak ik gebruik van mijn ervaringen als middelmatig model. Dit zijn de belangrijkste op een rij:

1. It’s not about you
Als er één ding is wat glashelder wordt als je model bent, is dat het niet om jou gaat. Als Mensch dus. Tijdens mijn allereerste opdracht, voor het Kruidvat, werd er meteen korte metten gemaakt met enige mogelijkheid tot zelfverheerlijking: na een urenlange sessie met drie andere modellen, volle make-up en haar, eindigde ik als een uitgesneden silhouet in de Kruidvat-folder. Een zwarte figuur die een wc-borstel in de lucht zwiept, om precies te zijn. Mijn vrienden lachen er nog om. Een goede ego-deflater, geloof me.

Toch begon ik die ervaring op een zeker moment te waarderen. Om ergens op tijd aan te komen (zeg maar de Eerste Nobele Waarheid in modellenland) en de hele dag niemand te zijn. Een lichaam dat door vaak vriendelijke mensen wordt aangekleed, opgemaakt en neergezet. Hoewel ik vaak letterlijk in het middelpunt van de aandacht stond, ging het niet over mij in de zin van wat ik kon, wist of geloofde. Er werd niets van me gevraagd, behalve welwillende medewerking en geduld. Mijn mantra die dagen was de bekende zeninstructie “nowhere to go, nothing to do, no one to be”. Heerlijk.

2. Wil de echte Zelf opstaan?
Geertje CouwenberghModel zijn was een ware contemplatie over wie mijn Zelf nu waarlijk was. Als er drie mensen tegelijkertijd aan je ondergoed lopen te sjorren, je buik make-uppen en op centimeters afstand met hun handen in je haar zitten, is het fair te zeggen dat het dan misschien niet óm mij ging, maar het gebeurde in elk geval wel mét mij. Wie stond er anders kantoorartikelen vast te houden en te lachen bij het leven?
Wat niet werkt als model is uitpluggen en als een lichaamszak op een set staan. Wat evenmin werkt is met je hele hebben en houden op een shoot verschijnen. Het is een soort koan, een haast onoplosbaar raadsel. Dat iets tegelijkertijd wel en niet om jezelf gaat, is waarschijnlijk de meest dharmische kant van modellenwerk. Het was een perfect ego-lab.

3. Lichaamsbewustzijn
Ik leerde mijn lichaam inzetten in een ruimte. Klinkt simpel misschien, maar niets is ongemakkelijker dan op een spierwitte set te staan, vaak in een schaars of minstens awkward outfitje, terwijl een team mensen je lichaam in de gaten houdt en corrigeert. Soms had ik iets te doen, zoals een strandbal vasthouden terwijl ik lachend naar mijn fake hubby in zwembroek keek. Of met een bakfiets vol verwende modellenkinderen een Amsterdams grachtenbrugje af komen zeilen – met oprechte angst voor het leven van die kinderen, aangezien ik nooit fiets. Maar op andere momenten had ik niets omhanden behalve mijn eigen ikkie in een HEMA-outfit.
Je moet als model een relatie aangaan met de ruimte, en wel op de meest fysieke manier: staan, en vooral nonchalant en ontspannen overkomen. Niemand die je vertelt hóe, trouwens. En dat is interessant. Ongemakkelijk en leerzaam. Elke keer dat ik mezelf in een ruimte terugvind met ogen op me gericht, denk ik aan de momenten dat ik – vaak letterlijk – in mijn hemd stond. Make it work.

4. Vooroordelen zijn ongegrond
Ik heb zoveel leuke mensen ontmoet op fotoshoots. Ik, brainy nerd, voelde me doorgaans als een vis in het water tussen de stylisten, visagisten en fotografen. Ik bezocht menig meditatieprogramma of schrijversbijeenkomst waar de hartelijkheid verbleekte bij die van het team van de Karwei-folder. Dat leerde me geen illusies en vooroordelen te hebben over bepaalde bedrijfstakken. Het is niet zozeer wát je doet, maar hoe je het doet – inmiddels mijn definitie van wat ik innernemerschap noem.

5. Tijd is een illusie
Conventionele natuurkundige verschijnselen als tijd en ruimte worden ontmaskerd als illusies tijdens mijn modellenwerk. Neem nu tijd. Die gaat tegelijkertijd sneller en langzamer dan waar dan ook. Modellenjaren zijn enerzijds als hondenjaren: als tweeëntwintig-jarige was ik oud voor een model en werd ik bijna uitsluitend geboekt als moeder. Niemand die daar van opkeek. Anderzijds werd de tijd ongekend uitgerekt tijdens het werk zelf: het bestond misschien wel voor tachtig procent uit wachten. Wachten tot de stylist en visagist het eens zijn, wachten tot de belichting goed is, wachten tot de foto’s ingeladen zijn en vaak ook gewoon wachten om redenen die mij ontgingen. Het was een soort meditatiebeoefening wat dat betreft. In vleeskleurig ondergoed.

6. Lach helemaal, of niet
Last but not least: als iemand een foto van je neemt, lach dan voluit óf helemaal niet. Dat was letterlijk de enige, maar briljante instructie die ik kreeg van Sheila, eigenaar van Euromodel, terwijl we in het raamkozijn stonden in hun kantoor om een testfoto te maken. Waar het namelijk mis gaat op foto’s, is als je een soort tussenweg kiest tussen die twee. Dan zie je eruit als een boer met kiespijn, ook wel bekend als je foto-hoofd. Dus laat het los. Ga er helemaal voor, schaterlachend – of gewoon niet. Vergeet niet te smizen in dat geval. Als je niet weet wat dat is, Google het even. Een investering voor toekomstig beeldmateriaal.

Goed, alle voordelen daargelaten: het modellenleven beklijfde niet. Toen ik mijn haar afknipte was mijn bureau not amused. En toen ik twee dagen doorbracht als doorpasmodel (een sjieke naam voor ‘levende paspop’) op het hoofdkantoor van Tommy Hilfiger terwijl mijn nichtje op sterven lag, voelde ik ineens dat mijn prioriteiten wel erg door de war liepen. Mijn eerste boek kwam uit en dat viel samen met het einde van mijn kortstondige modellencarrière. Maar het belang van vleeskleurig ondergoed en de inzichten over egoloosheid, tijd en ruimte, zijn me altijd bijgebleven.