Doneer
a-naar-beter

Van A naar Beter

Geertje Couwenbergh over de diepere betekenis van haar auto’s en de noodzaak van het af en toe in de berm belanden. De Boeddhistische tradities zitten vol met symbolische voertuigen en wielen. Ik snap dat. Je hebt iets nodig dat rolt, dat goed in elkaar zit, dat betrouwbaar is, getest, liefst met airbags en stuurbekrachtiging, maar een goede fiets voldoet ook.

Laatst belandde ik in de berm langs de A2 bij Breukelen, vlak voor die boerderij waar het op zondagochtend altijd zo verdacht druk is. De motor van mijn vijftien jaar oude Suzuki Baleno (een model waar niemand ooit van gehoord heeft en waar pechhulpmonteurs meewarig hun hoofd bij schudden) was oververhit.

Vriendin, hond en ik verbleven in de berm, braaf tien meter vóór de auto vanwege veiligheidsredenen waar ik lang over moest nadenken. Die berm was trouwens onverwachts mooi, vol bloemen en bijen waar ik meer van zou hebben genoten als mijn vriendin er niet spontaan ongesteld werd, mijn zus niet in Amstelveen met een zieke, tien maanden oude tweeling op ons zat te wachten en de vrachtwagenchauffeurs ons niet nog wat extra opfokten door er lustig op los te toeteren terwijl ze langs denderden.

Afscheid
Dat bleek het einde van mijn Suzuki. De koppakking was stuk (net als de ‘distributieriem’ of de ‘versnellingsbak’ iets wat je niet kapot wilt hebben in een oude auto). Of, zoals ze zeggen in de garagetaal die ik in de weken erna leerde, ‘de koppakking lag eruit’. Ik word altijd vreselijk emotioneel als ik een auto weg moet doen, dus toen een Afghaan en een Pool mijn Suzuki op een broeierige woensdagochtend voor 200 euro op kwamen takelen, keek ik weg.

De Afghaan sprak geen Nederlands en nauwelijks Engels, maar terwijl we ongemakkelijk wachtten op mijn vrijwaringbewijs wist ik toch te ontfutselen wat hij deed met de kapotte auto’s die hij opkocht; verschepen en verkopen in Afghanistan. Ergens is het toch wel een troostende gedachte dat delen van mijn bejaardenbak nu een doorstart krijgen, misschien wel bij de Taliban. Of op kunnen duiken in een videoclip van M.I.A. Een spannender bestaan dan bij mij, in ieder geval.

Bijzondere ritjes
Toch maakten mijn Suzuki en ik samen ook wat mee. Ik startte zijn motor op een avond in het voorjaar van 2009, reed ermee weg uit een destructieve relatie en wist dat ik nooit meer hetzelfde ritje zou maken. Ik reed ermee naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis om afscheid te nemen van mijn nichtje. Ik reed ermee naar de presentatie van mijn eerste boek, had er een openbaring in tijdens de zomer van 2010 op weg naar Amsterdam Noord en parkeerde ermee voor de deur van het huis van mijn lief. Het huis dat inmiddels ook mijn huis is.

Ik denk dat ik zo gehecht ben aan al mijn auto’s omdat ze niet alleen een levensfase vertegenwoordigen, maar me vaak letterlijk van de ene naar de andere hebben gebracht. De oude blauwe VW polo waarmee ik naar Now&Wow reed en waarmee ik een meisje naar Utrecht bracht om af te zetten bij haar vriendin, dezelfde vriendin die later mijn hart zou breken. Dat gebeurde in een andere auto, een turquoise Fiat Tipo die ooit op de brug van Zaltbommel ermee ophield, op weg naar Extrema outdoor. De bordeauxrode Citroen AX die ik in de prak reed na een yogales en waar ik een medewerker van de gemeente een whiplash mee bezorgde, bracht me naar het einde van de onschuld. De groene AX waarmee ik wegreed uit mijn driejarige relatie op een regenachtige nacht in november, chauffeurde me direct door naar mijn nieuwe liefde. Die waar ik later dus voorgoed vandaan reed in mijn Suzuki.

Symbolische wielen
De Boeddhistische tradities zitten vol met symbolische voertuigen en wielen. De dharma, de leringen, de verschillende stromingen zouden voertuigen zijn die ons van a naar b brengen. Van apathie naar betrokkenheid. Van daar naar hier. Van onwetendheid naar wakkerheid. Ik snap dat. Je hebt iets nodig dat rolt, dat goed in elkaar zit, dat betrouwbaar is, getest, liefst met airbags en stuurbekrachtiging, maar een goede fiets voldoet ook. Het wiel niet opnieuw hoeven uitvinden vind ik een van de fijnste bijkomstigheden van tot een traditie behoren.

Maar het voertuig van de dharma gebruik je, net als auto’s, alleen tijdelijk. Een bekende Boeddhistische metafoor beschouwt de dharma als een bootje waarmee je naar de overkant kan komen, van Jersey Shore naar Awakening Beach, zullen we maar zeggen. Eenmaal aan de overkant moet je niet aan het bootje vasthouden of het demonstratief meeslepen. Het heeft zijn dienst bewezen. Ik herken dat op de momenten waarop iets weten met je brein, zeg de Vier Edele Waarheden, tekort schiet en je met je gezicht over het asfalt van je realiteit schuurt. ‘Oh, dat is dukkha, lijden’. Je voertuig bracht je misschien ver, maar uiteindelijk ligt je koppakking eruit en beland je in de berm, de directe ervaring van je leven op dat moment.

Gympies en de dharma
De auto’s en fietsen en treinen en benen die ons van a naar b brengen zien we doorgaans niet als iets heiligs, zoals we de dharma wel zien als voertuig. Toch denk ik dat in onze Suzuki’s, onze afgetrapte fietsen en gympies een even diepe dharmales verborgen ligt; namelijk die van je eigen leven. En dat is uiteindelijk het enige voertuig, de enige échte dharmatalk die we krijgen.

Inmiddels hebben mijn vriendin en ik, na slapeloze nachten en surrealistische scènes in autoshowrooms (‘moet er een kinderwagen in passen?’) een splinternieuwe, spierwitte, tikkeltje ordinaire, maar ecofabulous Kia Rio gekocht die we liefkozend Kio noemen (Ria was een andere optie, maar paste niet, besloten we gisteravond). Ik vind het doodeng en heerlijk om aan die nieuwe auto te beginnen. Ik kan niet wachten om te zien waar Kio me heen zal brengen en kijk nu al op tegen het afscheid en de onvermijdelijke, maar onverwachts mooie berm waar hij me ooit in zal uitspugen.