Doneer
arie-vuyk-boeddhisme

Arie Vuyk: “Verlichting is die lege kern waar je niet altijd bij kunt”

Mediteren gaf Arie Vuyk meer rust maar maakte hem ‘geen heilige’. “Ik leer vooral veel af, zoals een innerlijke dialoog in stand houden. Is dat iets bereiken?”

Zeg boeddhisme of de Boeddha en we denken al snel aan ‘verlichting’. Maar wat is verlichting precies? En hoe zien moderne beoefenaars binnen het boeddhisme dit? Jolanda Breur vraagt het cabaretier Arie Vuyk. Dit is deel 7 in een serie.


“Ik sta op het podium vaak te dollen over het boeddhisme. Toch neem ik het heel serieus. De Boeddha deed zes jaar over wat je nu in een mindfulness-cursus van acht weken zou leren. Maar de gemiddelde mindfulness-docent heeft nog nooit van de Satipatthana-sutta gehoord, Boeddha’s leerrede over vipassana-meditatie waarop mindfulness is gebaseerd. Ik lees altijd bronteksten. Voordat ik in 2017 toevlucht nam Dit wil zeggen dat je officieel boeddhist wordt. Je neemt je toevlucht in de drie juwelen: de Boeddha, de dharma en de sangha. De Boeddha verwijst naar de mens die verlichting bereikte en zijn ervaring en inzichten ging delen met anderen, wat het ontstaan van het boeddhisme inluidde. De dharma, ook wel de dhamma, is het pad naar verlichting of de leer van de Boeddha. De sangha is de gemeenschap van mensen waarmee je samen het pad van de Boeddha bewandelt. , las ik de hele Sutta – Pitaka, de toespraken van de Boeddha. Om te zien of ik wel officieel boeddhist wilde zijn. Eigenlijk was ik het allang.

Dat begon toen ik op mijn veertiende de Daodejing onder ogen kreeg, een taoïstisch werk.

De taal was zo anders dan die van het christelijke verhaal in de Biblebelt waar ik opgroeide. Op de zondagsschool werd ik aangesproken als een verdoemde zondaar. Lao Tze heeft het over wijsheid en hoe je die kunt ontwikkelen. Dat kwam binnen als een mokerslag. Ik mocht er kennelijk zijn. Daarna begon ik alles te lezen wat los en vast zat over het boeddhisme en de oosterse filosofie. Het was als thuiskomen. Ik vond geen sangha’s in de jaren tachtig, dus ik begon op eigen houtje met zen. Tien jaar geleden stapte ik over naar de theravada-stroming. Waarom?… Ik denk soms lang na om zuiver te spreken… Wat mij beviel was de no-nonsense-aanpak; geen symbolen, werken met de bronteksten. Dat kale trekt me.arie vuyk boeddhisme

Ik heb moeite met drukte, rommel en chaos. Boodschappen doen is me soms te veel. Al die verschillende producten in de schappen. Mijn huis is minimalistisch ingericht, alleen spullen die ik echt nodig heb. Zo’n prikkelarme woning roept soms weerstand op bij anderen, maar ik verdedig me er niet meer voor. Ik ben rustiger geworden. Anderen zeggen dat ook. Laatst zat ik me te ergeren bij een theatervoorstelling. Die schoot echt tekort, en dan heb ik het niet over smaak. Ik stond op het punt te vertrekken. Dan zou ik wél de actrice en gitarist storen in hun werk en dat wilde ik niet. Ik besloot metta te doen, mediteren op liefdevolle vriendelijkheid voor de mensen in de zaal en die spelers. Anders had ik een nare middag gehad. Ik dacht soms nog wel: doe in vredesnaam iets aan je dictie.

Die rust geeft gemak in mijn dagelijks leven. Minder getob. Gedachten gaan er nog wel eens met me vandoor, dat kun je niet tegenhouden. Maar ik ben me er vaak bewust van als het gebeurt. Ik zie het nu ook borrelen als ik aan het schrijven ben, zo’n moment dat woorden opkomen en ik weet: als ik me nu concentreer gaat die tekst er komen. Noem het flow. Voorheen ging dat minder gecontroleerd, met meer opwinding. Ik mediteer iedere dag minstens een uur zittend, en een uur liggend met een bodyscan. Ik doe het gewoon, het zit in mijn systeem. Ik hoef er ook niks mee te bereiken. Daarom heb ik het niet over een spiritueel pad, want ik ga niet van a naar b. Ik begeef me op een spiritueel véld.

De dhamma is mijn leidraad.

Zo belandde ik onlangs op een vergadering van een boeddhistische organisatie. Ze hadden me gevraagd of ik me bij hen wilde aansluiten. Ik had nog nooit zoveel drank op tafel zien staan, iedereen had een fles wijn meegenomen. Als je na afloop naar de kroeg gaat: prima. Maar op een dhamma-bijeenkomst wijn drinken, dat kan niet. Geen bedwelming van de geest is een duidelijk voorschrift. Dogmatisch misschien, maar anders is het eind zoek. Ik ben niet met ze in zee te gaan. Natuurlijk ben ik geen heilige, heb nog altijd mijn tekortkomingen en irritaties. Op sommige vlakken kun je je oersterk voelen, terwijl futiliteiten je uit het lood slaan. Vooral als iemand mij verkeerd begrijpt.

Toen ik toevlucht nam, kreeg ik de naam Kondanna, een volgeling van Boeddha en de eerste verlichte monnik. Aanvankelijk voelde dat als een molensteen om mijn nek. Later besefte ik dat verlichting maar een woord is met een bepaalde lading. En dat is weer niet meer dan een veranderlijk object van de geest. Ik ben tijdens een retraite in de bewustzijnsstaat jhana geraakt. Er was bewustzijn zonder emoties of een ‘ik’.

arie vuyk boeddhist en cabaretier
Foto: Léon van Hulst

Leegte, het indrukwekkendste en tegelijkertijd het normaalste wat ik ooit meemaakte, vertrouwd.

Het duurde denk ik een half uur en er kwamen tranen van herkenning. Deze ervaring heeft nog altijd invloed op mijn meditaties, alsof ze meer fundering hebben. En het strekt zich langzaam uit in het dagelijks leven. Ik leer vooral veel af, zoals een innerlijke dialoog in stand houden. Een grote verandering, maar is dat iets bereiken? Ik denk dat verlichting dynamisch is, meer of minder aanwezig.

Zie de geest als een spekkoek met veel laagjes. De onderste laag is die lege kern. Je kunt zo geconcentreerd mediteren dat je in die onderste laag vertoeft. In die bovenste laag zijn nog gedachten en emoties, maar die doen niet mee. Je kunt jezelf ook voorstellen als een cd met muziek en het leven als een cd-speler om hem te laten klinken. Daar is wel dat gat voor nodig, middenin de cd. Net als alles verdwijnt die cd op den duur. Waar blijft dan dat gat? Het blijft en is er altijd geweest. Het gat kreeg even een contour. Het is die lege kern waar je niet altijd bij kunt. De Pali-canon geeft er wel dertien omschrijvingen van. Het ongeconditioneerde, vormloze, ongeborene, onsterfelijke, om er een paar te noemen. Je bent er drager van.

Ik had een volle agenda met optredens, maar ze werden afgelast door corona. Ik onderging een operatie aan mijn knie en woon alleen. Een soort nulpunt. Het perfecte moment om over mijn sterfelijkheid te mediteren. Door je over te geven aan dat besef verlies je niet de controle over je leven, maar zie je de betekenis ervan. Niet mooier, gewoon zoals het is. Moeilijk soms. Het hoeft ook niet altijd leuk te zijn. Ik moet mijn kunstenaarspraktijk weer opnieuw opbouwen. Af en toe denk ik: ga als de wiedeweerga een theaterprogramma in elkaar zetten. Maar het belang van mijn werk is relatief. Als ik naar buiten kijk en het groen zie denk ik wat anders: het is goed zo. En dat programma komt wel.


Arie Vuyk ( 1969 ) is boeddhist en cabaretier. Hij won twee cabaretfestivals, trad op in New York en Reykjavik en publiceerde enkele boeken. Zijn nieuwe, boeddhistische cabaretprogramma heet Every Boeddha Happy. Naast zijn optredens en lezingen heeft hij een eigen sangha in Rotterdam.

De documentaire ‘Van Boeddha naar bühne’ volgt cabaretier Arie Vuyk, die pendelt tussen kluizenaar en clown, waarbij de kleedkamer symbool staat voor de ruimte tussen die twee.