Doneer
boeddhisme-en-zingeving

“Je bent niet verlicht met een knip van je vingers”

Soe Rafeek kwam nooit wat tekort en toch ervaarde ze geen zin. Bewust zijn gaf haar houvast. "Ik ervaarde een constante tijdens meditaties. Mijn bewustzijn, ofwel de grond waarop al mijn ervaringen mogelijk worden."

Zeg boeddhisme of de Boeddha en we denken al snel aan ‘verlichting’. Maar wat is verlichting precies? En hoe zien moderne beoefenaars binnen het boeddhisme dit? Jolanda Breur vraagt het Soe Rafeek. Dit is deel 10 in een serie.


“Je loopt in je leven door omstandigheden kleine of grotere beschadigingen op. Die kun je bedekken met andermans liefde of prestaties in je werk. Of door jezelf te verdoven.

Bij mij viel het ogenschijnlijk mee. Ik kwam nooit wat tekort. Mijn ouders gaven me vrijheid en financieel hadden we het goed. Ik had mooie liefdes, mooie vrienden en mooie auto’s. Maar dat is geen garantie voor de beleving van zin. Hoe mooi je spullen en ervaringen ook zijn, de volgende dag word je wakker en begint het weer opnieuw.

Mijn vader komt uit een moslimgemeenschap op Sri Lanka, maar ik ben niet-religieus opgevoed. Hij was meer van het boeddhisme, ook een religie, zei hij, maar dan zonder God. Hij ging soms naar een boeddhistische tempel. Mijn moeder is niet-praktiserend spiritueel. Ze gaf me een boekje en cd over meditatie wat ik graag wilde hebben, toen ik twaalf was. De toepassing liet nog even op zich wachten, want ik werd al snel een puber die woedend was dat ze bestond. En dat nam ik mijn moeder kwalijk. Ik vond dat iedereen maar wat deed, terwijl niemand kon uitleggen wat er aan de hand was. Want ja, hallo, het leven is toch absurd of ligt dat nou aan mij? Ik zocht zin, had een aversie tegen religie en voelde tegelijkertijd een diepe behoefte aan verbondenheid. Dat resulteerde in een knagend gevoel van onrust en ontevredenheid.

boeddhisme en zingeving

In de jaren die volgden heb ik veel geblowd en gefeest. Er was permanente onrust, een constante gedachtestroom over dingen die ik moest bereiken of dat ik misschien niet goed genoeg was. Het voelde alsof er van alle kanten aan me getrokken werd. Maar bij mezelf stilstaan leek me zo onaangenaam, dat ik dat koste wat het kost probeerde te vermijden.

Het dieptepunt volgde toen ik besefte dat ik een gokprobleem had. De stress had z’n maximum bereikt. Dit leidt nergens toe, dacht ik. Het was zwemmen of verdrinken. Ik begon eerder al aan concentratiemeditatie en hoe vaker ik dat deed, hoe meer ik geneigd was om de knoop door te hakken. Om het anders te doen. Ik merkte dat mijn problemen verdwenen als ik stil werd. Daardoor kon ik ze beter relativeren. Ik ervaarde een constante tijdens meditaties. Mijn bewustzijn, ofwel de grond waarop al mijn ervaringen mogelijk worden. Dat is zo vanzelfsprekend, omdat je dat voortdurend ervaart. Door te mediteren komt dat besef van die constante bovendrijven en dan zie je: deze stabiele ondertoon is er altijd geweest. Ongrijpbaar maar vertrouwd. Ik voel dat ik dáár moet zijn.

Meditatie bleek als een symbiose met het leven zelf. Vipassana was een verlengstuk van mijn blik op de wereld. Als kind keek ik al naar mijn gedachtes en gevoelens om te zien hoe ze me dienen. Ik hoefde alleen nog maar meer aandacht te ontwikkelen. Die praktijk breidde zich uit naar mijn werk als taxichauffeur en koerier. Als ik reed, was ik me bewust van mijn lichaam en ademhaling. Toen kwam het bewustzijn van mijn bewustzijn als object van meditatie. Het vermogen om bewust te zijn groeide, ook bij andere taken.

Ik begin er de dag mee. Daarna doe ik qi gong, bewegingsoefeningen en eigenlijk een actieve meditatie. Dan ga ik een kwartier zitten voor concentratiemeditatie. In de auto naar mijn werk herhaal ik een affirmatie voor mezelf, een zelfgeschreven mantra over liefde en verbondenheid. Vijf minuten voordat ik aankom, doe ik een hartmeditatie, om me open te stellen en meer te voelen, ook bij minder leuke situaties, zoals onverwacht overwerk, regen of een afgezegde afspraak.

Twee keer had ik een moment waarop mijn bewustzijn verruimde. Ik was onderweg als koerier en luisterde naar een begeleide meditatie. Ineens voelde ik dat ik niet mijn gedachtes ben en dat het bewustzijn van anderen niet anders is dan dat van mij. Twee kanten van dezelfde medaille. Het was plotseling kristalhelder. En ik probeerde de consequenties daarvan te ervaren. Het leek alsof mijn blik wijder werd en mijn hart meer openging, heel subtiel. Dat gevoel ontglipte me na een dag of twee. Net als die keer daarna, tijdens een wandeling. Maar ieder inzicht verandert je een beetje, ook al kun je je het niet meer herinneren. Zo sijpelt de beoefening door in mijn handelen.

Soe Rafeek

Ik merk dat goed bij mijn familie, zo’n plek waar emoties dicht onder de oppervlakte liggen. Eén verkeerd woord en je schiet in je oude reactiepatroon. Als ik me bewust ben van mijn lichaam en ademhaling, zie ik dat gevoel opborrelen. Mijn moeder kan nogal bezorgd zijn, terwijl ik graag denk dat alles mogelijk is. Haar angst herinnert me aan de overtuigingen die ze me meegaf en die ik probeer te overstijgen door mijn spirituele beoefening. Dat is confronterend.

Maar ik kan nu toch mijn frustratie zien en denken: oké, blijkbaar zit er nog iets bij mij, anders zou ik dat niet voelen. Ik kan niet verwachten dat zij opeens anders gaat doen, omdat ik wil veranderen. De ruimte om dit te zien schept begrip. En het wordt geen ruzie. Dat geeft vertrouwen om het de volgende keer weer toe te passen. Zo kreeg ik ook het gokken onder controle, langzaam doofde die neiging uit. Ik kan dat verlangen nog wel voelen, misschien een onbewuste gedachte dat ik het wil doen om even afgeleid te zijn. Maar terwijl ik het zie, pauzeer ik en vertrouw ik erop dat ik er niet naar handel. Ik ben nu verder dan reageren op mijn impulsen. Dat is een cadeau voor iemand die verslavingsgevoelig is.

Liefde vind je in verbondenheid, dat kinderlijke, zonder reden bruisen van geluk, als je met vrienden bent bijvoorbeeld. Ik denk dat spiritueel zoeken hierover gaat; inzicht en liefde. Ik probeer dat gevoel wat ik normaal alleen voor naasten heb ook voor kennissen en vreemden te cultiveren.

Verlichting zou een proces zijn dat zich verdiept en uitbreidt, je bent niet verlicht met een knip van je vingers. Zo zie ik het ook. Bewust zijn is daarbij een houvast. Het doet me erop vertrouwen dat het allemaal wel goed zit, ondanks dat het onbevattelijk is. De zin kwam bij mij toen die voortdurende stress afnam door meditatie. Ik kon anders naar de wereld kijken. Me verwonderen over de triljoenen cellen in ons lichaam, die allemaal weten wat ze moeten doen, zonder dat we erover na hoeven denken. De magie van het leven, terwijl we druk zijn met onze alledaagse beslommeringen. Door te mediteren en bewuster te ervaren, kwam dat naar boven. Je hebt er geen specifieke goeroe of bepaald boek voor nodig. De wereld is je leraar.”