Doneer
tom-hannes-corona-header2

Een koan voor corona

Je telefoneert op straat. Maakt een praatje. Laadt boodschappen in. Wég bewustzijn dat je anderhalve meter afstand moet houden. Nu de duimschroeven weer flink worden aangedraaid, kunnen we volgens Tom Hannes ook wel wat meer 'veldbewustzijn' gebruiken.

“Wat hebben wij westerse zenbeoefenaars nog het meest te leren?”, vroeg een van mijn zenleraren eens aan een oude Japanse meester. Er werd duchtig gemediteerd, gezwoegd op de rituelen, de leer werd bestudeerd. Daarop had de Japanner niks aan te merken. Zijn zen-antwoord was even kort als verrassend: “How to mooove …” Het verhaal bleef hangen in mijn geest. In deze coronatijden denk ik er zelfs meer dan dagelijks aan.

How to move. Hoe te bewegen. Waarom hadden wij dat te leren? Waren we niet al uren per dag op elk klein gebaar geconcentreerd? Zowel tijdens de lange zit- en loopmeditaties, de rituelen en de maaltijden, als op elk ander moment van de dag? Het was zelfs een van de eerste zen-termen die ik leerde: zanshin, ‘de geest van het gebaar’.

Die kwaliteit van aandacht waarin je onophoudelijk beseft dat je je in een ruimte voortbeweegt

Tweet
Maar iets zei me dat de Japanner nog wat anders bedoelde. Mogelijk had hij het over een soort van bewegen waarbij een heel andere aandacht dan eenpuntige concentratie beoefend wordt. Een aandacht die wij westerlingen makkelijk vergeten. Mogelijk doelde hij net op het tegendeel van eenpuntigheid: panoramische aandacht. Die kwaliteit van aandacht waarin je onophoudelijk beseft dat je je in een ruimte voortbeweegt. Dat bewegen een interactie is met het hele veld om je heen, niet alleen voor je, maar ook links, rechts, boven en onder. En dat ‘zen zijn’ ook dat hoort te betekenen.

Bewustzijnstunnel

Nu wij vandaag allemaal plots aan social distancing horen te doen, valt op hoe pover het gesteld is met onze panoramische aandacht. In principe zijn we natuurlijk best bereid om anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Maar in de praktijk is er heel weinig nodig om die bereidheid als rook te doen oplossen. We doen het niet eens met opzet. Of we nu hardlopen, fietsen, een praatje maken met een vriend, de telefoon opnemen of de boodschappen uit de auto laden, we gaan er al snel zodanig in op dat we de rest van onze omgeving volledig uit het oog verliezen. We zitten in onze eigen bubbel. In onze eigen smalle bewustzijnstunnel.

We hebben geen tunnelbewustzijn, maar een veldbewustzijn nodig om op elk moment het nodige te doen

Tweet
De twee vormen van aandacht – eenpuntige en panoramische – zijn te vergelijken met licht. Gebundeld licht is geweldig. Zaklantaarns doen ons in het donker zien. Lasers zijn zo eenpuntig dat ze zelfs materie kunnen snijden. Maar het leven zou bijzonder donker zijn als we daarnaast niet ook een overvloed aan ongebundeld licht hadden. Zoals zonlicht. Hetzelfde geldt voor aandacht. Focus is geweldig. Zowel in het dagelijkse leven als in meditatie. Maar we zijn al te zeer geneigd om meditatieve aandacht te herleiden tot concentratie, een gebundelde aandacht die zich door niets laat afleiden. We vergeten de andere meditatieve pool: die van een weidse, laterale aandacht voor om het even wat. Een aandacht zo weids als zonlicht.

Ontwikkelde openheid

In de oudste sutta’s wordt de Boeddha soms geassocieerd met de zon. En in de beroemde Metta Sutta gebruikt hij een krachtige zonnemetafoor voor de ontwikkeling van positieve, warme deugden: je wekt een warme welwillendheid op en je stelt je voor dat je ze in alle richtingen uitstraalt, zonder onderscheid, eindeloos ver.

Gandhara Boeddha, 1e - 2e eeuw CE. Nationaal museum Tokyo
Gandhara Boeddha, 1e – 2e eeuw na Christus. Nationaal museum Tokyo

Dat soort van ontwikkelde openheid ziet de Boeddha als een wezenlijk element van een ontwaakte levenswandel. En vandaag kunnen we daar allemaal, boeddhist of niet, wel een beetje meer van gebruiken.

Dat is, toegegeven, flink tegen de stroom ingaan. Al meer dan veertig jaar worden we door onze cultuur en onze beleidslui behandeld als een individu dat zijn eigen weg moet gaan, zich een weg moet banen, als een manager van je eigen leven, om onze targets en deadlines te halen en om onze passie te vinden en daar volop voor te gaan… Dat zijn allemaal bewustzijnsvernauwende beelden.

Het hoeft niet te verwonderen dat we er op den duur niet langer bij stilstaan dat we ons, als we naar buiten gaan, in een ingewikkelde en weidse omgeving begeven. Dat we geen tunnelbewustzijn maar een veldbewustzijn nodig hebben om op elk moment het nodige te doen. In plaats van de laser-aandacht is het de zonne-aandacht die het zonneklaar maakt dat ons leven en onze wereld niet te herleiden zijn tot een rechte lijn tussen onszelf, ons doel en een reeks vervelende dingen die ons daarin storen. Dat we deelnemers zijn in een landschap. Een panorama. Dat geldt niet alleen voor grote CEO’s en leiders van het land. Dit geldt voor iedereen.

De ontwikkeling van veldbewustzijn maakt ons leven eindeloos vlotter, socialer en ruimer. Social distancing krijgt dan zijn volle betekenis in onze manier van bewegen. Ja, how to move is een uitstekende corona-koan.

Bron Boeddhabeeld: Wikipedia