Doneer
1620-2007 07 Jotika 75 jaar met dhammananda

Jotika Hermsen: vrije geest, een leven lang gericht op het mysterie

Van boerendochter naar kloosterzuster en daarna van topcounselor naar boeddhist: Jotika Hermsen wisselde meermaals van gedaante. Tegelijkertijd blijft ze steeds een spirituele pionier op zoek naar waarheid. Dick Verstegen las haar biografie die op 20 september verschijnt.

Biografie Jotika HermsenJotika Hermsen (1932) is een parel aan het boeddhistisch firmament in Nederland. Haar biografie onder de titel Jotika Hermsen, de vier levens van een spiritueel pionier, laat daarover geen misverstand bestaan. Het boek is zorgzaam en met oog voor detail geschreven door Frieda Pruim. Nog maar vrij kortgeleden verscheen onder haar redactie ook een boek met de mooiste teksten van Jotika onder de titel Anders zien. Jotika’s biografie toont haar opnieuw in vier ‘levensdelen’: boerendochter Jo, kloosterzuster in de orde van de Franciscanessen (ze was de eerste non die de Sociale Academie deed), topcounselor in de cocounselinggemeenschap en tenslotte boeddhistische non in de vipasssana-traditie. En in al die verschillende levens was feminisme, althans de gelijkwaardigheid tussen vrouw en man, één van haar leidraden.

Eerlijk gezegd ontleent de parel voor mij haar glans niet aan haar deskundigheid, dharma-kennis, feminisme, of juist haar meegaandheid in bepaalde situaties, maar aan haar eigenzinnigheid. Voor mij gaat haar hele leven, hoe kronkelig het ook lijkt, in één rechte lijn het mysterie binnen. En daar waar ze hierin tegenwerking ondervond, overwon zij die weerstand door gewoon door te gaan op haar weg. Op die weg is ze niet alleen een warm, empathisch wezen, maar ook een volhoudster pur sang, zo blijkt zonneklaar uit wat Frieda Pruim heeft opgetekend. En daar moet je ook een beetje eigenwijs voor zijn. De flaptekst van het boek noemt haar niet alleen pionier, maar ook waarheidszoeker. Wat is dat?

Nirvana en het koninkrijk Gods

Welnu, ik denk dat ze wil doordringen in het mysterie van ons bestaan. Dat mysterie beschrijft zij bondig maar ook grondig in Anders zien. Zij komt niet alleen tot de conclusie dat Jezus en Boeddha grote vrienden zijn, maar ook dat, vanuit een nieuw godsbesef, ‘nirvana’ in het verlengde ligt van God. In 2015 schrijft zij: “Met God leven of in nibbana zijn is ook de weg van niet meer sterven, want je sterft al voordat je sterft. In de meditatie ervaar je nibbana wanneer je niet meegaat met voorkeur en afkeer, een moment van bevrijding.”

“Het is wel tijdelijk, maar het kan zichzelf herhalen of je leven lang blijven. Langzamerhand wordt je hele wezen gezuiverd en je ervaart de hoogste vrijheid, je bent gelukkig, je bereikt lokuttara. Het bovenwereldse of transcendente. Je zou kunnen zeggen: je ziet God, je wordt verenigd met God, het bovenwereldse. Daar is geen angst meer, geen paniek, geen onzekerheid, daar is het groot en veilig. Wat Boeddha zag was dat nibbana gevonden kan worden in ieder menselijk wezen, in ons. Vijfhonderd jaar later sprak Jezus: het koninkrijk Gods is in u. Voor nu: alleen nog zien wat er al is.”

In de biografie zelf komen we vergelijkbare uitspraken van haar tegen. Jotika zegt bijvoorbeeld: “Het is nibbana, de essentie, de kern, de waarheid, dat wat niet zichtbaar is voor fysieke ogen, wat altijd doorgaat, wat er is voordat je geboren bent en nadat je bent overleden. (…) Jezus was net zo’n grote spirituele man als Boeddha. Ik ben ervan overtuigd dat hij is beïnvloed door het boeddhisme.”

Dochter van wijsheid

Als ik door haar leven lees, is zij al vroeg op zoek naar inzicht en wijsheid en rustte ze niet voordat ze die gevonden had. Ze kreeg in het klooster al de naam Marie-Louise, naar Marie-Louise de Jésus, die eind 17e eeuw de vrouwenorde ‘Dochters van wijsheid’ stichtte. Dat wilde Jo(tika) zijn, een dochter van wijsheid en dat is ze geworden. Het klooster bood haar een ‘opleiding’ tot haar eigen eigenheid en aanvankelijk was ze erg blij dat ze haar roeping gevolgd had. Ze schreef in 1954, 21 jaar oud, in haar dagboekschriftjes ontroerende woorden. “ ‘k Behoor aan de allerhoogste toe. Wat kan me gebeuren God, neem mijn kleine liefde en maak ze zo dat Gij ze kunt gebruiken als instrument om uw Goddelijke liefde door te geven.”

Wat Boeddha zag was dat nibbana gevonden kan worden in ieder menselijk wezen, in ons.

Tweet
Precies dat instrument is haar leven geworden, alleen niet in een christelijke monastieke setting. Het mooiste meisje van de klas bleef 23 jaar in het klooster, voordat ze na veel aarzeling uittrad. Ze maakte de omwenteling mee van het Tweede Vaticaans Concilie, werkte in de wereld met haar Sociale Academie-opleiding, experimenteerde met woonvormen en ook met seks – wat ze, in tegenstelling tot samenleven, niet strijdig achtte met het celibaat. Maar ze wist steeds dat alleen ontlediging, het opgeven van egogerichtheid, ruimte voor God schept.

Geroepene

En juist daarom miste ze bij de Franciscanessen de verdieping, met name contemplatie. En dat gaf uiteindelijk de doorslag voor haar uittreden in 1976. Voor die verdieping moest ze via de cocounselingbeweging bij het theravada-boeddhisme terecht komen. “Het klinkt misschien gek om van een klooster te zeggen, maar ik vond het niet spiritueel genoeg,” zei ze tegen een vriendin over haar uitreden. En, vertelde ze aan Frieda: “Toch wist ik, ik moet ongehoorzaam zijn om gehoorzaam te kunnen zijn. Ongehoorzaam aan het kloostersysteem om gehoorzaam te zijn aan God, en trouw aan mezelf.”

Jotika Hermsen
In 1974 tijdens een cocounselweekend in Baarn. Jotika Hermsen is de tweede van rechts in de bovenste rij.

In de beweging van de cocounseling Cocounselen is een methode die helpt met emoties om te gaan door er ruimte voor te maken en aandacht aan te geven. Met behulp van de aandacht van iemand anders voer je een ‘gesprek met jezelf’. heette Jotika Joke. Haar ster rees daar snel en ze leerde er veel mensen kennen, onder wie Anja Meulenbelt. Zij (Anja) werd ooit door Huub Oosterhuis ‘een geroepene’ genoemd en ze wist meteen “Joke is ook een geroepene, ze heeft een taak in het leven die ze serieus neemt (…) iets voor andere mensen doen.” In de cocounseling maakte Joke een inhaalslag in haar emotionele ontwikkeling en dat opende haar weer meer voor spiritualiteit die te vinden is in de alledaagse werkelijkheid “God is gewoon. Kopje duikelend met de heilige Geest,” schreef ze in een dagboek. “Kom heiligende Geest, waar je levensvreugde ontmoet, daar is God.” Ze ontdekte ook dat de heilige Geest haar dag in dag uit leidde en schreef: “God is in mij – wat kan ik anders representeren?”

Rijk in alles

Ze herkende de ontlediging uit haar kloostertijd in de zelfloosheid van het boeddhisme en het was ook niet verwonderlijk dat ze diep onder de indruk raakte van de Vipassana-meditatie, waarmee ze rond 1986 kennismaakte. Haar Thaise leraar Mettavihari wijdde haar in 1995 tot vrouwelijke monnik en gaf haar de naam Jotika, wat ‘rijk in alles betekent’. Mettavihari, lees ik in de biografie, liet mensen uren op zich wachten, ging verkeerd met geld om, was dominant en liet toe dat zijn mannelijke monniken Jotika niet als gelijke erkenden. Maar tegelijkertijd bracht Mettavihari altijd gezelligheid mee.

Ze herkende de ontlediging uit haar kloostertijd in de zelfloosheid van het boeddhisme.

Tweet
Jotika beschouwde en beschouwt hem als een groot leraar aan wie ze heel veel te danken heeft. Toch leverde ze aan het eind van haar wijdingsjaar haar formele pij en haar bedelnap bij Mettavihari in. Ze voelde zich daardoor vrijer in haar doen en laten, maar bleef voor zichzelf de non die ze van binnen was. Ze leerde van haar leraar veel wijze lessen. Eén ervan was: “Laat de dingen zijn zoals ze willen zijn, niet zoals jij wilt dat ze zijn.”

Toen het seksuele wangedrag van Mettavihari na zijn dood in 2007 aan het licht kwam, was dat voor Jotika een hard gelag. Zij heeft zijn gedrag nooit vergoelijkt, maar vond wel dat met zijn misstappen zijn onderricht niet op de schroothoop mocht worden gegooid. Zijn onderricht houdt ze haar hele leven in ere. En haar mening bleef dat ook de dader mededogen verdient. Sommigen vonden evenwel dat Jotika meer oog had moeten hebben voor de slachtoffers. Frieda concludeert als biograaf: “De kwestie-Mettavihari kende alleen maar verliezers: iedereen werd er op zijn of haar eigen manier geschaad, en de –weliswaar wankele– vipassanagemeenschap viel uit elkaar.”

Is je werk van jou?

Jotika’s inschikkelijke kant laat Frieda Pruim in de biografie niet onbelicht. Zo beschrijft zij hoe Mettavihari haar in de jaren negentig duidelijk overvroeg, bijvoorbeeld in het runnen van de tempel in Amsterdam. Een bevriende lerares vond dat Mettavihari haar gebruikte als sloof. Ook haar achterstelling bij mannelijke Thaise monniken ging haar niet in de koude kleren zitten. Maar: “Vechten gaat voor mijn gevoel in tegen het leven dat ik wil leiden”, zei ze in die periode. Ook dat was een vorm van onverzettelijk doorgaan. Zo wilde ze ook bij de Thaise opvolgers van Mettavihari niet op haar emancipatorische strepen staan, als die op bezoek kwamen voor de viering van het jaarlijkse Vesak-feest. “Als ik daar als feministe ga staan, verpest ik alles. Dan gaat het niet om het hart, maar om het systeem. En het hart staat voor mij voorop,” zegt ze daarover.

Deze instelling beschouwt ze niet als haar verdienste. Noch haar grenzeloze toewijding en tomeloze inzet, waarvoor ze in 2005 van de VN de Outstanding Woman in Buddhism Award ontving, “Je krijgt een oorkonde voor iets wat niet van jou is! Want is je werk van jou? Ben jij dat: je inzet, je denken misschien?”, zei ze destijds in haar BOS-column op de radio. “Wat we zijn is een proces van oorzaak en gevolg; er is geen onafhankelijke grootheid. Alles heeft met relaties te maken, niet met een onafhankelijk ik.”

Jotika bouwt liever bruggen dan conflicten. Toont liever compassie dan afschuw. Dat heeft haar leven gekleurd en bepaald. Toch hadden haar uiteindelijke keuzes, vaak na veel twijfel, iets radicaals. En dat radicale ging nooit over haar, maar altijd over wat zij zag als haar levensopdracht: instrument zijn van Gods liefde.

Jotika Hermsen
Jotika Hermsen in 2004 in het klooster in Birma.

Religie van het hart

Hoewel ik Jotika Hermsen als een mooi en boeiend biografisch project beschouw, waarvoor Frieda Pruim alle eer toekomt (echt ‘monnikenwerk’), heb ik ook een kritiekpuntje. Er zit naar mijn mening wel een erg hoog ‘en toen’-gehalte in haar werk. Met min of meer chronologisch opgebouwde fragmentjes heb je nog niet automatisch een biografie die de lezer naar de keel grijpt. Maar misschien hoeft dat ook niet in dit geval.

Frieda heeft stellig een levensdocument gemaakt van een bijzondere vrouw. Een document dat in mijn ogen ook van historische betekenis is, al was het maar vanwege die vier pionierende levens in één bestaan. Maar de betekenis gaat dieper, dieper zelfs dan het oecumenische aspect dat het leven van Jotika siert. Want haar leven zie ik ook als de belichaming van een tijdsgewricht waarin de ontwikkeling naar religie van het hart onstuitbaar vorm gaat krijgen. Dát pionierschap van Jotika vind ik eigenlijk het mooist. Het boeddhisme kan als levende religie in dit proces een belangrijke rol spelen, mits de dogmatiek niet de boventoon gaat voeren.

Op de hoogte blijven van boeddhistisch nieuws?

Word nu donateur van Bodhi en ontvang elke week onze nieuwsbrief!

Ik wil doneren €19,50 per jaar
buddha (1) Created with Sketch.


Meer weten?

 

Omslagafbeelding: Jotika Hermsen op haar 75e verjaardag, samen met Dhammananda Bhikkhuni, abdis van het enige boeddhistische klooster in Thailand met volledig gewijde nonnen (bhikkhuni’s).