Doneer
1620-Jotika Hermsen

Jotika Hermsen over ouderdom, sterven en loslaten

Bijna 92 jaar oud is boeddhistisch leraar Jotika Hermsen nu. Hoe denkt ze over de naderende dood? En welke keuzes maakt ze rondom haar stervensproces? “Als mij de kracht gegeven is, zou ik graag helder willen sterven.”

Voor de deur van haar appartement in Heino staat een knalrode rollator. Jotika Hermsen noemt hem haar Ferrari. Bijna 92 jaar oud is ze inmiddels: de ‘Grande Dame’ van de Vipassana in Nederland.

Tegenover mij zit een glimlachende, vitale vrouw. Elke ochtend om zeven uur verzorgt ze online meditatielessen met deelnemers uit het hele land. En op woensdagavond is ze in een lokale school te vinden, waar ze een groep van soms wel 35 mensen in hun meditatiepogingen ondersteunt. Ook leidt ze mensen op in het begeleiden van meditatielessen.

Jotika en ik kennen elkaar al ruim 35 jaar en voor mij is ze altijd een inspiratiebron geweest op mijn eigen boeddhistische pad. Jaren geleden mocht ik bij haar stage lopen tijdens een metta-retraite in het Theosofisch Centrum in Naarden. Tijdens andere lange retraites onder haar bezielende leiding is haar glimlach altijd een bron van troost en blijdschap voor mij geweest. Deze glimlach is ook nu aanwezig, terwijl we spreken over moeilijke en niet alledaagse onderwerpen zoals ouderdom en de naderende dood. Het wordt een licht en haast vreugdevol gesprek.

Je hebt nu een respectabele leeftijd bereikt. Hoe ga je om met de beperkingen van de ouderdom en het verlies van mobiliteit?

“Ik leef eigenlijk gewoon door, zoals ik altijd gedaan heb. Ik leef met de dingen zoals ze zijn. Zijn met wat er is: dat is de essentie van meditatie. Ik kan veel minder doen met mijn vingers en mijn benen willen niet meer zo goed, dus ik heb een sta-op-stoel en een hoog-laagbed. Lopen kan ik met de rollator. Ik ben blij dat deze hulpmiddelen er zijn.

Mijn beperkingen zijn heel geleidelijk begonnen en in de coronaperiode verergerd. Wat ik opmerk is dat belemmeringen en blessures vroeger gewoon vanzelf weer overgingen, maar dat is nu niet meer zo. Als ik nu zou vallen bijvoorbeeld, dan is er altijd iets in mijn lichaam dat achteruitgaat en niet meer herstelt. Ik moet dan iets inleveren, zo voelt dat.”

Jotika Hermsen retraite
Jotika Hermsen tijdens een retraite in Naarden in 2010.

Ben je bang je onafhankelijkheid te verliezen?

“Het gaat zoals het gaat. Ik ben er niet bang voor, het zal wel moeilijk zijn, denk ik. Ik ben er ook niet echt verdrietig om, ik vind het reëel hoe dit proces verloopt. Ik heb bijvoorbeeld nog steeds een treinabonnement. Dat moet ik nu maar eens opzeggen, het kost enkel geld! Ik durf niet meer met de trein, ook niet met begeleiding. Dat heb ik opgegeven. Stel je voor dat ik met rollator en al van een helling afga!

Ik heb nog genoeg energie om vindingrijk te zijn.

Tweet
Maar ik heb nog genoeg energie om vindingrijk te zijn en voor de dagelijkse belemmeringen oplossingen te vinden. Ik raak niet in paniek. Als mijn vingers het flesje soja niet meer willen openen, kunnen mijn sterke tanden dat wel! Ja, en als mijn spierziekte zou verergeren, komt er misschien nog wel een rolstoel in de toekomst. We zullen zien. Ik maak me er geen zorgen over.”

Heb je ergens spijt van in je lange leven? Je hebt geen kinderen of kleinkinderen. Mis je dat nu in deze fase van je leven?

“Spijt heb ik niet. De kinderwens was nooit bij mij aanwezig en ik ervaar ook nu geen gemis. In mijn tijd in het klooster waren er wel zusters die hiermee worstelden, maar bij mij leefde dat niet.” (Jotika trad op haar 21e in als katholieke non in het klooster van de Franciscanessen in Denekamp, red.) Lachend vervolgt ze: “Ik heb misschien genoeg kinderen om me heen gehad en verzorgd, ik was de oudste van elf in het gezin!

Maar als je me zou vragen welke periode in mijn leven moeilijk was, dan zou ik het wel weten. Dat was het afscheid van het klooster waar ik vierentwintig jaar leefde, tot mijn 45e. Met al mijn twijfel heb ik er wel twee jaar over gedaan om echt te kunnen vertrekken. Dat was een grote beslissing. Het begint allemaal met erover durven te denken, dan het uitspreken en uiteindelijk komt het tot de daad. Ik zei toen tegen mezelf: ik moet weggaan uit de congregatie om bij God te blijven. Het lijkt wel een tegenstelling, maar voor mij was het dat niet.”

Was je gelukkig in het klooster?

“Jazeker, ik denk dat het de gelukkigste tijd van mijn leven was. En toch zocht ik op een gegeven moment meer verdieping. Het boeddhisme heeft mij deze verdieping en inzicht gebracht. Dat had ik nooit verwacht toen ik uittrad. Nadat ik die stap gezet had, wist ik helemaal niet hoe ik spiritueel verder moest. Op aanraden van een kennis volgde ik een tiendaagse Vipassana-retraite. Zij had me gewaarschuwd hoe zwaar het wel niet was en dat zij het niet had kunnen volhouden. Nou, ik kon het wel volhouden! Wat denk je?” grapt ze: “Het was precies wat ik zocht aan verdieping.”

Bij iedereen kan de dood op elk moment aankloppen. Denk je dat je voorbereid bent om zonder angst te sterven?

“Ik hoop dat het zo mag zijn. Eigenlijk is de dood niets anders dan het uit elkaar vallen van de elementen. Er is geest en lichaam: ‘Nama ’en ‘Rupa’. Het lichaam, dus ‘Rupa’ valt uit elkaar, dat is een natuurlijk proces. De pijn zit aan de kant van het lichaam. ‘Let the body be in pain but not the mind.’ (Nakulapita Sutta, SN22.1)

Deze woorden herinneren mij steeds weer aan het pad dat ik volg, dankzij al mijn wijze leraren. Pijn in het lichaam is onvermijdelijk, pijn in de geest is een optie.

Pijn in het lichaam is onvermijdelijk, pijn in de geest is een optie.

Tweet
Ik heb het vermoeden dat ik veel steun aan mijn meditatiepraktijk zal hebben tijdens mijn sterven. Ik heb de wortels van angst, onrust, afkeer en twijfel tijdens meditaties grondig bekeken. Maar ik denk niet dat je je echt kan voorbereiden, het gebeurt gewoon. Ons hele leven zijn we al met pijn, ziekte, tegenvallers en verlies bezig. Dus we oefenen eigenlijk altijd al in het loslaten van dingen.

Je kan wel klaar voor de dood zijn, in die zin, dat je niet overvallen wordt door angst en paniek. Zodat je kan accepteren wat er komt. Het moment van sterven is karmisch bepaald. Er zijn veel onderwerpen die voor mij nu steeds helderder worden, die ik in hun samenhang kan plaatsen. Als ik tijd van leven mag krijgen, hoop ik nog meer te mogen verstaan. Maar je mag ook niet vastzitten, je hechten aan de ‘Dhamma’ (de leer van de Boeddha). Dan ben je weer bezig met iets beter of mooier te maken vanuit het ‘IK’. ‘Rupa’ valt uit elkaar bij de dood en ‘Nama’ wordt ieder moment opnieuw geboren. Ook op dit moment, nu wij hier zitten, is er steeds weer een begin en een wegvallen, een geboorte en een dood, een in- en een uitademing.

Helder zien. Dat is het belangrijkste! Wie gaat er dood? Deze contemplatie zou je aan de lezer kunnen meegeven!”

Heb je erover nagedacht waar je zou willen sterven: thuis of in een hospice? En wie je aan je sterfbed om je heen zou willen hebben?

“Dat maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Ik denk dat er mensen zijn die mij helpen en die bij mij thuis willen komen. Maar als het voor hen te zwaar wordt, dan is een hospice ook een optie, waar ik dan zorg mag ontvangen. Ik maak me daar eigenlijk helemaal geen zorgen over, ik heb ook niets geregeld. Misschien zou het fijn zijn als monnik U Nanda Mala in deze fase hier zou kunnen zijn. Dat zou dan online moeten, omdat hij in Birma is! Misschien zou een monnik uit Purmerend willen komen om mij bij te staan. “

Altaar Naarden
Het altaar tijdens een meditatieretraite van Jotika Hermsen.

Zijn er bepaalde rituelen die je wenst tijdens het sterven en daarna?

“Een Boeddhabeeld in de nabijheid is natuurlijk ondersteunend. Maar je hoeft me niet de hele tijd bezig te houden, geen wierook en muziek of andere toeters en bellen,” zegt ze lachend: “Ik zou wel een tijd alleen willen zijn. Als mij de kracht gegeven is, zou ik graag helder willen sterven. En nadat ik mijn laatste adem heb uitgeblazen, is het wel goed om mijn lichaam een paar uur of langer rustig te laten liggen. Men zou bij mij kunnen mediteren of chanten, dat zou mooi zijn. Deze wensen ga ik ook nog opschrijven. Maar misschien komt de overgang ook in de nacht, op een moment dat ik alleen ben. We weten het niet.”

Is er leven na de dood?

“Dat is een mysterie. Ik denk nu dat er geen onafhankelijke entiteit is die oordeelt of straft. Deze overtuiging heb ik natuurlijk lange tijd wel gehad, tijdens mijn kloosterleven. Maar ik heb beseft dat er ‘geen-Zelf’ is buiten mij of in mij. Dit besef ervaar ik als een grote vrijheid in mijn leven.

Het belangrijkste is hoe we Hier en Nu leven.

Tweet
Er zijn in het boeddhisme veel verhalen en gedachten over het leven na de dood. Dat je als mens, als dier of als engel terug kunt komen, bijvoorbeeld. Maar daar maak ik me helemaal geen zorgen over. Ik heb het gevoel dat dit niet het belangrijkste is om over te peinzen, of daar iets voor te willen doen. Het belangrijkste is hoe we Hier en Nu leven! Omdat alles oorzaak en gevolg is, regelt zich dat vanzelf. Er is niets dat vast is. Alles verandert constant: ‘Anicca’(Pali). Er is geen zelf: ‘Anattha’(Pali). Het is een proces dat zich voortzet. De Boeddha heeft dit ook gezien: er is geen vaste entiteit, geen Zelf, geen ‘Atman’. Hij kon dat niet vinden.”

Laten we praten over meer aardse zaken rondom de dood. Hoe kijk je aan tegen euthanasie? En sta je als donor geregistreerd?

“Ik heb bij de huisarts vastgelegd dat ik geen euthanasie wil, ik hoop dat ik zo helder mogelijk mag sterven. Ik weet dat ik veel pijn kan dragen. Men mag mij bijstaan, zodat ik zelf wakker kan blijven en erdoorheen kan gaan. Een verdoving, waardoor ik in een soort van coma raak, wens ik niet. Ik zie dit om mee heen gebeuren. Mensen krijgen heel veel pijnstilling in de vorm van morfine toegediend. Het bewustzijn is dan volstrekt vertroebeld op het moment van sterven.”

“Wat het donorschap betreft,” vervolgt ze glimlachend, ”heb ik besloten dat ik op dit vlak geen donatie of ‘dana’ hoef te geven! Mijn lichaam mag in rust blijven liggen na mijn overlijden. Maar daar moet iedereen zijn eigen beslissing in nemen.”

De tuin van het Internationaal Theosofisch Centrum in Naarden, de thuisbasis van Jotika Hermsen, waar ze ruim dertig jaar lang haar retraites gaf.

Hoe zou je graag herinnerd willen worden?

“Gisteren heb ik weer eens ‘Imagine’ van John Lennon beluisterd. Deze man heeft een prachtig lied nagelaten, waardoor hij door veel mensen met liefde wordt herinnerd. Ik weet niet hoe mensen zich mij zullen herinneren. Misschien heb ik wel iets mogen bijdragen voor mensen die bezig zijn op het pad van inzicht, die de weg van ‘Anders Zien’ bewandelen, die willen ontwaken uit de illusie.”

Voor mij als interviewer voelde dit gesprek als een reflectie op mijn eigen sterfelijkheid – een soort van retraite. Ik dacht terug aan een retraite onder leiding van Jotika, waar ik dagenlang met zware migraine mijn kamer niet uitkwam. Een paar keer per dag kwam ze langs om naar me te kijken, me moed in te spreken, thee neer te zetten en me eraan te herinneren dat alles, maar dan ook alles in dit leven vergankelijk is. Dat ook deze vreselijke pijnen voorbijgaan. En zo was het. Ik zal Jotika herinneren als een wijze vrouw, een bevlogen lerares, een troostrijke weldoenster met humor en met een diep inzicht in de leer van de Boeddha.

Vond je dit artikel waardevol?

Steun ons dan met een donatie!

Ik wil doneren €19,50 per jaar
buddha (1) Created with Sketch.

Meer weten?

 

De afbeeldingen bij dit artikel zijn eigen foto’s van Gabrielle Bruhn (omslagafbeelding) en Jotika Hermsen (foto’s in de lopende tekst).