Doneer
1620-Human bodies, the universe within_by Ars Electronica via Flickr

Orgaandonatie: de ultieme vrijgevigheid of verstoring van het stervensproces?

Na afloop van een uitvaart vraagt Gabrielle zich af of ze orgaandonor zal worden? Wat is eigenlijk het boeddhistische perspectief op orgaandonatie?
Post van de overheid over het donorregister. Foto door Donald Trung Quoc Don, via WikimediaCommons.

Een dierbare kennis is op hoge leeftijd, en na een kort ziekbed in het ziekenhuis, rustig overleden. Omdat zij in haar leven ooit kanker heeft gehad en blind was geworden, is orgaandonatie geen optie meer, vertelt de arts. Na de uitvaart, spreken een vriendin en ik in de auto op weg naar huis over onze keuze voor orgaandonatie. Sinds 1 juli 2020 ben je in Nederland automatisch donor als je geen andere keuze aangeeft. Dit betekent dat je toestemming geeft voor het afstaan van organen na overlijden.

De visie van mijn vriendin is zeer duidelijk: “Van mij mogen ze alles hebben als ik dood ben.” Ik schrik: “Ook je huid en je ogen?” “Jazeker, ik ben dan toch dood! Ik heb voor alles toestemming gegeven. Dat moet jij toch beamen vanuit het boeddhistisch denken. Jij hebt altijd gezegd dat het lichaam een vehikel is in dit leven en vergankelijk.”

In mijn eigen donorcodicil staat sinds 1998, het sterfjaar van mijn moeder: ‘Nee, ik wil geen donor worden.’ Ik ben nu 68 jaar oud en voel me kerngezond.

Redenen om organen te doneren

“Mijn organen zijn toch al te oud,” mompel ik. “Nou dat klopt niet, ”reageert zij: “Jouw weefsel kunnen ze zeker nog gebruiken. Met jouw hoornvlies zou je een blind mens weer ziend kunnen maken en met jouw huid een slachtoffer van een brand een gave huid kunnen schenken. Vrijgevigheid staat toch hoog in het vaandel in het boeddhisme? Trouwens, naar mijn mening mag jij met jouw keuze dan ook geen organen ontvangen als je die nodig zou hebben. Ik hoop dat het nooit zover komt, maar van mij krijg je wel een nier tijdens mijn leven,” zegt ze glimlachend.

Mijn vriendin vervolgt: “Als meer mensen in het donorregister toestemming zouden geven, zou de afschuwelijke situatie rondom orgaanhandel in de derde wereld misschien ook veranderen. Je kent toch de vreselijke beelden van gestolen nieren uit India en Sri Lanka, waar je zo vaak op meditatieretraites gaat? En wat denk je van China, waar men niet zo lang geleden wachtte met executies tot er een geschikte koper voor de organen was. Ook nu gaat daar de illegale handel in organen van gewetensgevangenen door!

Het lijkt me het beste om het nobele zwijgen te praktiseren over deze onderwerpen tijdens de verdere autorit!

donormonument Naarden
Het Nationaal Donor Monument in Naarden. “De klim” (2011) is ontworpen door Egbert Hermsen vervaardigd door Ben Overkamp. Foto door Ziko van Dijk, via WikimediaCommons.

Orgaandonatie als bodhisattva-ideaal

Weer thuis onderzoek ik mijn beslissing rondom orgaandonatie opnieuw. In januari 2023 stonden er volgens de Nierstichting 923 mensen op de wachtlijst voor een nier – met een wachttijd van ongeveer tweeënhalf jaar. 127 mensen wachten momenteel op een nieuw hart. Ik zou graag deze mensen willen helpen en het ideaal van de bodhisattva nastreven. Een bodhisattva stelt zichzelf beschikbaar om alle levende wezens met kracht en volharding te redden.

Ben ik een egoïst als ik niet doneer?

Tweet
Ben ik een egoïst als ik niet doneer? Ik vraag aan mensen in mijn omgeving hoe zij in het donorregister vermeld staan. Een vriend zegt: “Natuurlijk ben ik donor, al sinds mijn achttiende, dat is toch de ultieme dana? Dana is het woord voor ‘donatie’ in Pali. ‘Binnen het boeddhisme is het een breed begrip. Men kan in veel verschillende vormen ‘dana beoefenen’, bijvoorbeeld in de vorm van het geven van voedsel, geld of tijd. Maar dus ook in de vorm van het schenken van een orgaan of weefsel, zodat een ziek mens weer kwaliteit van leven heeft. Misschien red je diegene zelfs van de dood. Mijn vriend zegt: “Vrijgevigheid en mededogen zijn voor mij de meest belangrijke aspecten van de boeddhistische praktijk. Wat is er nou mooier om dit na de dood in vorm van orgaandonatie voort te zetten?”

Redenen om geen organen te doneren

Anderen in mijn kennissenkring, vooral binnen de oudere generatie, hebben ‘nee’ in het register aangevinkt. Op mijn vraag wat daarvoor de reden is, is een concreet antwoord moeilijk. Hier een paar voorbeelden:

“Ik wil heel en ongeschonden overgaan.”

“Ik vertrouw het niet, wat men met mijn lichaam doet op de operatietafel.”

“Het begrip ‘hersendood’ is uitgevonden, om mijn organen zo snel mogelijk te verkrijgen.”

“Hoe kun je nu uit een dood lichaam levende organen ontnemen?”

“Mijn lichaam is nog warm en ik lig dan aan de beademing, het is toch afschuwelijk voor mijn naasten om in deze fase afscheid te moeten nemen.”

“Ik weet niet wat er met mijn weefsel gedaan wordt, ook als ik het ter beschikking stel aan de wetenschap. Daar wordt te weinig informatie over gegeven.”

“Hoe weet je nou dat de gever niets voelt? Hij is niet onder narcose.”

“Ik heb gelezen dat vegetariërs na een transplantatie plotseling van karakter veranderen en vlees gaan eten. Als mijn donorhart door klopt in het lijf van een ander, is de donor dan dood? Zijn hart in elk geval niet. Ik hoorde, dat een aantal patiënten die een nieuw hart hebben ontvangen veranderingen in hun smaak, hun persoonlijkheid en het meest bijzonder, in hun herinneringen kregen. Dan is het hart toch meer dan enkel een spier?”

“Wat voor gevolgen heeft donatie voor de gever? Kan hij de overgang naar een ander leven wel maken? Worden processen van wedergeboorte en reïncarnatie niet verstoord?”

“Het eeuwenoude gebruik van een dodenwake, zoals die vroeger veel in Nederland werd gehouden, wil ik graag voortzetten, dat wordt dan toch onmogelijk?”

Vergankelijkheid

Mijn verwarring wordt er niet minder op. Kan ik vanuit het diepe besef van niet-zelf en mededogen mijn organen geven? Als ik door dit mededogen op anderen ben gericht, dan ben ik wellicht minder met mijn eigen lijden en angst bezig tijdens het sterven? Of integendeel: wordt mij een laatste kans op realisatie van een verlichte geest ontnomen door het uitnemen van organen?

Wordt mij een laatste kans op realisatie van een verlichte geest ontnomen door het uitnemen van organen?

Tweet
Ik zoek verder om mijn vragen vanuit de boeddhistische praktijk te kunnen verhelderen. Tijdens vipassanameditatie beoefenen wij de ‘bodyscan’. Dat houdt in dat we met grote concentratie de verschillende lichaamsgewaarwordingen verkennen en zo uiteindelijk het inzicht verwerven dat alles in staat van constante verandering (anicca) is. We herkennen dat wij geneigd zijn om ons toch telkens weer aan voorbijgaande verschijnselen te hechten (dukkha) en beseffen dat het leven niet controleerbaar is (anattha). Door deze meditatie kunnen we in de loop van ons leven leren de sterfelijkheid van het fysieke lichaam te ervaren. Ook leren we onze angst voor de dood te aanvaarden zonder direct te oordelen.

Contemplatie op het lijk

De Boeddha leerde ons ook een techniek waarbij je contempleert op begraafplaatsen en op de verschillende stadia van de ontbinding van het lijk. Helaas wordt deze meditatie Te vinden in de Maha-Sattipatthana Sutta/Kayanupassana, in de VI-XIV-verhandeling over de knekelgronden 10-14. niet vaak gepraktiseerd. Deze bevat een zeer beeldende beschrijving:

‘Opnieuw, een monnik beschouwt ditzelfde lichaam op een wijze alsof hij kijkt naar de lichamelijke resten die op de knekelgronden liggen, één dag dood, twee dagen dood, drie dagen dood, opgezwollen, loodkleurig, slijmerige stof, op de volgende wijze: ‘Dit (dus ook ‘mijn’) lichaam is ook van dezelfde aard, het zal net zo worden, het is niet verschillend daarvan’.

Verdere details zal ik de lezer besparen!

contemplatie op het lijk
Contemplatie op de stadia van ontbinding van het lijk. Afbeelding via www.tsemrinpoche.com.

De verschillende fases van het stervensproces

Als mediterende zou ik dus volledig vertrouwd moeten zijn met mijn organen en ook perfect voorbereid moeten zijn op het moment van sterven. En toch twijfel ik nog steeds. Daarom verdiep ik me in het ‘Tibetaans dodenboek’. Dit boek is eigenlijk een levensboek, het gaat erom om al gedurende het leven te leren hoe men in rust en zonder angst sterft.

De bardos of tussenfasen tijdens het sterfproces worden hierin uitvoerig behandeld. Het stervensmoment is anders dan in het Westen. Het westerse moment van sterven is het moment dat iemand haar of zijn laatste adem uitblaast of hersendood is. Volgens het Tibetaans dodenboek verloopt het stervensproces in fases.

Volgens het Tibetaans dodenboek verloopt het stervensproces in fases.

Tweet
De voltooiing van de eerste hoofdfase van het sterven – het desintegreren van het materiële lichaam – valt samen met het westerse moment van sterven. Deze fase heet: ‘de bardo van het moment van sterven’ en bestaat uit vier sub-fases: het oplossen van het element aarde in het element water; en vervolgens de elementen water in vuur; vuur in lucht, en lucht in ruimte.

In de boeddhistische visie komen hierna nog twee hoofdfasen. Eerst is er het oplossen van het mentale lichaam – dat zelf weer in drie fasen geschiedt. Daarbij lost eerst alle agressie op, daarna alle passie en ten slotte alle onwetendheid.
In de derde fase desintegreert het individuele bewustzijn, waarin het energielichaam van de stervende oplost. De stervende kan dan het heldere witte licht (dat ook in andere religies voorkomt) ervaren en zoals de teksten dat zo prachtig verwoorden: ‘Bij herkenning erin opgaan, zoals een kind van nature de moederschoot vindt’.

In al deze fases van het sterven is er een gewaarwording door de stervende. Een persoon die geoefend is in het Tibetaans boeddhisme kan deze gewaarwordingen gebruiken om alsnog tot realisatie, tot verlichting, te komen. Het uitnemen van organen dient echter zo snel mogelijk na het vaststellen van de ‘westerse dood’ te geschieden en dan is er dus een gerede kans dat het gehele stervensproces met al haar fases nog niet is voltooid.

De praktische kant van orgaandonatie

Orgaantransplantatie moet in het ziekenhuis plaatsvinden. De operatie om organen uit te nemen duurt meestal 3 tot 6 uur. Als er ook toestemming is voor weefseldonatie, dan vindt deze procedure daarna plaats. Dit kan 3 tot 4 uur duren. In totaal blijft de donor van organen meestal 12 tot 24 uur in het ziekenhuis. Hierdoor kunnen voor de donor kansen op realisatie verloren gaan. Dit is de voornaamste reden waarom veel mensen die met spiritualiteit bezig zijn, twijfels hebben om orgaandonor te worden.

Volgens het Tibetaanse dodenboek is het belangrijk dat het lichaam minstens drie dagen met rust gelaten wordt om het stervensproces niet te verstoren. Tijdens deze periode vermijdt men zoveel mogelijk het lichaam aan te raken.

Orgaandonatie in boeddhistische legendes

Kwan Yin in het Aziatisch museum in Berlijn, foto door Jean-Pierre Dalbéra via Flickr.

Twee legendes uit de tijd van de Boeddha zetten mij verder aan het denken. In de eerste legende biedt de toekomstige Boeddha in één van zijn vorige levens zijn eigen lichaam als voedsel aan. Dit doet hij voor een uitgehongerde tijgerin, zodat zij haar welpen kan voeden en deze niet hoeven te sterven.

Ook lees ik de legende van prinses Miaoshan, die haar ogen en haar armen offerde om haar zieke vader te redden, terwijl hij zelf een wreed bewind voerde. Uit haar lichaamsdelen werd een levensreddend medicijn voor hem gemaakt. Door haar barmhartige daad kreeg zij later de naam Kwan Yin of Avalokiteshvara. Haar ogen en armen werden hersteld en als bodhisattva belichaamt ze met haar duizend armen de hulp en de compassie voor alle levende wezens.

Dit zijn uitdagende verhalen uit een tijd waarin men niet kon vermoeden dat orgaandonatie ooit een technische mogelijkheid zou worden. Beide verhalen illustreren de ultieme dana door het geven van het lichaam of delen van het lichaam tijdens het leven. De verhalen gaan over wijsheid (panna) en compassie (karuna). Uit het diepe besef van de realisatie van een niet-zelf volgt een spontaan geven.

Als men voor het boddhisattva-ideaal zou kiezen en dus toestemt met orgaandonatie, zouden de naasten door middel van de meditatie van ‘Tonglen’ of door metta-meditatie het proces met troost en liefde kunnen begeleiden en ondersteunen.

Een open raam

Ik weet het nog steeds niet. Toen mijn moeder in het ziekenhuis stierf, was ik de hele nacht bij haar. Op het moment waarop zij haar laatste adem uitblies, heb ik de zuster niet geroepen. Ik heb gewaakt. Ik heb haar vrede en wijsheid toegewenst. Een kaars gebrand. En na enkele uren had ik plotseling het onweerstaanbare verlangen het raam wijd te openen. Het leek toen alsof haar geest haar stille lichaam verliet op weg naar de ruime horizon.

Kort daarna heb ik mijn keuze in het register vastgelegd. Zal ik mijn keuze nu wijzigen? Op dit moment zal ik het niet-weten nog een tijdje moeten verdragen totdat er wellicht meer inzicht en helderheid komt. En zal ik vooral proberen tijdens mijn leven veel dana te beoefenen.

    Verder lezen:

  • Lees hier de officiële informatie van de overheid over de procedure rondom orgaandonatie.
  • In Duitsland, waar Gabrielle vandaan komt, moeten mensen zelf aangeven dat ze hun organen willen doneren. Voor plannen om dat te veranderen, zoals in Nederland, was drie jaar geleden in de Bondsdag geen meerderheid te vinden. Daarnaast gelden in Duitsland zeer strenge regels voor het verwijderen van organen bij iemand die hersendood is verklaard, waardoor dat in de praktijk zelden gebeurt.
  •  

    In de volgende boeken lees je meer over orgaandonatie, vanuit een boeddhistisch en/of breder spiritueel perspectief:

  • ‘Het geheugen van het hart’ door Paul Pearsall
  • ‘Op de golven van geboorte en dood’ door Sebo Ebbens
  • ‘Een andere kijk op orgaandonatie’ door Ineke Koedam en Pim van Lommel
  • ‘Wat je over orgaandonatie zou moeten weten’ door Ger Lodewick

Omslagafbeelding: 3D-visualisatie van het menselijk lichaam met de verschillende organen, door Ars Electronica Futurelab: ‘Human Bodies: The Universe Within’, via Flickr.