Doneer
1620-44

‘Springlevend’ brengt kinderen in contact met hun emoties

Als kinderen beter leren voelen, staan ze steviger in hun schoenen, volgens theaterdocent Ilse Krabben. Ze schreef een kinderboek over opmerkzaamheid, geïnspireerd op haar eigen jeugdervaringen.

Kinderen leren veel waardevols op school, maar volgens Ilse Krabben hebben ze meer steun nodig bij hun emotionele en spirituele ontwikkeling. Ilse is theaterdocent en spreekt regelmatig met kinderen op de basisschool over het leven. Zo ontdekte ze dat kinderen het vaak moeilijk vinden om met emoties om te gaan. Ze schreef een boek om hen ermee te helpen.

Het fraai geïllustreerde Springlevend is voor kinderen vanaf zeven jaar, maar ook volwassenen beleven er volgens Ilse plezier aan. In het boek beantwoordt ze vragen van een fictief kind als ‘Moet ik nummer één zijn?’ of ‘Houden mijn ouders echt van mij?’. En daarvoor put ze uit een rijke ervaring.

Misbruik

Ilse Krabben
Ilse Krabben

Ilse had een onrustige jeugd op het Zuid-Franse platteland, waar ze seksueel werd misbruikt op school: “Dat was heftig, vooral omdat ik het moeilijk vond er woorden aan te geven. Ik begroef het onderwerp voor lange tijd.” Toen ze als volwassene het Franse klooster Plum Village bezocht, gesticht door zenmonnik Thich Nhat Hanh, besefte ze hoe aandacht voor de omgeving haar als kind altijd had geholpen: “Daar verblijven voelde als een warm bad: een combinatie van mindfulness beoefenen en in de natuur zijn.”

Ze vervolgt: “Als het vroeger thuis chaotisch was of onveilig voelde, trok ik me terug. De natuur in gaan, deed me dan veel goed. Uren kon ik naar de bomen of de blauwe lucht kijken. Ik fantaseerde dat de zon mijn vriend was of dat ik superkrachten had. Als ik in bed lag en ruzie hoorde, voelde de warme deken om me heen troostend. Net als de vogels buiten.”

Die jeugdervaringen werden haar drijfveer om met kinderen te werken: “Emoties zijn voor hen abstract. Als ze zich bewust worden van bijvoorbeeld boosheid en er een taal voor ontwikkelen, dan kunnen ze aangeven wat ze voelen en wat ze nodig hebben.” Onlangs vertelde een leerling op school haar dat hij niet meer met zijn aandacht in de klas aanwezig is als hij boos wordt: “’En dan kan ik niet doen wat de juf van me vraagt,’ zei hij. Die overspoelende emoties belemmeren dus ook het leren.”

Het boek geeft raad. ‘Wat moet ik doen als ik me boos of verdrietig voel?’, is een vraag van het fictieve kind. In haar antwoord neemt Ilse de lezer mee langs het lichaam, net als in een bodyscan. Aan de hand van de metafoor van een spons legt ze uit dat we soms ook de emoties van anderen opzuigen en daardoor vol kunnen raken. En dat je anderen om hulp kunt vragen om de spons weer lichter te maken.

Schamen voor emoties

Mindfulness begint met voelen waar de emotie zit, daar kun je het vervolgens over hebben.

Tweet
Als Ilse zelf vroeger verdrietig was en zich terugtrok, probeerden haar ouders met haar te praten: “Zij wilden het graag begrijpen en oplossen. Maar ik kon vaak niet benoemen wat er was, of wat ik nodig had. Mindfulness begint met voelen waar het zit: een knoop in je maag of een hoge ademhaling bijvoorbeeld. Daar kun je het over hebben. En er een dag later nog eens naar informeren.”

Van kinderen hoort ze vaak dat ze zich schamen voor emoties en die vooral niet laten zien: “Terwijl emoties toelaten juist de eerste stap is: dan verliezen ze vaak al kracht. Ouders moeten dan wel het goede voorbeeld geven, zodat kinderen weten dat dit niet gek is, en dat het daarna gewoon goed komt. Maar ook veel volwassenen hebben moeite met emoties tonen.”

illustratie Springlevend kinderenNaar buiten

Ilses jeugd schemert eveneens door in de remedie tegen verveling die het boek geeft: ga naar buiten en ontdek de wereld! “Zelfs toen ik naar Amsterdam verhuisde en driehoog woonde, ging ik nog met m’n konijn onder mijn arm naar buiten,” vertelt Ilse: “En ik zocht andere kinderen op. Buiten is er altijd iets te zien en te beleven. Je zintuigen worden geprikkeld en je ontwikkelt een band met je omgeving. Dat leidt uiteindelijk ook tot meer milieubewustzijn. Mijn tijd op het Franse platteland voelt in die zin als een cadeau.”

Mijn moeder ging monsters met een vork te lijf, dat hielp vaak.

Tweet
En wat als er monsters met enge ogen onder je bed liggen? Ilse: “Mijn moeder ging ze met een vork te lijf, dat hielp vaak. Je hoeft het niet altijd met kinderen over emoties te hebben en het hoeft ook niet logisch te zijn.” Nog beter was de tip van haar moeder om de monsters op papier te schilderen. En ze daarna weg te gooien of te verbranden. Nadat Ilse ze streng had toegesproken kwamen ze zelfs helemaal niet meer terug.

Voelen en reflecteren

In Springlevend komen ook begrippen als ‘het zelf’ of ‘het universum’ voorbij. Dit soort termen zijn voor volwassenen vaak al onbevattelijk. Zijn ze voor kinderen niet te hoog gegrepen? “Ik geloof het niet”, zegt Ilse: “Kinderen hoeven die begrippen niet gelijk te snappen. Ze kunnen er ook over in gesprek gaan. Jongere kinderen lezen het boek vaak met hun ouders en komen dan met nieuwe vragen. Laatst vroeg een kind aan me waarom ze eigenlijk leeft. Ik wist daar niet meteen een antwoord op en vroeg: wat denk jij? Ze dacht even na en zei: om de wereld een beetje mooier te maken. Het gaat niet om feitelijke antwoorden, maar om zelf te leren voelen en te reflecteren.”

Ilse schreef het boek intuïtief: “Ik leefde lang vooral in mijn hoofd. Na een helingsproces met een coach, veel reizen en enkele verblijven in Plum Village, waaronder een retraite van drie maanden, leerde ik beter voelen.” Ze hoopt dat kinderen met de aandacht voor lichaam en omgeving in het boek meer ruimte ervaren en zich zekerder voelen: “Zodat ze verwonderd blijven raken door de wereld om zich heen. Want daar zijn kinderen van nature heel goed in.”


Ilse Krabben en Hedie Meischke
Ilse Krabben en Hedie Meischke

Illustraties

Hedie Meischke illustreerde het boek. De omslagafbeelding en de illustratie in dit artikel zijn van ook van haar. Ilse: “Samenwerken met Hedie ging heel natuurlijk. Ze heeft het verhaal mooi gemaakt en tot leven gebracht. Het is één geheel geworden.”

Hedie woont op een boerderij en heeft de ziekte ALS. Ze tekent nog iedere dag: “Ik heb veel geleerd van Springlevend, zoals altijd aardig blijven voor anderen en hoe belangrijk de natuur is. Ik vond het stukje over opa en waar hij is gebleven nu hij dood is erg mooi. Dat de energie van liefde tussen mensen blijft, steunt me nu ik zelf binnenkort dood ga. Je kunt die liefde voelen en koesteren.” Hedie hoopt dat haar illustraties veel emoties oproepen bij de lezers: “Ik heb ze extra kleur gegeven, zodat ze sprankelen.”