Doneer
psychiater-damiaan-denys

Damiaan Denys: “Lijden is een essentiële dimensie van het menselijk bestaan”

"Ons geloof in absolute maakbaarheid is de oorsprong van veel mentaal onwelzijn," stelt psychiater Damiaan Denys. Met zijn boek ‘Het tekort van het teveel’ deed hij veel stof opwaaien. Niet alleen onder vakgenoten, maar ook in de rest van de samenleving. Bay sprak met hem over lijden, maakbaarheid en meditatie. "Het failliet van de samenleving is redeneren vanuit verlangen."

s ik op een feestje sta en mensen vragen aan mij wat ik in het dagelijks leven doe, dan antwoord ik meestal: ‘Ik denk als filosoof en ik werk als psychiater’. Dat vinden mensen lastig om te begrijpen. Soms zeggen ze dan ook: ‘Hoe haal je het in je hoofd om iets over de samenleving te zeggen, houd je gewoon bij je patiënten’ of andersom. Voor mijzelf hoort het allemaal logisch thuis in het totaalplaatje ‘Damiaan’.

In harmonie met de samenleving

Damiaan DenysBegin 2021 ben ik gestart met boks-psychotherapie. Ik betrapte mij erop dat mijn visie op de mens eigenlijk heel beperkt was en vooral cognitief, ik was een beetje in een tunnelvisie terecht gekomen. Ik werk als afdelingshoofd psychiatrie in het AMC en dat is voornamelijk bestuurlijk werk. De benadering van onze afdeling is veelzijdig, maar wel heel verbaal georiënteerd. Hoe het lichaam ervaringen, het voelen vaak onbewust oppakt, opslaat en vertaalt, is voor mij een totaal nieuwe wereld die ik nooit eerder had onderzocht.

Het is mijn levensdoel om in harmonie te komen met wie ik ben als persoon en met de werkelijkheid in dit tijdperk, waar ik nu eenmaal toevallig in beland ben. Ik heb daarom een groot verlangen om te willen te begrijpen wat zich rondom mij afspeelt en om van waarde te zijn voor de mensen waarmee ik werk. Dat begrip en de nieuwe ervaringen die ik nu opdoe, zou ik verder willen integreren in mijn visie op de psychiatrie.

Ik ben opgevoed met het idee dat het niet vanzelfsprekend is dat je als actieve volwaardige deelnemer van de samenleving gezien wordt. Je moet daarvoor werken, een partner en sociale status hebben. Toen ik dat allemaal bereikt had, kwam ik erachter dat ik eigenlijk helemaal niet zo in harmonie ben met de samenleving zoals die nu is ingericht. Ik vind de normen en waarden ver staan van wat ik belangrijk vind. En naarmate ik ouder word, ontdek ik dat ik er eigenlijk ook helemaal niet toe wíl behoren.

Maakbaarheid als bron van lijden

Zo denk ik dat ons hedendaagse geloof in absolute maakbaarheid de oorsprong is van veel maatschappelijk onbehagen en mentaal onwelzijn. We worden in het Westen opgevoed met het idee dat het individu de hoeksteen is van de samenleving en dat het individu centraal staat. Je kunt geen product meer bedenken of het wordt voor je op maat gemaakt. iMac, iPhone, personal computer, sneakers die je kunt aanpassen aan jouw smaak.

Daarnaast heerst het idee dat je als persoon pas waardevol bent als je jezelf verwerkelijkt, als je ‘je potentie actualiseert’. Daar is op zich helemaal niks mis mee behalve dat dat actualiseren in de laatste decennia grenzeloos is geworden. Iedereen kan álles worden. We ervaren geen rem of grens meer, geen enkele lichamelijke of intellectuele beperking.

We hebben dus impliciet het idee dat alles maakbaar is, ook wijzelf. Maar dat is niet zo. Er zijn heel veel beperkingen die ons belemmeren in die absolute maakbaarheid en het valt mij op dat we die beperkingen niet meer (kunnen of willen) accepteren. Dat leidt onder andere tot de vorm van lijden waarover ik ook spreek in mijn boek.

Ik merk dus ook dat niet iedereen deze visie even aangenaam vindt. Daardoor ervaar ik geregeld een vorm van intellectuele eenzaamheid. Ik kan niet altijd overal met mijn ideeën terecht, omdat ze blijkbaar toch anders zijn, niet gewaardeerd of gerespecteerd worden – of dat ik niet in staat ben ze goed uit te leggen.”

Het integreren van lijden

Een goed voorbeeld van een stellingname die tot kritiek leidde – in dit geval vanuit de transgender-community – deed Damiaan Denys in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTVG):

Elke generatie heeft te maken met ziektebeelden die iets zeggen over onze maatschappij. […] Voor de samenleving zijn hypes soms belangrijker dan de echte stoornissen. […] Eenzelfde maatschappelijke aandacht zie je nu voor genderdysforie. Die vindt haar oorsprong in onze huidige obsessie met man-vrouwverschillen. Die was er 20 jaar geleden gewoon niet. Combineer dat met het geloof in absolute maakbaarheid en je krijgt mensen die het recht opeisen van geslacht te veranderen, of juist iets tussen de geslachten in te zijn. Je kunt zeggen: het is een verrijking dat dat allemaal bespreekbaar is. Maar je kunt het ook zien als het onvermogen van de moderne mens om zich te conformeren aan de manier waarop hij geboren is.

“Wat ik in dat stukje bedoelde, was dat we ons bewust moeten zijn dat samenvallen met onze identiteit, onze gender, altijd een frictie met zich meebrengt, die we links- of rechtsom uiteindelijk moeten accepteren. Men legde dat echter uit als: ‘hij is tegen transgenders’. Ik ben helemaal niet tegen transgender-mensen of transities. Ik denk alleen dat samenvallen met je eigen genderidentiteit voor iedereen een uitdaging op zich is, die ook blijvend is. In dat proces alleen al schuilt behoorlijk wat lijden.

Voor mij is lijden een heel essentieel en noodzakelijke dimensie van het menselijk bestaan. Ik voel verzet tegen het feit dat lijden altijd wordt beschouwd als iets dat weg moet, dat het per definitie negatief is en schadelijk. Dat herken ik niet vanuit mijn persoonlijk leven, maar ook niet uit de literatuur. Ik ontdekte zelf, en dat komt blijkbaar overeen met het boeddhisme, dat ik het lijden moet integreren in mijn leven.

Lijden, dat wat ontstaat als iets niet in overeenstemming is met mijn verlangen, is onderdeel van het leven. Het intrigerende aan lijden is dat het mede, maar ook meer bepaald wordt door mijn visie op dat lijden dan door het lijden zelf. Dat is interessant, want een visie kan ik veranderen. Als mens ben je in staat om dingen te leren, waardoor je een andere visie creëert en het lijden dus betekenis krijgt.

De rol van dopamine

Als je weet hoe neuronen werken en het belang van de neurotransmitter dopamine kent, dan zie je ook vanuit neurobiologisch oogpunt dat ons menselijk dopamine-systeem afgesteld is op dat leerproces, op het verkrijgen van een beloning. De discrepantie tussen wat je verwacht, wat je niet fijn vindt en wat er eigenlijk is, leidt tot een verandering in hoeveelheden dopamine in de hersenen.

Een voorbeeld: als je iets lekkers verwacht te gaan eten maar het valt tegen, dan daalt het dopamine level, omdat de werkelijkheid niet in verhouding is met wat je verwacht. Als het eten verrukkelijk is, dan stijgt je dopamine level. Daarmee maak je een leerproces door, omdat je voortaan weet dat als je daar en dat gaat eten het beter is dan je verwacht. Dus stijging van dopamine gaat gepaard met ‘beter dan verwachting’ en daling van dopamine met ‘minder dan verwachting’. Het dopamine level blijft echter gelijk als je verwachting correct is: als je hetzelfde krijgt als je verwacht, leer je ook niks.

Redeneren vanuit verlangen

Voor mij is het failliet van de samenleving dat wij eigenlijk altijd redeneren vanuit ons verlangen. We verwachten beloond te worden, omdat we niet meer gewend zijn om de werkelijkheid die ervoor zorgt of onze verwachting klopt mee te nemen in dat leerproces. Daardoor ontstaat lijden.

Ik zou willen toegroeien naar een totaalvisie op de psychiatrie

Tweet

Ook vind ik dat we het lichaam als bron van wijsheid in dit proces nog te weinig inzetten. De psychiatrie als geheel en het AMC als academisch ziekenhuis heeft een primair medische invalshoek. Aan de ene kant is dat heel goed omdat je ziet wanneer en waar bepaalde dingen lichamelijk fout gaan, maar deze insteek is ook heel beperkend. Ik zou dus willen toegroeien naar een totaalvisie op de psychiatrie. Dat betekent: ook gebruik maken van muziek, literatuur, boksen, het lichaam, drama, theater en creatieve processen. Zo breng je mensen dichter bij de kern en kunnen we hen beter behandelen.

Meditatie als medicijn

Mindfulness, meditatie, yoga en al die technieken leveren ook een hele belangrijke bijdrage aan ons welzijn. Als ik het voor het zeggen had, en het gaat om milde psychische klachten, zou ik er voor pleiten om medicijnen te vervangen voor deze technieken, die heel natuurlijk zijn en mensen een beter inzicht en gevoel geven.

Dat betekent niet dat spiritualiteit of existentialisme of filosofie andersom per definitie de beste wegen zijn naar genezing. Niet iedereen kan hierdoor geholpen worden, omdat je daar ook een minimaal aantal capaciteiten voor nodig hebt. Sommige van die capaciteiten zijn bij patiënten met psychische klachten te ernstig beschadigd.

En als je echt goed yoga of meditatie wil beoefenen, dan moet je er heel veel uren in steken. Het wordt tegenwoordig allemaal een beetje voorgeschoteld alsof het een soort van McDonalds is. Tien lessen dit, tien lessen dat, een paar quotes en mensen denken dat ze wat bereikt hebben. Als het te moeilijk of te lang duurt, begint men er niet eens aan.

Ik denk ook dat het belangrijk is om deze technieken mede vanuit hun culturele context te beschouwen. Wanneer je deze technieken binnen het frame plaatst van de succesvolle individualistische 21e-eeuwse mens, krijgen ze een hele andere kleur. Net zoals tegenwoordig veel gebeurt met middelen als ayahuasca of psilocybine, die thuishoren in eeuwenoude culturen en daar binnen bepaalde limieten worden gebruikt.

Als je mediteert binnen het kader van het boeddhisme heb je in ieder geval een context waarin je redeneert. Dat is heel anders dan dat je meditatie als techniek eruit plukt en het in je drukke leven invoegt, omdat je ook nog ‘even jezelf moet kunnen vinden’.”