Doneer
Burnout en activisme

Hoe brand je niet op als activist? Joanna Macy schreef er een boek over

De woorden burnout en activisme gaan vaak hand in hand.  Mari kan daarover meepraten: ze kreeg van alle kanten het boek Active Hope: How to Face the Mess We're in Without Going Crazy van Joanna Macy aangeraden. “Actieve hoop is eerder iets dat we doen in plaats van hebben.”

Eerst had ik ‘m in de kast gelegd. Daardoor verdween ‘ie compleet uit m’n geheugen. Daarna maar op de keukentafel, waarna ik ‘m vergat in m’n tas te stoppen. En toen ‘ie daar eenmaal in zat, had ik het plots veel te druk ervoor. Dus haalde ik ‘m er weer uit. Toen kwam ‘ie op de salontafel terecht.

Dat hielp natuurlijk ook niet. Wat ik ook deed, het boek staarde me maar aan…

Ooit las ik heel veel boeken, tegenwoordig een stuk minder, maar het komt zelden voor dat ik een boek heb liggen dat ik actief heel hard niet wil lezen. Dit boek had ik besteld uit een soort plichtsbesef. Zo ongeveer zoals je vindt dat je op de hoogte moet blijven van je vakgebied en daarom elke maand het tijdschrift van je vakvereniging op de stapel leeswerk naast het toilet legt. Het was een boek dat me door meerdere mensen was aangeraden. Het was geschreven door een boeddhistische leraar die ook milieuactivist is, en een psycholoog. Het ging over precies dat probleem waar ik al een tijd door gefascineerd ben: hoe brand je niet op als activist?

Wie houdt er nou niet van hoop? Ik dus

Tweet
Perfect! En toch. Ik kon het niet openslaan. Het boek was de potentiële partner die je, ondanks dat alles klopt, echt niet aantrekkelijk vindt. Hou je kleren maar aan, sorry. Waarom?

Ik keek nog eens naar het boek, dat ik nu maar naast mijn bed had gelegd.

Active hope. How to face the mess we’re in without going crazy.

Zou het door de titel komen?

Natuurlijk kwam het door de titel. Laten we eerlijk wezen. Wie houdt er nou niet van hoop? Ik dus.

Staatslot

Hoop. Ik vind het een van de meest ergerlijke emoties.

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Denkexperiment! Haal je even voor de geest hoe het voelt – in je hart, je hoofd, je lijf – toen je heel, heel hard hoopte. Niet gewoon een beetje. Ja?

Bijvoorbeeld de hoop die je voelt als je wacht op de uitkomst van een bloedtest. Of als je een sollicitatie hebt lopen voor een baan die je echt moet krijgen om je huis te houden. Of terwijl je zit te wachten of je vaders hartoperatie geslaagd is. Dat ging natuurlijk over mij, en ik kan je zeggen: echt hard hopen was meer dan een risico op teleurstelling of eenzaamheid. Ik was zo ontzettend bang niet om te kunnen gaan met de slechte helft van de mogelijke uitkomsten.

Keiharde hoop; ik vind het werkelijk verschrikkelijk.

Ik zeg daarom wel eens: hoop is een vorm van angst. Ik zou ook kunnen zeggen: hoop is een vorm van afkeer. Dit zeg ik overigens zelden. Want mensen vinden me er geloof ik een stuk minder aardig door. Hopen doen we allemaal heel de dag, ik snap het wel. Ik doe ’t ook.

Hoop is elke maand een staatslot kopen, over een partner denken dat ‘ie nog verandert, ervanuitgaan dat technologie ons gaat redden van de klimaatcrisis. Hoop is willen dat je nieuwe boek een bestseller is en je beroemd zal maken. Omdat het alternatief iets is waar je niet aan wilt denken: je zult vrij waarschijnlijk niet rijk worden. Je relatie gaat niet veranderen. De klimaatcrisis is onafwendbaar. Je nieuwe boek wordt matig ontvangen en ligt op een gegeven moment in de ramsj.

Hoe onrealistischer je kansen, hoe valser de hoop, maar welke variant je ook kiest, het komt in ieder geval niet neer op eerlijk erkennen van hoe het leven nu is, of hoe je kansen voor de toekomst daadwerkelijk liggen. Het is vastklampen aan een wensbeeld. Om niet te hoeven huilen over het klimaat. Of je vader. Vet onboeddhistisch, yo.

En het meest cynische vind ik dat dit in onze cultuur verpakt is in een glimmend jasje waar iedereen hardnekkig van volhoudt dat het gezond en nastrevenswaardig is. Terwijl het mensen in slechte relaties laat zitten, of mild maakt tegenover de fossiele industrie. Hopen op zichzelf verandert niks aan een situatie, je moet wel iets doen. Dus hoop ik het vaakst als er niks anders op zit. Wat gelijk mijn punt is.

Actieve hoop

Toch. Dit boek probeerde mij ervan te overtuigen dat het hoop inzette op de gezondste manier die er was: als gereedschap voor een betere wereld. Hopen en iets doen. Wilde ik dat niet dan? Jawel toch.

Ik sloeg het boek eindelijk maar eens open.

“Actieve hoop is eerder iets dat we doen in plaats van hebben,” las ik. Okay, goed. “Het houdt in dat we helder zijn over wat we hopen en dan onze rol spelen in het proces om dat tot stand te brengen.” Alright. We zitten volgens Macy in “Het essentiële avontuur van onze tijd, de shift van een maatschappij gebaseerd op industriële groei naar een samenleving die het leven ondersteunt.” Talloze initiatieven laten zien dat er een revolutie aan de gang is, omdat mensen beseffen dat in onze behoeften kan worden voorzien zonder onze wereld te vernietigen. Kijk maar om je heen, zegt Macy. We zitten er middenin: The Great Turning.

Oef.

Daar zat ik dan. Nog steeds zonder hoop, maar niet zonder afkeer. The Great Turning? Dit leek een beetje op de New Age-meuk over het aanbreken van het Aquariustijdperk. Ik sloeg een paragraaf over, en nog maar een. Een heel hoofdstuk. Oh nee, daar was een schema. Skip. Zo, ik was al bijna halverwege.

Het begon onderhand belachelijke vormen aan te nemen.

Ik mag dan niet geloven dat we midden in The Great Turning zitten. Maar die massa aan kleine initiatieven, dat zijn mijn vrienden, die kolenmijnen bezetten en klimaattoppen verstoren. Hoe kon ik die terzijde schuiven?

Mijn oog viel op zomaar een van de praktische oefeningen in het boek: gratitude. Eindig je dag met het benoemen van de dingen waar je dankbaar voor bent. Ach bah, dacht ik, dankbaarheid.

Wow. Wat was er met mij aan de hand!

Langzaam begon ik te zien dat ik met mijn afleren van hoop, blijkbaar ook afleerde te zien wat de moeite waard is. Is mijn hekel aan hoop net zo goed een heel slim vermomde manier om niet te hoeven huilen over het klimaat?

Gisteravond in bed durfde ik het aan:
– Dat ik een egeltje tegenkwam op m’n avondwandeling dat ik naar een veiliger plek kon brengen.
– Dat m’n vader er nog is.
– Appeltaart van appels uit de voortuin.
– Hoe deze herfst ruikt, voor zo lang we nog herfst hebben.

Het was weliswaar geen hoop. Maar het was ook geen afkeer. En heel misschien liet ik er een traan bij.

Titelbeeld: Amy Reed


Bekijk ook de documentaire Widening Circles, over Joanna Macy

Het boek ‘Actieve hoop’ is vertaald in het Nederlands en verscheen bij uitgeverij Waerbeke.