Doneer
1620-Soto_Zen_Buddhist_priest_Myozan_Kodo,_right,_receives_Dharma_Transmission_from_his_teacher_Taigu_Turlur,_Paris,_2014.

“De leraar zit op een troon, maar van blinde devotie is geen sprake”

Binnen de boeddhistische wereld speelt de leraar een sleutelrol in de spirituele ontwikkeling van een leerling. Waarom is die leraar-leerling relatie zo belangrijk? En hoe ziet deze er in de praktijk uit? Sofia Opfer vroeg het aan drie boeddhistische leraren uit verschillende tradities.

Elke traditie heeft zijn eigen rituelen en omgangsvormen, maar overal geldt dat de leraar iemand is die verder is op het spirituele pad dan de leerling. Hij of zij wijst de leerling de weg, niet alleen met kennis van de dharma en meditatie, maar vooral door een inspirerend voorbeeld zijn.

Han de Wit – Shambala

Han de Wit
Han de Wit

Toen Han de Wit in 1975 naar Amerika vertrok om daar het Tibetaans boeddhisme te beoefenen, had hij verwacht dat hij regelmatig les zou krijgen van de beroemde leraar Chögyam Trungpa Rinpoche. Dat liep anders. “Chögyam Trungpa was behoorlijk onzichtbaar,” vertelt Han de Wit. “Hij kwam zo nu en dan op bezoek in het meditatiecentrum en dan kon je een interview aanvragen. Mijn aanvraag werd steeds afgewezen. Ik was helemaal vanuit Europa gekomen, en deed al maanden alle oefeningen, maar ik kreeg maar geen interview. Na ruim en jaar moest ik kiezen of ik zou blijven of teruggaan naar Nederland. Ik stapte op Chögyam Trungpa af en vroeg hem wat ik moest doen. Hij antwoordde olijk: ‘Je was een beetje hebberig, maar nu moet je teruggaan en de mensen leren om te mediteren.’ Dus toen ben ik teruggegaan en richtte in Amsterdam het eerste centrum in zijn traditie (Shambala) op. Vanaf dat moment ging ik regelmatig naar Amerika en als ik dan een interview aanvroeg, kreeg ik dat altijd. Dat is tot zijn dood in 1987 zo gegaan.”

Drie fasen in de ontwikkeling van de leerling

Later zou Han de Wit begrijpen dat de afstandelijke houding van Chögyam Trungpa in het begin heel normaal was. In het Tibetaanse boeddhisme doorloopt een leerling namelijk drie fases: Hinayana, Mahayana en Vajrayana. In elke fase is de relatie tussen leerling en leraar anders.

Chögyam Trungpa Rinpoche
Chögyam Trungpa Rinpoche

De eerste fase, Hinayana, is bedoeld om orde te scheppen in je eigen geest. “In Hinayana is de relatie met de leraar vergelijkbaar met een schoolmeester die vertelt welk huiswerk je moet doen,” legt Han de Wit uit. “De afstand tussen leraar en leraar is betrekkelijk groot en de instructies over hoe te beoefenen zijn vrij technisch van aard.
In Mahayana verschuift het perspectief van de leerling naar het opheffen van het lijden van alle levende wezens. In deze fase gaat de leraar zich met meer aspecten van je leven bemoeien. Hij kijkt naar hoe je in het leven staat, hoe je omgaat met je medemens en hoeveel compassie en zorgzaamheid je kunt opbrengen. De term daarvoor is kalyana mitra, spirituele vriend. Je bent niet noodzakelijkerwijs de hele tijd in de omgeving van de leraar, maar de gesprekken gaan over meer dan alleen meditatie en rituelen.

Het vertrouwen komt van twee kanten, de leraar moet ook vertrouwen hebben in de vermogens van de leerling.”

Tweet
De derde fase, Vajrayana, gaat over het zien van de fundamentele zuiverheid van de wereld. De leraar en de leerling komen overeen dat ze elkaar voldoende vertrouwen en dat de leerling de instructies van de leraar op zal volgen. Vergelijk het met een leerling bergbeklimmer, die met een touw vastzit aan de leraar bergbeklimmer. Die vertrouwt erop dat de leraar de juiste aanwijzingen geeft en volgt de instructies op. Het is geen blinde volgzaamheid, want de relatie is gebouwd op wat eraan vooraf is gegaan. Bovendien komt het vertrouwen van twee kanten, want de leraar moet ook vertrouwen hebben in de vermogens van de leerling.”

Wel respect, geen blinde devotie voor de leraar

Volgens Han de Wit kunnen wij in het Westen nog wat leren van de relatie tussen leraar en leerling in Tibet: “Er is veel respect, maar het is geen blinde devotie. De omgang tussen leerling en leraar ziet er formeel uit. De leerling maakt een buiging en de leraar zit soms op een troon, bijvoorbeeld tijdens speciale Vajrayana ceremonies. Maar in de praktijk is de omgang veel losser dan bij ons. Misschien heeft het iets te maken met onze christelijke traditie; de kerk weet alles en wij simpele zielen volgen maar. Toen ik in Tibet was, ben ik die houding eigenlijk niet tegengekomen. In het Westen is onze beoefening een stuk formeler dan daar. We moeten nog leren hoe we op een lichtvoetige en tegelijk respectvolle manier om kunnen gaan met de leraar of lerares.”

Julia Jinne Sensei/Veldkamp – Zen

De eerste ontmoeting van Julia Veldkamp met haar leraar Nico Tydeman was via zijn boeken: “Ik las een boek over Meister Eckhart waar Nico een bijdrage aan had geleverd. Ik was niet eens per sé uit op de zentraditie, maar op de een of andere manier kwam ik toch steeds bij Nico uit. Zodoende ben ik op een dinsdagavond binnen komen lopen bij het Zen Centrum Amsterdam. Wat me heel erg aanspreekt is dat Nico breed uitwaaiert. Hij beperkt zich niet alleen tot het zenboeddhisme, maar betrekt er ook mystiek, kunst en muziek bij.”

Vanaf het moment dat hij mijn leraar werd, is hij nooit meer niet mijn leraar.

Tweet
Al vrij snel vroeg Julia of ze Nico’s leerling mocht worden. Tijdens het shoken ritueel werd hun leraar-leerling verhouding officieel. Julia noemt de relatie die vanaf dat moment is ontstaan een levensgrote verbintenis: “Vanaf het moment dat hij mijn leraar werd, is hij nooit meer niet mijn leraar. Maar het is niet zo dat ik me elke week verplicht moet melden. Het is allemaal vrijwillig. Ik wil leren, toch? En als ik wil leren, dan wil ik in de nabijheid van mijn leraar zijn.”

In de zentraditie is alles met rituelen omgeven, dus ook de omgang tussen leraar en leerling. Zo is het gebruikelijk dat een leerling een buiging maakt naar de leraar. “Daar heb ik nooit problemen mee gehad,” zegt Julia. “Alleen al de fysieke beweging is fijn, vooral als je lang hebt gezeten. Het is een helende beweging, een beweging van overgave. Naar westerse maatstaven is het atypisch om te buigen, ik heb het nooit als onderdanig ervaren. Eerder bevrijdend, juist misschien ook wel omdat het zo ver af staat van de protestantse rites waarmee ik ben grootgebracht.”

Nico Tydeman en Julia Jinne Sensei/Veldkamp
Nico Tydeman en Julia Jinne Sensei/Veldkamp

Transmissie en overdrachtslijnen

In 2018 gaf Nico Roshi transmissie aan Julia. Transmissie houdt in dat iemand opvolger wordt in de ononderbroken lijn van leraren van de Boeddha tot nu. Na transmissie is een leerling bevoegd om dharma onderricht Les in de dharma, de boeddhistische leer. te geven. De transmissie zelf vindt plaats tijdens een geheime shiho ceremonie. Daar kan Julia dus niet zoveel over vertellen. Daarna volgt een ceremonie voor een groter gezelschap om de transmissie bekend te maken.

Transmissie betekent overdracht, maar wat er precies wordt overgedragen is moeilijk in woorden te vatten. Julia: “In elke situatie met een leraar en leerling wordt er iets overgedragen. Maar als een leraar mij leert zwemmen, of pianospelen, dan gaat het om iets concreets. Wat wordt er aan mij overgedragen in de shiho ceremonie? Niets, zou je kunnen zeggen, niet iets tastbaars wat ik kan aanwijzen. Tegelijkertijd wordt alles overgedragen, van hart tot hart. De leraar leert mij iets zien wat al van mij is. De alomvattende liefde, de liefde voor deze weg.”

De leraar leert mij iets zien wat al van mij is. De alomvattende liefde, de liefde voor deze weg.

Tweet
Na de transmissie was Julia dus zelf leraar: “Dat overviel mij destijds wel. Hoe doe je dat, leraar zijn? Dat vond ik heel ingewikkeld, want ik voel een verantwoordelijkheid voor deze traditie en wil geen charlatan zijn. Ik werd voor mijn gevoel in het diepe gegooid, maar het is ook een kwestie van meters maken en dat heeft tijd nodig. Na vijf jaar voelt het minder vreemd, en weet ik iedere keer weer terug te keren naar de kern van zen en dat is zazen zitmeditatie . Daarin schuilt voor mij de kracht en de eenvoud.”

Arthamitra – Triratna

Triratna is een westerse boeddhistische orde, opgericht in 1967 door de Engelsman Sangharakshita. Spirituele vriendschap speelt een belangrijke rol binnen de beweging. Mensen die toe willen treden tot de orde, krijgen begeleiding van drie leraren; een preceptor, die de leerling uiteindelijk ordineert, en twee kalyana mitra’s, of spirituele vrienden. Arthamitra heeft ervaring als leerling binnen Triratna, maar ook als preceptor en kalyana mitra.

Hij inspireert mij niet zozeer door wat hij zegt over de dharma, maar door zijn hele persoonlijkheid.

Tweet
In Triratna zijn de omgangsvormen tussen leraar en leerling informeel. De leraar zit niet op een troon en de leerling buigt ook niet naar de leraar. Toch is de relatie respectvol. Arthamitra is zichtbaar ontroerd als hij over zijn eigen preceptor Surata praat: “Ik ontmoette Surata voor het eerst in 1987, tijdens mijn eerste retraite in Engeland. Hij is een hele energieke vent, yogaleraar ook. Ik was onder de indruk van zijn vriendelijkheid, zijn speelsheid en zijn toegankelijkheid. In die zin is hij een voorbeeld voor mij. Hij inspireert mij niet zozeer door wat hij zegt over de dharma, maar door zijn hele persoonlijkheid. Hij woont in Engeland, maar ik zie hem nog steeds met enige regelmaat. Het is meer dan een vriendschap.”

Arthamitra en zijn leraar Surata
Arthamitra en zijn leraar Surata

Vriendschap als basis voor de relatie tussen leraar en leerling

Als iemand lid wil worden van de orde, gaat die persoon door een ordinatieproces heen dat vele jaren kan duren. De persoon die tot de orde wil toetreden kan twee ordeleden vragen of zij zijn of haar kalyana mitra willen worden. De kalyana mitra’s ondersteunen hem of haar bij het ordinatieproces. Arthamitra schetst hoe dat in zijn werk gaat: “Het kalyana mitraschap is eigenlijk een geïnstitutionaliseerde vriendschap. Dat klinkt misschien wat formeel, maar het creëert een omgeving waarin spirituele vriendschap kan ontstaan, een context waarin je samen het pad van de Boeddha op gaat. De spirituele vriendschap wordt verzegeld tijdens een ceremonie. In principe is het een relatie voor het leven.”

Je creëert een omgeving waarin spirituele vriendschap kan ontstaan, een context waarin je samen het pad van de Boeddha op gaat.

Tweet
Wanneer de ordinatie in zicht komt, kiest de persoon die tot de orde wil toetreden een preceptor. De preceptor is degene die iemand in de orde initieert. Tijdens een ritueel krijgt het aspirant ordelid een nieuwe naam en een speciale meditatieoefening toegewezen. Vanaf dat moment is hij of zij lid.

Arthamitra: “De relatie tussen preceptor en discipel, zoals we die noemen, heeft de vorm van een leerling-leraar relatie, maar vriendschap vormt de basis. Het is juist de vriendschap waardoor je de dharma overneemt. De relatie is verticaal, in de zin dat de preceptor langer op het pad bezig is en misschien verder is in zijn of haar spirituele ontwikkeling, maar binnen de vriendschap valt die verticaliteit weg. Ik merk zelf dat ik in mijn rol als preceptor net zo goed iets leer van mijn discipels. Ik ontdek bijvoorbeeld dat wie ik ben helemaal geen vast gegeven is, maar afhankelijk is van de relatie met mijn discipel.”

Aparte ordinatielijnen voor mannen en vrouwen

De eerste persoon die Sangharakshita in 1967 ordineerde was een vrouw. Hij wilde nadrukkelijk dat mannen en vrouwen op een gelijkwaardige manier volledig geordineerd konden worden. Ondertussen heeft Triratna twee aparte ordinatielijnen; een voor mannen en een voor vrouwen. Arthamitra vindt dat heel prettig: “Het idee is dat een man juist in contact met mannen zijn vrouwelijke kant meer een kans geeft. Tijdens een bijeenkomst met alleen maar mannen worden gevoelens van zorgzaamheid en tederheid ook aangesproken. Als er vrouwen bij zijn is een man geneigd om zich mannelijker te gedragen. Omgekeerd geldt dat ook voor de vrouwen. Er zijn bij Triratna ook veel gemengde activiteiten en dat moet ook. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je je identificatie met je man-zijn of vrouw-zijn overstijgt.”

Omslagafbeelding: Soto Zen priester Myozan Kodo (rechts) ontvangt dharma transmissie van zijn leraar Taigu Turlur, Parijs, 2014. Foto door Lankilroy, via WikemediaCommons.