In deel 1 werd ik geraakt door de wetenschappelijke prent ‘De dikte van de kritieke zone op planetaire schaal’ (afbeelding 1) van Alexandra Arènes. Die deed me denken aan zen-cirkels of enso's Meditatieve, met de hand geschilderde cirkels uit de Japanse zentraditie. . Dit keer kijken we naar een beroemde achttiende-eeuwse enso van de Japanse zenmeester Torei Enji (afbeelding 2).
Links van de prachtig geschilderde cirkel heeft Torei in ruwe trekken een opschrift toegevoegd. Er staat: “In de hemel boven en op aarde beneden ik ben de enige Vereerde.” Het is een populaire zin die naast heel wat enso’s wordt geschreven. Volgens een legende waren dit de eerste woordjes van de Boeddha, die hij meteen na zijn geboorte uitsprak. Mochten mijn kinderen zoiets gedaan hebben, zou ik dat buitengewoon griezelig gevonden hebben. Maar ook als legende is de uitspraak toch een tikje gênant: hoe arrogant kun je zijn?
Commentatoren verzachten de uitspraak door te stellen dat de baby-Boeddha het hier natuurlijk niet over zichzelf heeft, maar over de Boeddha-natuur die alles en iedereen doordringt. Dat inzicht is het hoogste waartoe je kunt ontwaken, het ‘enige Vereerde’.
Enso’s drukken dat op een geniaal eenvoudige wijze uit. Met de zwarte cirkel lijken ze onderscheid te maken tussen het wit binnen de cirkel en het wit buiten de cirkel, maar in realiteit is het allemaal één en hetzelfde blad. Anders gezegd: we lijken wel een apart zelf, door onze huid afgescheiden van de buitenwereld, maar eigenlijk zijn we allemaal één in de Boeddhanatuur, de leegte, of het onderling afhankelijke bestaan. Als je dat inzicht belichaamt, ben je verlicht.
Maar als ik Torei’s enso vergelijk met Alexandra Arènes tekening van de Kritieke Zone – het dunne laagje rond de Aarde waar alle leven zich op afspeelt – begin ik het opschrift plots heel anders te lezen. Dan komt het me eerder voor als: ‘Tussen hemel en aarde ben ik de enige vereerde.’ Klein verschil, maar het verandert alles.
De Kritieke Zone is het enige laagje waar leven mogelijk is.
TweetOok de enso zelf krijgt dan een andere betekenis. Die ligt niet langer in het non-duale witte blad, maar in de zwarte cirkel. Het gaat niet over de universele waarheid die overal hetzelfde is, maar over het inktspoor dat zo verbluffend concreet is dat je het haast niet kunt verwoorden. Het toont de complexe interacties tussen de geest van de schilder op het moment waarop hij de enso neerzet, zijn hand, het penseel, het papier, de dikte van de inkt, de manier waarop het penseel op het blad drukt, de snelheid van de penseeltrek, de compositie, de inscriptie, de toestand en de context van de toeschouwer op het moment waarop die naar de enso kijkt, … Je kunt de interacties die hier allemaal meespelen niet verwoorden, zelfs niet bedenken. Je kunt alleen maar zorgvuldig en liefdevol kijken naar het resultaat en je ontzag voelen opkomen.
Daarmee keren we terug naar één van de oudste begrippen in het boeddhisme: paticca samupada, of ‘onderling afhankelijk ontstaan’. Voor de Boeddha was verlichting een zaak van ontwaken tot de fundamentele relationaliteit van ons bestaan. We zijn allemaal wolken van interacties, opgebouwd uit kleinere wolken van interacties en behorend tot grotere wolken van interacties.
Het is onzin om te denken dat 'ik ontwaak'. Het zijn onze relaties die ontwaken.
TweetVanuit mijn individuele perspectief gaat het er niet om dat ik zie dat alles één is, maar dat ik al mijn relaties met zorg behandel. De relaties met mijn gedachten en gedrag, met mijn sociale klasse en die van anderen, met de laptop waarop ik deze woorden intik, met de kop thee die daarnaast staat, met de vragen die mijn kinderen me stellen terwijl ik dit probeer te schrijven, met het ongeduld dat daardoor in mij opkomt. Maar ook met de items uit het ochtendjournaal, met mijn boeddhistische ideaal, met de ecologische afdruk van de dingen die ik koop, met het schrijnende gebrek aan daadkracht vanuit de politieke wereld om onze ecologische conditie ernstig te nemen… Al die ontelbare interacties vormen de morele enso van mijn bestaan, die op elk moment opnieuw gekalligrafeerd wordt.
Vanuit mijn individuele perspectief gaat het er niet om dat ik zie dat alles één is, maar dat ik al mijn relaties met zorg behandel.
TweetHet Boeddha-natuur-boeddhisme huldigt de bodhisattva als grote ideaal: het ‘verlichting-wezen’ dat zijn eigen nirvana uitstelt tot alle wezens in het heelal het nirvana kunnen binnengaan. Dat is groots.
De uitdagingen van de klimaatverschuiving vragen ook om zo’n groots ideaal. Misschien kunnen we die de ecosattva noemen: een ‘ecologiewezen’ of ‘ecologische held’. Die term bestaat al een tijdje in eco-boeddhistische kringen. Ik denk dat hij meer ruchtbaarheid mag krijgen. We zouden kunnen zeggen dat ecosattva’s van hun hart een enso maken. Dat ze zich de Kritieke Zone voorstellen als een enso – en een enso als de Kritieke Zone. Dat ze zin geven aan het bestaan vanuit het belichaamde besef dat we allemaal de Kritieke Zone zijn: de enige Vereerde tussen hemel en aarde.
Dit is deel twee van de serie Zencirkels.
Omslagafbeelding: De enso van Torei Enji. “Van de hemel boven tot de aarde beneden ben ik de enige vereerde,” Chikusei Collection; eigen foto door de auteur van The Zen Art Book van Stephen Addiss en John Daido Loori, Shambhala 2009, p 51.
How to be an ecosattva? van David Loy.