Drie dagen nadat zijn hart stopte, leunde Geshe Lhundub Sopa nog tegen een muur, zijn lichaam zonder geur en in evenwicht, de huid fris. Het leek alsof hij aan het mediteren was. Weer een paar dagen later was zijn lichaam nog steeds volledig intact. Volgens de mensen die hem bezochten was er absoluut geen verandering te zien. Gedurende zeven dagen bleef zijn lichaam ‘levend’.
De tukdam beoefening stimuleert ons om na te denken over onze opvattingen over het stervensproces.
TweetDe tukdam beoefening spreekt tot onze verbeelding, omdat ze in de westerse visie onmogelijk is. Volgens westerse opvattingen overleed de lama toen zijn hart en zijn hersenactiviteit stopten. In de Tibetaans boeddhistische visie treedt de dood echter pas in als het bewustzijn het lichaam verlaat. De tukdam beoefening stimuleert ons dus om na te denken over onze opvattingen over het stervensproces.
Kijk aanstaande zondag ook naar de documentaire ‘Tukdam’ bij De boeddhistische blik.
De Tibetaans boeddhistische cultuur heeft een duidelijke visie op leven en sterven en op de relatie tussen die twee. Het Tibetaanse dodenboek leverde daaraan een belangrijke bijdrage. Het boek is in de 8e eeuw AD door Padmasambhava geschreven, en onder andere in de 18e eeuw aangepast door Jigme Lingpa. In het dodenboek wordt beschreven hoe het proces van leven en sterven er uitziet. Het gaat daarmee niet alleen over het sterven, maar ook over het leven. De vier bardos spelen hierin een centrale rol.
In het Tibetaanse dodenboek worden vier bardos, of overgangssituaties beschreven. De eerste bardo is de natuurlijke bardo van leven. Dat is de bardo waarin we ons nu bevinden. Deze bardo begint bij onze conceptie en eindigt als het sterven begint: als ons lichaam uiteen begint te vallen. De natuurlijke bardo van leven omvat daarmee zowel ons leven in de baarmoeder als ons leven vanaf de geboorte tot het begin van het uiteenvallen van ons lichaam.
De andere drie bardos zijn de pijnlijke bardo van sterven, de heldere bardo van dharmata en de karmische bardo van worden. De pijnlijke bardo van sterven is de overgangssituatie waar we in vertoeven vanaf het moment dat ons lichaam uiteen begint te vallen, tot het moment dat onze geest Onder geest wordt datgene in ons verstaan dat helder is en gewaar. Het bestaat uit bewustzijn en gewaarzijn. het lichaam verlaat.
De heldere bardo van dharmata is de tussenfase waarin de geest (zonder lichaam!) de mogelijkheid heeft zich te bevrijden van de cyclus van steeds opnieuw sterven en geboren worden. Als het ons niet lukt dat te realiseren, zal de geest in de volgende bardo terecht komen, namelijk de karmische bardo van worden. In die bardo gaan we op zoek naar een wedergeboorte. De vierde bardo eindigt op het moment van een nieuwe conceptie. Dan begint er een nieuwe natuurlijke bardo van leven.
De beoefening van tukdam vindt plaats op de grens van de pijnlijke bardo van sterven en de heldere bardo van dharmata. Het uiteenvallen van ons lichaam gebeurt op drie niveaus: een uiterlijk, innerlijk en subtiel niveau. Het uiterlijke niveau is goed zichtbaar voor al diegenen die bij het sterven aanwezig zijn. Het innerlijke niveau en het subtiele niveau zijn meestal alleen te ervaren door de stervende zelf.
Over het uiteenvallen schrijft Dzogchen Ponlop Rinpoche: “Hoewel de details van het uiteenvallen van het lichaam gecompliceerd klinken, is het beste wat we kunnen doen eenvoudig rusten met een open en ontspannen geest.”
Het beste wat we kunnen doen is eenvoudig rusten met een open en ontspannen geest.
TweetOver het uiteenvallen op innerlijk niveau schrijft de Dalai Lama: “Hoewel op dit punt de adem door de neus stopt, en er geen reactie meer is op uiterlijke prikkels, is de persoon nog niet overleden. Het is daarom behulpzaam het lichaam niet te verstoren tot de uiteindelijke dood zich voordoet.”
In de dagen daarna vindt het verdere uiteenvallen plaats via het innerlijke en subtiele niveau. Bij het innerlijke niveau lost het bewustzijn Onder bewustzijn wordt met name de helderheid verstaan die we hebben over onze ervaringen bij onze waarnemingen, ons denken, onze opvattingen, onze gevoelens en emoties, ons geheugen, etc. op in mentale ruimte. Als dat gebeurt raakt de stervende belangrijke belemmeringen kwijt, waardoor de geest zich gemakkelijker kan verbinden met het aanwezige gewaarzijn. Bij het subtiele niveau ontstaat de verbinding met de essentie van onze geest: het natuurlijke heldere gewaarzijn Onze geest bezit ook inherente altijd aanwezige kwaliteiten. Die kwaliteiten zijn dat we weten hoe we er voorstaan, helderheid hebben over wat zich buiten ons afspeelt, en vol meedogend zijn. Dat toont zich als we open staan voor wat zich in ons en aan ons voordoet. Op dat moment wordt gesproken over natuurlijk helder gewaarzijn. . Tukdam beoefenaars zetten die beoefening in tijdens de overgang van het innerlijke naar het subtiele niveau.
De meesten van ons zullen zich aan het eind van hun sterven van dat innerlijke en subtiele niveau niet bewust zijn: daarvoor moet je tijdens je leven al regelmatig trainen. De tukdam beoefening is dus vooral een beoefening voor gevorderden. ‘Tuk’ betekent geest (in het Tibetaans: thugs) en ‘dam’ is Tibetaans voor verbinding. Tukdam is een eervolle benaming voor diegene die in staat is zo met de eigen geest om te gaan.
• Het lichaam ziet er niet uit als het lichaam van een gestorvene. De persoon lijkt eerder te slapen;
• De hartstreek blijft warm. De reden daarvoor is dat de geest (de ‘tuk’) van de betreffende persoon in de hartstreek zit. Daar verblijft de geest voordat die het lichaam verlaat. Dat gebeurt bij iedereen, maar niet iedereen is in staat de geest daar langer te laten verblijven;
• Het lichaam ruikt niet;
• Het lichaam verstijft niet (geen rigor mortis);
• De huid blijft zacht en veerkrachtig en houdt kleur;
• Uit metingen blijkt dat er geen hersen- en hartactiviteit is.
Deze beoefening kan een aantal uren, dagen of weken duren, in bijzondere gevallen een maand. In het algemeen wordt verondersteld dat een kortere duur van de tukdam beoefening, bijvoorbeeld een aantal uren, regelmatig voorkomt. Maar ook daarvoor is voldoende ervaring nodig.
De tukdam beoefening is vooral een beoefening voor gevorderden.
TweetVolgens de Westerse wetenschap is een beoefening als deze onmogelijk. Een lichaam kan niet ‘levend’ blijven, terwijl er geen hersen- en dus hartactiviteit is waar te nemen. Toch vertonen tukdam beoefenaars warmte rond het hart, een veerkrachtige huid en een lichaam dat niet uiteenvalt.
Er lijkt bij het sterven eerder sprake van een proces met verschillende fasen voordat de dood definitief intreedt.
TweetEen groep westerse wetenschappers en Tibetaans boeddhistische monniken houdt zich onder leiding van de Dalai Lama al een dertigtal jaren met deze en andere bevindingen bezig in de ‘mind and life conferenties’. Tijdens deze bijeenkomsten wordt er gezocht naar de verschillen en overeenkomsten in beide benaderingen en wat er van elkaar te leren is.
Naast de fundamentele vragen over leven en dood, die de tukdam beoefening oproept, kan dit verschijnsel ons ook iets leren over het omgaan met tussenfasen die we al tijdens ons leven doormaken. Denk bijvoorbeeld aan intensieve gebeurtenissen als een echtscheiding of het overlijden van een dierbare.
Door in dit soort ervaringen de vier bardos te herkennen, kunnen we ons (enigszins) voorbereiden op de ervaringen die we tijdens en na ons sterven zullen meemaken. Wel zullen die ervaringen tijdens en na ons sterven volgens het Tibetaanse dodenboek veel intensiever zijn dan de ervaringen waar we in ons leven mee te maken hebben.
1. We zitten in een specifieke situatie. Deze fase is te beschouwen als een metafoor voor de natuurlijke bardo van leven;
2. Die situatie eindigt. Deze fase is verwant met de pijnlijke bardo van sterven. Een belangrijk onderdeel van het leven zoals we dat geleid hebben, stopt immers. Dat kan pijnlijk zijn;
3. De eerste situatie is geëindigd en een nieuwe situatie nog niet begonnen. Deze fase is verwant met de heldere bardo van dharmata. We ‘hangen’ in een tussenfase, we weten even niet wat we kunnen doen;
4. We op zoek gaan naar een nieuwe situatie. Deze fase is verwant met de karmische bardo van worden. We realiseren ons dat de oude situatie voorbij is en dat we een deel van ons (nieuwe) leven weer moeten oppakken.
5. De nieuwe situatie begint.
Op dit soort momenten – bij het aflopen van met name intensieve gebeurtenissen in ons leven – bestaat de mogelijkheid om een eerste ervaring op te doen met de tukdam beoefening. Als we horen dat we ernstig ziek zijn en weer beter worden, ‘hangen’ we echt even. Net als wanneer we horen dat we ontslag krijgen, dat we de nieuwe baan toch krijgen, of de mededeling dat we tegen alle verwachting in toch ons examen gehaald hebben.
Als we horen dat we ernstig ziek zijn en weer beter worden, ‘hangen’ we echt even.
TweetAls we in staat zijn om in zo’n moment open en ontspannen te rusten, krijgen we een eerste indruk van wat de tukdam beoefening betekent. Natuurlijk is deze ervaring niet hetzelfde als de tukdam beoefening na ons sterven. Maar in het rusten kunnen we een eerste ervaring opdoen van wat het betekent om te rusten in een open intensieve situatie. Dat zal ons later rond en na het sterven tot grote steun zijn.
Over Sebo Ebbens
Sebo Ebbens is een Tibetaans boeddhist in de Nalandabodhi traditie. Hij is student van Dzogchen Ponlop Rinpoche en heeft een drietal boeken over het Tibetaans boeddhisme geschreven. Namelijk: ‘Stralend in de wereld. De vijf Tibetaanse wijsheden in het dagelijks leven (2013)’; ‘Op de golven van geboorte en dood. Goed leven en sterven in boeddhistisch perspectief (2019)’; en ‘Vriendelijk en vol mededogen. Wijs en vaardig handelen in het leven van alledag (2022)’. Deze boeken zijn verschenen bij uitgeverij Asoka.
Dit artikel is deels op zijn boek ‘Op de golven van geboorte en dood’ gebaseerd, dat gaat over het Tibetaanse dodenboek. Op zijn website ‘goed leven en sterven’ zijn zowel een beschrijving van de boeken, als diverse achtergrondinformatie over de behandelde onderwerpen te vinden.
Alle afbeeldingen bij dit artikel zijn stills uit de documentaire ‘Tukdam’.