Doneer
Citaten Boeddha

Uitspraken van de Boeddha: het luizenleven van een monnik

Veel Boeddha citaten die je op Facebook ziet ‘bekken lekker’ maar blijken bij nadere studie niet altijd even authentiek. Tom Hannes duikt in de ‘echte’ uitspraken van de Boeddha en ontwaart een wereld van wijsheid. In dit deel ontwaakt hij uit de wellnessfantasie over het monnikenbestaan.

‘Toen kwam in mij de gedachte op: “Het huiselijke leven is een benauwenis, een stoffig pad. Het leven als bedelmonnik is de vrije hemel’.

Maha Saccaka Sutta

Ontsnappen uit het gewone leven

Dit is een vaak aangehaald citaat van de Boeddha. Boeddhistische gemeenschappen hebben een beetje de neiging om het monnikenbestaan de hemel in te prijzen en het te plaatsen tegenover het familieleven waartoe leken gedoemd zijn. Verleidelijk is het zeker. Want stel je voor hoe rustig en eenvoudig het wordt als je je niet meer hoeft te bekommeren om je drukke baan (of om er een te vinden als je werkloos bent), de vele zorgen en verplichtingen die met een gezinsleven gepaard gaan (of om er een te vinden als je er geen hebt), de vrienden die je op tijd moet uitnodigen (of die te vinden als je er geen hebt). Of als je jezelf geen weg meer hoeft te banen tussen de veeleisende modes inzake kleren, diëten, gadgets, tv-programma’s en hobby’s, om mee te zijn en niet geïsoleerd te raken (of wat te doen als je al die dingen niet kunt betalen)… Het kan allemaal zwaar wegen.

Leven als een Boeddha

Daartegenover staat het dagschema van de Boeddha, die zo goed als niets deed. Opstaan, zich wassen in een rivier, voedsel bedelen, mediteren, wat rondlopen, op vragen antwoorden en slapen. Hoe zalig zou dat niet zijn?

Het citaat heeft altijd een beetje gewrongen. Ook in de tijd waarin ik zo goed als niets anders deed dan retraites volgen en organiseren. Het citaat klonk meer als een escapistische fantasie dan als een bevrijdingsweg. In plaats van ons te bevrijden doet het ons eerder belanden in zelfmedelijden: ‘Ach, ik moet zoveel vervelende dingen doen, kon ik maar als de Boeddha leven’. En zelfs in zelfhaat: ‘Wat voor een povere nepboeddhist ben ik niet, zeg!’

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Het ruige monnikenbestaan

Groot was dan ook mijn blijdschap toen ik dit citaat voor het eerst in zijn context zag staan. Want het gaat inderdaad om een fantasie. We lezen hier niet de Boeddha die zijn monnikenleven beschrijft, maar de Boeddha die zich herinnert hoe hij zich het monnikenleven inbeeldde toen hij nog in familieverband woonde en zich daar bijzonder ongelukkig in voelde. Die fantasie deed hem inderdaad bedelmonnik worden en daar lijkt hij later op geen enkele manier spijt van te hebben.

Maar de ‘vrije hemel, vrij van alle benauwenis’ is geen beschrijving van het leven dat hij sindsdien leidt. In een andere tekst verbiedt de Boeddha zijn gemeenschap om mensen jonger dan twintig tot het bedelmonnikenleven toe te laten. Niet omdat dat leven zo hemels is, maar omdat het zo hard is. Je moet stevig in je schoenen staan, voegt hij eraan toe, om te kunnen omgaan met hitte en koude, honger en dorst, insectenbeten en -steken, wind en zon, contact met angstaanjagende beesten, mensen die je hard en niet verwelkomend toespreken, een hele reeks fysieke ongemakken en pijnen, tot aan het dodelijke toe. Het leven als bedelmonnik is ruig, vaak pijnlijk en lang niet vrij van conflicten. De Pali-canon heeft voorbeelden genoeg van verbaal en zelfs fysiek geweld gepleegd op bedelmonniken.

Jaloerse brahmanen

Ook het leven van een ontwaakte bedelmonnik is verre van paradijselijk. De Boeddha wordt vaak afgebeeld op stroperige pastelkleurige prenten die lijken op pamfletten van de Getuigen van Jehova. Maar de Pali-canon rapporteert over een bewogen leven. De Boeddha krijgt te maken met ruzies en afscheuringen binnen zijn gemeenschap en hij klaagt herhaaldelijk over het morele gehalte van zijn leerlingen. Hij wordt belaagd door lastercampagnes van jaloerse brahmanen. Een ambitieuze leerling pleegt zelfs een aantal aanslagen op zijn leven. De Boeddha ontsnapt ook niet niet aan de ziektes die dat harde leven met zich meebrengt. Hij wordt niet gespaard van hevige darmklachten en hernia’s en zal uiteindelijk sterven aan voedselvergiftiging. In tegenstelling tot wat hij zich inbeeldde als jonge kerel, is het ontwaakte leven niet één en al vrede en gemak.

Wakker worden uit de wellnessfantasie

Toch sluipt er tot op vandaag nog altijd de rare hoop dat ontwaakt zijn betekent dat je ervaart dat alles helemaal goed en fijn is. De fantasie toont zich ook in meer instrumentele verwachtingen: meditatie zal ervoor zorgen dat ik altijd gefocust bent. Dat ik mijn targets altijd haal. Dat niets me van mijn stuk kan brengen. Dat ik van mijn oogwallen afraak. Dat ik er nooit bleekjes uitzie en nooit een kwaaltje oploop. Dat ik altijd scoor in mijn omgeving. Het leven van de Boeddha heeft nieuws voor ons: zoiets bestaat niet. Wakker worden uit die wellnessfantasie is zelfs een belangrijke voorwaarde om vrij te kunnen worden.


Meer uitspraken van de Boeddha:

Genot versus een ander soort geluk
Over vuur en nirvana
Het befaamde niet-ik
Sociaal activisme
Wat je zegt ben je zelf

Deze columns zijn ook terug te vinden in het boek Wat kan ik leren van de Boeddha?, van Tom Hannes