Doneer
Weg bij Shambhala

Weg bij Shambhala. Een pad zonder pad, genaamd: leven.

In juni 2018 kwamen rapporten van misbruik naar buiten binnen de Tibetaans boeddhistische gemeenschap Shambhala. Voor hen die bleven en voor hen die weggingen betekende dit een onomkeerbare inslag. Judith Lechner maakte tien jaar deel uit van Shambhala, toen zij besloot om de sangha te verlaten. Daarmee begon een intens proces van rouw, loslaten en zichzelf opnieuw uitvinden. In dit openhartige verhaal vertelt ze over haar pad zonder pad, dat gewoon leven heet.

Door Judith Lechnerweg bij shambhala

Op een winterse avond in december 2019 stap ik mijn achterdeur uit met alle mooie gekalligrafeerde Tibetaanse namen die ik ooit heb gekregen bij de belangrijke geloftes die ik heb aangenomen. Zonder nog op de papieren te kijken verbrand ik ze. Direct daarna stuur ik een mail naar de secretaris van Mipham Mukpo (Sakyong Mipham Rinpoche, red.) waarin ik meedeel dat ik al mijn geloftes teruggeef. Gelukkig krijg ik snel een vriendelijk antwoord dat dit ontvangen en aanvaard is. Vanaf dat moment ben ik definitief geen boeddhist meer.

Geloftes afleggen

In de winter van 2018 heb ik de samaya-gelofte afgelegd bij deze Mukpo-leraar. Het is de vijfde belangrijke gelofte op rij. Bij deze gelofte neem ik de leraar aan als mijn spirituele goeroe. Op dat moment weet ik zeker: in deze traditie ga ik sterven. In deze traditie word ik begraven. Ik heb mijn huis gevonden. Ik heb een pad en ga en sta hier zonder twijfel op. Ik kon toen niet bevroeden dat ik een jaar later al mijn geloftes zou teruggeven en de gemeenschap zou verlaten.

Er is niks meer tussen mij en de werkelijkheid om me heen. Ik ben naakt

Tweet

Naakt. Uitgekleed. Onbeschermd. Ik denk dat dat het overwegende gevoel is dat sindsdien bij me is. Ik heb zoveel lessen gehad over de cocon, de veilige bescherming die we om onszelf heen weven en waar we ons ego in koesteren. De meditatie moet de cocon kraken en het licht van wijsheid laten schijnen. Het wegvallen van Shambhala voelt als een hele grote cocon die in één keer is afgevallen. Er is niks meer tussen mij en de werkelijkheid om me heen. Ik ben naakt. Alles komt zonder bescherming binnen. De werkelijkheid voelt de laatste tijd heel rauw. Maar ook heel eerlijk.

De eerste periode na mijn vertrek is er zoveel onbegrip in mij. Over Shambhala: waar was ik eigenlijk? En over mezelf: wie ben ik eigenlijk?

Ik dacht dat ik kritisch, intelligent, zelfstandig en onderzoekend was. Hoe kan ik alle signalen negeren? Hoe ben ik daar overheen gestapt en heb ik me om laten praten? Me in blijheid ondergedompeld, niet willen horen, zien, niks hebben gemerkt. Wat een ontluistering over mezelf. Wat een illusie doorgeprikt. Wakker worden, meid! Wat weten we? Niks weten we. Zo, daar heb je hem: in the face!

Er volgt na vertrek een retraite bij Leven in Aandacht. Ik start met een filosofie-cursus bij de universiteit waarin sutra’s bestudeerd worden. Er is een uitwisseling van verschillende boeddhistische tradities waar ik en mijn partner onze ‘mini-sangha zonder traditie’ vertegenwoordigen. En er is de katholieke begrafenis van mijn moeder. En geheel per ongeluk raak ik verzeild in een dienst van de Pinkstergemeente. De parallellen en overeenkomsten in vormen, taal en rituelen komen scherp en met groot inzicht bij me binnen. De behoefte aan blind volgen en bewonderen schokt me. De dominantie van mannen die hierin voorgaan maakt de sluimerende feminist in mij wakker.

En tot slot de verbijstering dat Shambhala een religie is, na tien jaar geloofd te hebben in het verhaal van ‘een door het boeddhisme geïnspireerde seculiere visie op het leven en de samenleving’.

weg bij shambhala
Het is vreemd maar het lijkt of de natuur me redt in deze periode. Gedurende een paar maanden voel ik een onbedaarlijke behoefte aan lopen. Aan buiten zijn, de bomen zien en horen. Het kontje van mijn hondje springerig voor me uit. De wind voelen en kijken naar de prachtige, weidse Hollandse luchten. Spreeuwen die zwermen. Zwanen en zwaluwen zien. Een bosje riet zacht zien wiegen in de wind. Ik loop en loop en voel de wereld. Heel eenvoudig en dichtbij. Heel erg samen en verbonden met de wereld. Hier is magie en grootsheid. Hier is stilte en eenvoud aan het werk. En schoonheid, schoonheid!

De allereerste dagen nadat de rapporten over Shambhala gepubliceerd waren, heb ik ook drie dagen achter elkaar buiten gelopen.

Er waren geen woorden en geen tranen toen. Maar ik wist dat er iets heel groots was weggevallen. In die dagen en tijdens het buiten zijn was de wereld om mij heen zo immens en vol kleur aanwezig. Dat was bijzonder en onbegrijpelijk tegelijkertijd. Het waren indrukwekkende dagen. Daarna kwamen er heel veel woorden en emoties, alles werd troebel.

Sinds een tijdje denk ik dat ik er klaar mee ben. Maar een paar weken geleden was ik ineens weer zo verdrietig. Ik mis mijn vrienden. Ik mis de gemeenschap, de inspiratie, de mooie lessen. Kan ik nog terug? Maar nee, dat kan niet meer. Ik weet dat de afgelopen tien jaar een zelfgesponnen illusie zijn geweest. Er is alleen het huidige moment en ik kijk naar een lege weg voor me. De toekomst is leeg, kaal ook. Ik mis het leren, het samen zijn. Ga ik dat ooit nog vinden? En waar dan?

weg bij shambhala

“Ken je de uitdrukking Kill the Buddha?”, vraagt Jifu aan me. Ze is een boeddhistische non. Ik neem tijdens een etentje met de Groninger boeddhisten ook afscheid van deze groep. Het klopt niet meer. Alles knelt. Alles moet weg. De weg moet echt vrij zij. Ze kijkt enigszins verbaasd naar me en ik bespeur iets van bewondering. Ja, ik ken de uitdrukking. Maar kennen en ervaren zijn wel twee verschillende dingen.

De afgelopen tijd is mijn moeder overleden. Mijn zus heeft de diagnose kanker gekregen. Het gebouw van mijn organisatie heeft een ernstige brand gehad. Er zijn kinderen geboren in mijn omgeving. En nu worden we allemaal volledig in de greep gehouden van Corona. Het leven dient zich volop aan!

In anderhalf jaar tijd is successievelijk alles wat boeddhistisch was uit mijn leven verdwenen.

En weet je wat ik nu zo ontzettend grappig vind? Ik besef dat ik door mijn vertrek bij Shambhala en door alles los te laten wat daarmee verbonden was, alles nu ontegenzeggelijk voelt als “op het pad zijn”. Geen houvast, geen zekerheden, een rauwe werkelijkheid, geen weten, geen arrogantie. Ik leid op dit moment een heel gewoon leven. Een leven zoals ieder mens. Met ups en downs en hopelijk wat liefdevol begrip en contact in mijn leven. Af en toe heel naar en donker en soms heel mooi en licht.


Lees ook:  Sangahleiders van hun voetstuk. Hoe nu verder?