Veel meer dan de Boeddha’s
en goden zijn ze me lief
de najaarswinden
~ Shiki
Een haiku is een kort gedicht en bestaat meestal uit drie regels van 5-7-5 lettergrepen. Een rijmvorm is ongebruikelijk. In een haiku komt natuurbeleving veel voor, maar geen waardeoordelen zoals mooi of verdrietig. Deze klassieke dichtvorm is ontstaan in de zeventiende eeuw in Japan. De Japanse dichter Basho (1644-1694) bracht de haiku tot bloei. In 1960 werden de eerste gedichten vertaald en gepubliceerd in het Nederlands.
Haiku’s gaan over momenten van objectieve ervaring, niet over subjectieve interpretatie of analyse van die gebeurtenissen. Verder bevat de haiku altijd twee naast elkaar liggende ideeën die een verband met elkaar hebben en worden ‘gesneden’ door een kireji (snijwoord). Dit woord – niet altijd letterlijk te vertalen – geeft een pauze in het gedicht aan. In het Nederlands wordt het soms vertaald met een leesteken:
Des zomers een stroom
doorwaden; in het midden
nog een keer omzien.
~ Shiki
Een expliciete of impliciete verwijzing naar het seizoen of de wisseling van de seizoenen, is een essentieel element van haiku. In het Japans wordt die seizoensaanduiding kigo genoemd. Daarnaast is de natuur ook op een diepere manier verweven in haiku’s. De natuur is namelijk zelf het decor of onderwerp van het gedicht. Iets dat voor de Japanners in die tijd heel normaal was, omdat zij dicht op de natuur leefden.
Volgens de dichteres J. van Tooren, één van de oprichters van de Haiku Kring Nederland, is haiku natuurpoëzie: ”Het landschap wordt verbeeld, of de bloemen, dieren en dingen om de mens heen, en de mens zelf als deel van dit alles. Dit hangt samen met het feit dat de grote tegenstelling tussen mens en natuur, die bij ons zoveel spanningen veroorzaakt, eenvoudig niet bestaat in de Japanse denkwereld”, schrijft ze in Haiku, Een jonge maan (1973).
Van Tooren benadrukt hiermee de prominente rol die ecocentrisme speelt in de Japanse cultuur. De natuur is autonoom en onafhankelijk van de mens, iets dat haaks staat op het antropocentrisme dat bepalend is voor westerse culturen.
Tot mijn schaduw toe
is op deze voorjaarsdag
door en door gezond
~ Issa
Een vergelijkbaar ecocentrisme vormt de kern van deep ecology, een filosofische beweging die in 1972 werd opgericht door de Noorse filosoof Arne Naess. De beweging waardeert de bloei van al het leven op aarde, beschouwt mensen als een intrinsiek onderdeel van de natuur, en erkent de noodzaak om de relatie tussen mensen en de meer-dan-menselijke wereld te helen.
De mens maakt deel uit van de natuur en moet daarom al het leven op aarde beschermen.
TweetIn de documentaire The Call of the Mountain: Arne Naess and the Deep Ecology Movement benadrukt Naess de relatie tussen filosofie en ecologie: waarbij de mens zich mag laten verwonderen als een kind door de spontane, directe ervaring in de natuur. Hier zien we een duidelijk verband met de klassieke haiku’s. Een inhoudelijk kenmerk van haiku’s is namelijk het weergeven van de natuur zoals deze zich aandient. De dichter gebruikt geen metafoor, en heeft ook niet de bedoeling iets te interpreteren. Zijn enige taak is het verwoorden van een directe ervaring geregistreerd door zijn zintuigen. Deze spontane weergave lijkt verwant aan de onbevangenheid waarmee deep ecology naar de werkelijke aard van de natuur kijkt.
Het verband is niet zo vreemd, want – ondanks de verschillende taalgebieden en tijdperken waarin zij leefden – werden zowel de klassieke Japanse dichters als Arne Naess geïnspireerd door het zenboeddhisme. Vanuit de zen gedachte is de natuur niet losstaand, maar staat zij in relatie met al het levende op aarde. Dit inzicht gaat in tegen het traditionele westerse denken waarbij elementen zoals bomen of stenen als losse entiteiten werden gezien.
Zen en daarmee ook deep ecology verkondigden een relationele perceptie op de mens en zijn omgeving: elke entiteit in het ecosysteem maakt deel uit van een ander proces dat weer onderdeel is van een groter geheel. Daardoor is alles, dus ook mens en natuur onderling verbonden. De kern van interrelatedness komt overeen met het concept van ‘interzijn’ in de zentraditie. ‘Interzijn’ is een centrale term binnen de zentraditie van de Vietnames zenleraar Thich Nhat Hanh. Hij omschrijft het als volgt: “Alles is afhankelijk van al het andere in de kosmos om zich te manifesteren – of het nu een ster, een wolk, een bloem, een boom of jij en ik zijn. We bestaan niet onafhankelijk van elkaar. We inter-zijn.”
Deze levenshouding is onder meer uitgewerkt in het boek ‘Met zen de planeet redden’. Hierin beschrijft de zenleraar de sterke relatie met deep ecology: “We weten dat de Homo Sapiens een heel recente soort op aarde is. We kwamen hier heel laat en toch doen we alsof we de baas zijn. […] Maar als we diep kijken, zien we dat mensen helemaal gemaakt zijn van niet-menselijke elementen, waaronder planten, dieren en mineralen. […] We interzijn voortdurend met alle niet-menselijke elementen in en om ons heen. […] Dit is interzijn, de diepste leer van diepe ecologie.”
Een nachtegaal zingt
veraf als de zon wegzinkt
in haar avondrood
~Buson
In de dichtbundel De mooiste Japanse haiku’s door Germain Droogenbroodt vind je een waardevolle selectie van klassieke haiku’s. Droogenbroodt is een Belgisch dichter, vertaler en uitgever. Voor de haiku bundel heeft hij Japanse gedichten geselecteerd en vertaald van de bekendste klassieke dichters zoals Buson, Issa en Shiki. Droogenbroodt geeft aan dat de vertaling van een gedicht nooit als het origineel is, alleen reeds door het feit dat iedere taal een eigen klankkleur heeft. Daarom werd hij bij de vertalingen bijgestaan door een aantal Aziatische specialisten om zo de beste haiku’s van de klassieke grootmeesters te herdichten.
Het interpreteren van haiku’s aan de hand van dit soort bloemlezingen (door zeer geoefende vertalers) geeft inzichten. Maar de Japanse taal heeft zo’n eigen karakter dat een vertaalde interpretatie altijd discutabel blijft. Overigens bestaan er verschillende reisverslagen en dagboeken opgetekend door de haiku dichters zelf, die de betrouwbaarheid van de analyse verhoogt. Zo is onder meer bekend dat de dichter Issa gevierd werd om zijn compassie voor zowel mensen als dieren en zijn oprechte toewijding aan het Jodo Shinshu (Ware Zuivere Land) boeddhisme. Desondanks blijft het belangrijk om bij elke interpretatie de taalbarrière in acht te nemen en voorzichtigheid te bewaren ten aanzien van voorbarige conclusies.
De haiku’s laten mij zien dat alles onderling is verbonden. Deze sterke relatie met het zen-principe van interzijn is een mooie weergave van de oorspronkelijke Japanse zencultuur. Haiku’s vormen een artistieke uiting van deze cultuur, net als kalligrafie, ikebana en bijvoorbeeld bonsai boompjes kweken. Niet eerder was ik zo geboeid door de eenvoud van woorden, observaties en oefeningen in gewaarzijn.
Haiku’s vragen om een soort bescheidenheid ten opzicht van alles waarvan we als mens afhankelijk zijn.
TweetOverigens is er verschil in de mate waarin de principes terugkomen bij de drie afzonderlijke dichters. Dat heeft te maken met het leven dat deze mensen hebben geleid en de tijd waarin zij actief waren. Zo was Buson niet alleen dichter, maar ook schilder en dat zien we terug in zijn werk dat minutieus handelt over bloemen, de natuur, kleur en vorm. Issa daarentegen verloor op jonge leeftijd zijn moeder en stond bekend om zijn compassie voor nietige, onnuttige dingen. Shiki had een kort en moeilijk leven dat gekenmerkt werd door de ziekte tbc. In zijn haiku’s is er aandacht voor ziek zijn en de naderende dood. De kamer van waaruit hij leefde is het decor voor zijn observaties.
Deze verschillen maken de haiku’s persoonlijker om te lezen en soms zelf intiem. Je leeft mee met de dichters als zij verdriet hebben, zich eenzaam voelen of ziek zijn. De structuur van de klassieke haiku’s ligt nagenoeg vast, maar deze variatie aan onderwerpen houdt je nieuwsgierig. Ook is het mooi te ervaren dat ‘niks menselijks ons vreemd is’. Of je nu een Japanse dichter uit de zeventiende eeuw bent of een Nederlandse schrijfster in de eenentwintigste eeuw, de herkenning blijft levend.
De Canadese onderzoeker Colin Simonds deed onderzoek naar zen, deep ecoloy en haiku’s en analyseerde het werk van de zeventiende-eeuwse dichter Matsuo Basho. Ook verdiepte hij zich in de raakvlakken tussen zen en deep ecology. Hij concludeert dat zowel zen als deep ecology zich richten op een leefwijze die niet egocentrisch is, maar op een samenleving die handelt vanuit een compassievol perspectief . Het werk van Basho draagt volgens de onderzoeker bij aan bewustwording van ‘interzijn’. Tegelijkertijd geeft Simonds aan dat het laatste principe van Naess, waarbij mensen zich dienen in te zetten als milieuactivist, ontbreekt in haiku’s.
Het laatste principe van Naess, waarbij mensen zich dienen in te zetten als milieuactivist, ontbreekt in haiku’s.
TweetHoe zouden haiku’s eruit kunnen zien die zijn geschreven in een regio en periode waar klimaatactivisme wel onderdeel uitmaakt van de samenleving? Het lezen van de klassieke haiku’s heeft me doen afvragen welke invloed de tijdsgeest heeft op de inhoud van haiku’s. Mogelijk hebben moderne haiku’s een sterke relatie met deep ecology. Verschillende leraren, wetenschappers, kunstenaars en schrijvers hebben zich toegelegd op deze dichtvorm. Zo geeft de Amerikaanse meditatieleraar en wetenschapper John McQuade cursussen ‘haiku, daoism and deep ecology’ waarbij hij kunst, filosofie en ecologie gebruikt om de verbanden tussen de mensheid, de natuur en de contemplatieve kunsten te onderzoeken. Ook zonder dat deep ecology expliciet wordt genoemd, schittert het principe van interzijn in talloze moderne haiku’s. Via de Haiku Kring Nederland vind je prachtige voorbeelden zoals:
Roerloze vijver
de waterlelies drijven
op het hemelblauw
~ Annelies van Bloois
Omslagafbeelding: Xiao He Chases Han Xin, door Yosa Buson, Nomura Art Museum.